H4: distale invloed op gezondheidgedrag

Question 1

Wat is het verschil tussen distale en proximale invloeden op gezondheidsgedrag?

Answer 1

Distale invloeden zijn factoren die verder weg staan van het centrum van het lichaam, zoals sociaal-economische status (SES), etniciteit, geslacht en persoonlijkheidskenmerken.

Proximale invloeden zijn factoren die dichter bij het centrum van het lichaam liggen, zoals opvattingen en attitudes rond gezondheidsgedrag.

Question 2

Wat betekent het wanneer we zeggen dat bepaalde distale invloeden, zoals SES, indirect inwerken op gedrag?

Answer 2

Dit betekent dat distale invloeden effect hebben op meer proximale factoren, zoals iemands attitudes, overtuigingen en doelstellingen, die op hun beurt het gezondheidsgedrag beïnvloeden.

Question 3

Wat is het concept van “mediëren” in de context van gezondheidsgedrag?

Answer 3

Mediëren betekent dat een variabele tussen twee andere variabelen in staat is en het effect van de ene variabele op de andere verklaart. Bijvoorbeeld, SES kan invloed hebben op iemands overtuigingen (proximale factor), die op hun beurt het gezondheidsgedrag beïnvloeden.

Question 4

Hoe beïnvloedt sociale klasse de gezondheidspercepties en gezondheidsgedrag?

Answer 4

Sociale klasse beïnvloedt de gezondheidspercepties die iemand heeft, en deze percepties hebben invloed op het gedrag. Aangezien deze percepties dichter bij het gedrag liggen, zijn ze een doelgerichter interventiepunt dan de meer statische distale invloeden.

Question 5

Waarom zijn percepties van invloed op gezondheidsgedrag makkelijker te beïnvloeden dan distale kenmerken zoals sociale status?

Answer 5

Omdat percepties en overtuigingen dichter bij het gedrag liggen en gemakkelijker kunnen worden veranderd dan de meer statische distale invloeden zoals sociaal-economische status.

Question 6

Wat is moderatie in de context van relaties tussen variabelen?

Answer 6

Moderatie houdt in dat een moderatorvariabele de voorwaarden verklaart waaronder een relatie tussen twee variabelen bestaat. Bijvoorbeeld, de relatie tussen een voorspeller en een uitkomst kan variëren afhankelijk van de waarde van een andere variabele.