Hc 1- introductie Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is neuropsyhologie, klinische neuopsychologie en cognitieve neuropsychologie

A

Neuropsychologie = studie relatie hersenen en gedrag en effect van letsel of ziekte op cognitieve, emotionele en
algemeen adaptief vermogen van het individu.

Klinische neuropsychologie = principes van assessment en interventie toepassen, gebaseerd op wetenschappelijke
studie van menselijk gedrag in relatie tot normaal en abnormaal functioneren van CNS

Cognitieve neuropsychologie = wetenschap die onderzoekt hoe mentale processen verantwoordelijk zijn voor ons
cognitieve vermogen om nieuwe herinneringen op te slaan en te produceren, taal te produceren, mensen en
voorwerpen te herkennen en ons vermogen om te redeneren en problemen op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

langere reactietijden en minder cognitieve flexibiliteit

Moeilijker nieuwe dingen leren
vaker puntje van de tong fenomeen
Slechter in benoemtaken, verbale vloeiendheid,
problemen met beginnen en voeren van
gesprekken
Problemen gehoor, zicht, smaak- en reukzin -
Depressie en slaapproblemen komen wel of niet
vaker voor dan voorheen

A

typische symptomen van normale veroudering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is pathologische veroudering

A

Pathologische veroudering = aanwijzingen voor
neuropathologie van hersenen of bij wie een
neurologische aandoening is vastgesteld
- Wittestof laesies: kan afnemen door zowel
dunnere als minder aanmaak van myeline
- Beroertes, alle soorten dementie, risico op TBI
door vallen, Parkinson
[!!] Alles neemt toe met leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de normale verandering in anatomie bij ouder worden

A
  • Grote van de hersenen: alles krimpt (mn frontaal)+ verlies van grijze en witte stof wat serulteert in grotere ventikels
  • Neurotransmitters en hormomen: DA, SE en (vrouwelijke) geslachtshormonen nemen af + glucose en zuurstofopname verminderd
  • Vasculatuur: dunnere slagaders, bloedstolling leidt tot aneurysma + bloeddruk kan stijgen of dalen
  • afname van hersenvolume en/of geweicht: mogelijk door neurale dood. witte stof kan afnemen door zowel dunnere als minder aanmaak van meyeline.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verlies van grijze stof is vooral in …. en verlies van witte stof…

A

Verlies grijze stof: vroege
volwassenheid.
Verlies witte stof: middelbare leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de volgoorde waarin hersendelen verminderen bij ouder owrden

A

Eerst prefrontaalkwab, dan striatum dan temporaal kwab, cerebellum vermis, cerebellum hemisferen en hippocampus (minst is de occipitaal cortex
Mannen vooral: frontaal +temporaal
vrouwen vooral: hippocampus +parietaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de anatomie bij pathologische veroudering

A

Anatomie pathologische veroudering
- Witte stof laesie
- Groter dan verwacht volumeverlies in één of meer hersengebieden
- Ontregeling neuronale Ca2+ homeostase
- Bewijs biomarkers in liquor (AB en Tau → dementie)
- Minder neurogenese en minder plasticiteit
- Kleine asymptomatische beroertes veroorzaken veranderingen in witte stof (white matter disease related dementie) Alle gebieden kunnen (ook) beïnvloed worden bij pathologische veroudering (afhankelijk mate en waar laesies zijn).
Maar: frontale-pariëtale netwerk is erg kwetsbaar voor pathologie (bijv. ischemie, ontsteking, neurodegeneratie).
20-30% van ouderen heeft asymptomatische
cerebrovasculaire aandoeningen
Vasculaire risicofactoren: hoge bloeddruk, hoog cholesterol, obesitas, roken, leefstijl
Leeftijd is grootste risicofactor voor dementie,
wittestof laesie en beroerte!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke netwerken worden het meest beinvloed door ouderdom?

A
  • executief controle netwerk (meet)
  • dorsaal aandachtnetwerk
  • default mode netwerk- niet focussen op omgeving
  • salience netwerk (minst ) - als je opvalende gebeurtenissen ziet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar moet je rekening mee houden bij volwassenen

A

Bij volwassenen moet je rekening houden met:
- verschillen in presentatie door geslacht, opvoeding en cultuur.
- de locatie van de leasie
- na traumatisch brain injury lusteloos en moeilijk te motiveren
-effecten van medicijnen en comorbiditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar moet je rekening mee houden bij ouderen?

A

bij ouderen moet je rekening houden met het:
- gehoor
-gezichtsvermogen
- beweging/ andere handicaps
- vermoeidheid
- meer depressie (als gevolg van assessment)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn gerontologie en geriatrie

A

Gerontologie = wetenschappelijke studie van veroudering (meerdere dicipines)
geriatrie = medisch specialisme gericht op zorg en behandeling van ouderen
Doel voor beide is om het verouderingsproces te begrijpen, zodat mensen hun functioneren kunnen optimaliseren en QoL kunnen verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ecologische validiteit

A

relavantie voor het dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn een paar problemen met de normen van neurologische tests?

A
  1. er is een gebrek aan norm validatie voor 75+
  2. normen worden gebaseerd op cross-sectioneel onderzoek of biased populaties (kleine sampels)
  3. er wordt geen rekening gehouden met de sociaaleconomische invloeden op testscores
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn subjectieve cognitieve complaints (SCC)

A

subjectiece cognitieve complaints zijn zelfgerapporteerde cognitieve problemen (door patient of gemachtigde). belangrijk voor milde cognitieve stoornissen
- beoordeling praktijk: open vragen of intervieuws
- beoordeeld onderzoek: vragenlijsten zoals: Cognitive Failures Questionnaire

Everyday Memory Questionnaire

BRIEF

Vragenlijst voor speciale populatie: Checklist for Cognitive
and Emotional Consequences of Stroke (CLCE24)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn objectieve cognitieve performance (OCP)

A

objectieve cognitieve performance is hoe de patient werkelijk presteerd op cognitieve tests

let op subjectieve cognitieve complainds en objectieve cognitieve preformance correleren niet altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe snel neemt het breinvolume af met leeftijd?

A

het breinvolume neemt af met 5% per 10 jaar vanaf het 40ste levensjaar, zeker na de 70

17
Q

wat zijn mogelijkheiden waardoor het brein krimpt door ouderdom

A
  • neurologische sterfte
  • neuronen krimpen
  • dendritic arbour
  • ruggengraat krimpt
  • synapsen verandere
18
Q

wat zijn neuroplasticity en neurogenesis?

A

Neuroplasticiteit gaat over de mogeleikheid van het brein om niere verbindingen en netweken aan te leggen en veranderen hoe de netwerken zijn gevormt

neurogenese gaat om de mogelijkheid van het brein om nieuwe neuronen te groeien (via neurale stam sellen

19
Q

waar vind neurogenese plaats als mensen ouder zijn?

A

the subgranular zone (SGZ) of the hippocampal DG and the
subventricular zone (SVZ) of the lateral ventricles.
The hippocampus is one of the most affected brain areas in AD patients