H6.2 vorm en functie bovenste luchtwegen Flashcards

(27 cards)

1
Q

wat zijn de functies van de bovenste lucht- en voedselwegen?

A
  • voeding
  • zuurstof
  • uitscheiding
  • stem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat doe je als een meisje van 2 zich verslikt?

A

harde tik op dr rug en anders een mildere versie van de heimlich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heten de 3 onderdelen van de pharynx?

A

nasopharynx –> oropharynx –> hypopharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de onderdelen van de larynx?

A

supraglottis en de stembanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat voor voordelen brengt de vergroting van de opp neusschelpen met zich mee?

A
  • betere uitwisseling van vocht
  • betere temperatuur regulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de functies van de neus?

A
  • ademhaling
    –> transport
    –> bevochtiging en verwarming
    –> filtering
    –> afweer
    –> reuk
  • belangrijke bijdrage aan de smaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn 4 neus symptomatologiën?

A
  • vormafwijkingen
  • neusverstopping
  • loopneus
  • reukverlies
  • smaakverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 oorzaken van een afwijking aan het neustussenschot

A
  • geboortetrauma –> scheve neus geboren
  • neustrauma door een ongeluk
  • neuspoliepen onder de concha media
  • adenoïd (neusamandel)hypertrofie
  • choanaal artresie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tot welke symptomen kan een neustrauma leiden?

A
  • neusverstopping door septumdeviatie (scheefstand van neustussenschot)
  • ernstige hoofdpijn en tranende ogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt adenoïd hypertrofie in? bij welke leeftijdscategorie komt het het vaakst voor en waarom?

A
  • sterk verdikte neusamandel
  • komt het vaakst voor bij kinderen onder de 5 jaar, omdat kinderen dan veel in contact komen met ziekteverwekkers die voor hen nog niet bekend is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kunnen symptomen zijn van adenoïd hypertrofie? hoe te behandelen?

A
  • als de amandel groot genoeg is kan het lijden tot een neusverstopping
  • meestal niet behandelen en gaat het vanzelf over
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt choanaal artresie in? wat zijn de symptomen?

A
  • een vliesje ontstaan aan einde neusholte door kleine afstand van de kaak en het septum
  • benauwheid bij kinderen in rust, hierdoor stikt het kind telkens bijna huilt dan en ademt dan weer goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 3 luchtwegobstructies zijn er?

A
  • macroglossie
  • Quincke’s oedeem
  • pfeiffer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat houdt macroglossie in?

A

tongzwelling door een stapelingsziekte (bepaald enzym die geen stoffen meer afbreekt)
hierdoor kan er niet goed meer geademd worden door de mond en neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat houdt Quincke’s oedeem in? hoe ontstaat het?

A
  • acute zwelling van de tong en mondbodem
  • door ACE-remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe uit de luchtwegobstructie zich bij pfeiffer?

A

in sommige gevallen kan pfeiffer leiden tot aandoening aan lymfeklierstelsel, waarbij de neus- en keelamandelen ontstoken en opgezwollen zijn

17
Q

komt benauwdheid vaker voor door afwijkingen van de mond of neus?

18
Q

wat zijn de 4 functies van de larynx?

A
  • respiratie
  • scheiding van lucht en voedselweg
  • stem
  • hoesten (door sluiting van de stembanden wordt de intrathoracale druk verhoogd)
19
Q

waar ligt het arytenoïd en wat is zijn functie?

A
  • ter hoogte van de stembanden (plica vocalis) in de larynx
  • ze kunnen roteren en voorzien zo de stembanden van beweeglijkheid
  • het ontleend zijn positie aan het cricoïd
20
Q

door welke hersenzenuw worden alle spieren van de larynx geïnnerveerd?

A

de nervus vagus! –> motoriek en sensibiliteit van slijmvlies

21
Q

hoe heten de vertakkingen van de n. vagus bij de innervatie van de larynx?

A
  • n. laryngeus superior
  • n. recurrens
22
Q

wat innerveren de interne en externe tak van de n. laryngeus superior?

A

interne tak: sensibel
externe tak: m. cricothyreoideus

23
Q

hoe lopen de takken van de n. recurrens naar de larynx?

A
  • vanaf ganglion draait de linker om de aortaboog, omhoog
  • vanaf ganglion draait de rechter om de subclavia en dan omhoog
24
Q

wat houdt expiratoire stridor in?

A

vernauwing van de luchtweg door intrathoracale processen wat te herkennen is aan een lage hoesttoon

25
wat houdt een inspiratoire stridor in?
hoog frequent geluid, veroorzaakt door turbelentie meestal veroorzaakt door processen in de larynx of het cervicale deel van de trachea
26
laryngitis subglottica symptomen en kenmerken
- komt vaak voor - inspiratoire stridor - intrinsieke vernauwing - blafhoest - dyspnoe met intrekkingen - heldere stem - langzaam progressief - ligt plat op de rug - virale etiologie - inhalatie steroïden
27
kenmerken en symptomen van supraglottis/ (epiglottis)
- ze kunnen niet slikken dus wordt er gekwijld - ze zitten rechtop want anders valt de epiglottis op de luchtweg - hoge koorts - zeldzaam - haemophilus influenzae als veroorzaker