H3: stoppen met gedrag Flashcards

(17 cards)

1
Q

Hoeveel mensen die meer drinken dan aanbevolen ontwikkelen daadwerkelijk een alcoholverslaving?

A

Slechts een klein percentage, mogelijk één op de tien, ontwikkelt een alcoholverslaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen de redenen om te beginnen met roken of drinken en de redenen om ermee door te gaan?

A

De redenen om te beginnen kunnen nieuwsgierigheid of sociale factoren zijn, terwijl de redenen om door te gaan vaak te maken hebben met afhankelijkheid of copingmechanismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangrijkste onderzochte aspecten van verslaving?

A

De belangrijkste aspecten zijn erfelijkheid en familiegeschiedenis, psychopathologie en persoonlijkheidsfactoren, en sociaal leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe speelt erfelijkheid een rol bij verslaving?

A

Kinderen van probleemdrinkers hebben een hogere kans om zelf ook probleemdrinkers te worden, wat wijst op een mogelijke erfelijke component.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kunnen psychopathologieën en persoonlijkheidsfactoren bijdragen aan verslaving?

A

Bepaalde psychopathologieën, zoals stemmingsstoornissen, en persoonlijkheidsfactoren, zoals angstige predisposities en risicogedrag, kunnen predisponeren tot probleemdrinkgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van sociaal leren bij alcoholmisbruik?

A

Alcoholmisbruik kan gezien worden als sociaal verworven gedrag, versterkt door beloningen zoals plezierige effecten of het vermijden van ontwenningsverschijnselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe speelt nicotine een rol in de verslaving aan roken?

A

Nicotine activeert beloningsroutes in de hersenen via dopamine en bèta-endorfinen, wat verslaving veroorzaakt en leidt tot ontwenningsverschijnselen die het gebruik in stand houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de lichamelijke en psychologische ontwenningsverschijnselen van nicotineverslaving?

A

Lichamelijke ontwenningsverschijnselen kunnen hunkering en transpiratie omvatten, terwijl psychologische symptomen zoals angst en rusteloosheid ook kunnen optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de relatie tussen sociaal-economische status en alcoholmisbruik?

A

Lager opgeleiden en mensen met een lagere sociaaleconomische status zijn meer geneigd tot probleemdrinken, deels vanwege gezondheidsproblemen en toegang tot sociale gelegenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom blijven mensen vaak middelen gebruiken ondanks de verslaving?

A

Mensen blijven vaak middelen gebruiken vanwege de plezierige effecten en het vermijden van negatieve gevoelens of de realiteit van afhankelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er als mensen tussen hun vijftigste en zestigste jaar stoppen met roken?

A

Ze kunnen het risico op roken-gerelateerde aandoeningen zoals chronische obstructieve longziekten en hart- en vaatziekten aanzienlijk verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de succesfactoren voor stoppen met roken bij oudere rokers?

A

Ondanks dat de kans kleiner is dat oudere rokers stoppen, zijn er aanwijzingen dat zij vaker succesvol stoppen dan jongere rokers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe beïnvloeden rokersnetwerken en de angst voor gewichtstoename het stoppen met roken?

A

Rokersnetwerken en de angst voor gewichtstoename zijn belangrijke factoren die het stoppen met roken beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werd verslaving oorspronkelijk gezien in de zeventiende en achttiende eeuw?

A

Verslaving werd gezien als immoreel gedrag van zwakke individuen die geen controle hadden over hun gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat veranderde in het begrip van verslaving in de twintigste eeuw?

A

Verslaving werd gezien als een ziekte, die niet enkel door de persoonlijkheid van de gebruiker werd bepaald, maar ook door genetische en psychologische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heeft de behandeling van verslaving zich ontwikkeld?

A

De behandeling is verschoven van straf naar meer ondersteunende benaderingen, zoals het helpen van individuen door gedragsverandering en gecontroleerd drinken.

17
Q

Wat is het huidige begrip van verslaving?

A

Het huidige begrip van verslaving omvat de invloed van persoonlijkheid, cognitieve ontwikkeling en sociale factoren, waarbij preventie en gezondheidsbevordering centraal staan.