H7.2: Congenitale infecties Flashcards
(40 cards)
congenitale infecties
infecties die je in de baarmoeder oploopt (niet tijdens of na de bevalling)
verwekkers congenitale infecties
- rubella
- CMV
- HIV
- toxoplasmose
- parvovirus
manifestaties congenitale infecties
- groeiachterstand
- congenitale afwijkingen
- stilgeboorte/miskraam
perinatale infecties
tijdens bevalling
perinatale infecties verwekkers
- neisseria gonorrhoeae
- chlamydia
- streptococcus agalactiae
- e. coli
- listeria monocytogenes
- enterovirus
postnatale infecties
net na de geboorte via moeder, borstvoeding, navelstreng, infusen enzo
HSV mn
perinatale infectie
zwangerschapsscreening 12 weken
- HIV
- rhesus
- HBsAg
- syfilis
TORCHES screening na de geboorte bij een ziek kind
- Toxoplasma gondii
- Other
- Rubella
- CMV
- HSV
- Syfilis
rubella
- de R in BMR dus nu in NL heel zeldzaam geworden
- virus
- veroorzaakt vlekjes
- enorm besmettelijk
risicogroepen rubella
ongevaccineerde jonge vrouwen
verspreiding rubella
aerogeen
kenmerkend aan rubella
kan elk celtype infecteren, en dus ook de placenta waardoor het congenitale rubella syndroom ontstaan
rubella kliniek moeder
- super mild dus vaak subklinisch bij de moeder
- malaise, lichte verhoging, lymfadenopathie, keelpijn, hoest, conjunctivitis
- daarna huiduitslag beginnend in gezicht, verspreiding naar romp en later armen en benen
- complicatie: artritis
rubella overdracht tijdens zwangerschap
vroeg in de zwangerschap 100% risico van infectie foetus en later ook veel maar dan geen consequenties. in het midden iets minder; U-vorm
de hoeveelheid congentiale afwijkingen neemt af naarmate later in de zwangerschap
congenitaal rubella syndroom (CRS)
- groeiretardatie
- spontane abortus
- huiduitslag, ziek, bloedbeeldafwijkingen, neuro
- andere afwijkingen later: oog, doof, CV, diabetes
congenitale rubella diagnostiek
- vrouw testen op serologie en evt PCR
- bij het kind kan je een vruchtwaterpunctie overwegen PCR
- postnataal: serologie
CMV
- komt nog relatief vaak voor
- aspecifiek en meeste mensen worden er wel een keer aan blootgesteld
- maar bij een heel klein deel van foetussen afwijkingen: deze zijn vergelijkbaar met rubella
- kinderen later: gehoorproblemen kan, of mss visusachterstand
therapie congenitale CMV
voor het gehoor helpt valganciclovir
herpes simplex
- blaarvormige afwijkingen
- bij type B oogafwijkingen
- heel zeldzaam via placenta overgedragen, meestal tijdens bevalling
herpes neonatorum
- meestal door herpes genitalis
- heel veel mensen zijn herpes positief
- lage incidentie bij kindjes want zwangere vrouw geeft ook beschermende antistoffen aan het kind mee
- risicogroep: vrouwen die laat in de zwangerschap een primaire herpesinfectie krijgen en geen antistoffen aan kind kunnen geven
herpes kliniek
- volwassenen: genitaal of labiaal of asymptomatisch
- omgeving kan ook aan besmetting bijdragen want het komt gewon veel voor
- vanaf dag 4-5 krijgt kind symptomen: 3 klinische beelden
3 klinische beelden congenitale herpes
- gelokaliseerde huid, oog en mond infectie
- CZS infectie, slecht drinken, geprikkeld, suf, slap, convulsies, luierpijn
- gedissemineerde infectie: visceraal (hepatitis)
transmissie herpes kan ook zonder ulcera