hc 4- dementie bij down Flashcards

(12 cards)

1
Q

welk IQ hoort bij zwakbegaaft en verstandelijk beperkt

A

zwak begaaft: tussen 70 en 80
verstandelijk beperkt: onder 70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de huidige definitie van verstandelijk beperkt

A

a. aanzienlijke beperkingen in intellectueel en adaprief funtioneren
b. komt tot uiting in beperkte
- conceptuele vaardigheden (schoolse vaardigheden gebruiken, denken en executief functionereren)
- praktische vaardigheden (organisatie bijhouden, school/werk, complexe beslissingen kunnen overzien
- sociale vaardigheden (sosiale interactie, communicatie, emotieregulatie, sociaal oordelingsvermogen)
c. ontstaat vóór de leeftijd van 22 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de verschillen tussen verstandelijke beperking en dementie

A

verstandelijke beperking:
- basline niveau van functioneren
- officieel vastgesteld voor 22 jaar

dementie
- significante achteruitgang van een eerder, hoger niveau van functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe werkt de amyloïd cascade bij alsheimer

A

Normaal APP (Amyloid Precursor Protein)

Abnormale afbraak door β- en γ-secretase

Vorming van amyloïd-β (vooral Aβ42)

Ophoping van Aβ → amyloïde plaques tussen zenuwcellen

Schade aan hersencellen & activering van immuuncellen (microglia)

Verstoring van tau-eiwit in zenuwcellen

Vorming van neurofibrillaire tangles (tau-kluwen)

Zenuwcelverval en verlies van verbindingen (synapsen)

Hersenatrofie (vooral hippocampus & cortex)

Geheugenverlies en cognitieve achteruitgang (Alzheimerdementie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom verwacht je bij iemand met down dementie

A

doordat iemand met down trisomie 21 heeft heeft iemand 3 keer chromosoom 21. op dit chomosoom zit het app (Amyloid Precursor Protein) gen. er is dus extra amyloïd plaqe dat aangemaakt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een biomarker

A

een biomarker dient als indicator voor
- normale biologische processen
- pathologische processen
- farmacologische reacties na therapeutische interventie

kortop het is een diagnostisch hulpmiddel, helpt bij ziekte stadieren en voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kun je dementie objectief meten in mensen met down

A

niet echt
beeldvoorming (PET en MRI) –> amyloide kleurt rood aan, maar vanaf het 40e levensjaar is dit bij iedereen met het syndroom van down

CSF is belastend

bloed is nog niet beschikaar maar wordt onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn redenen waarom je dementie wilt diagnostiseren bij iemand met down

A
  1. begrip
  2. keuze in begeleiding
  3. keuze in behandeling
  4. verwachtingsmanagement en perspectief
  5. organisatorische keuzes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom is het diagnostiseren van dementie bij iemand met down moeilijk

A
  1. ze kunnen het niet zelf uiten –> hetroanamnese is nodig
  2. client heeft diverse vaardigheden nooit gehad. iets is pas een symptoom als er verandering is t.o.v. voorheen
  3. men krijgt al het hele leven ondersteuning, mensen groeien mogelijk mee in achteruitgang
  4. zorgmedewerkers hebben mogelijk teweinig kennis
  5. instrumenten zijn niet altijd goed aangepast voor verstandelijk beperkte
  6. er kunnen ook andere oorzaken voor de verandering zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn mogelijke diferentiaal diagnose voor mensen met down die verdacht worden van dementie

A
  • traak welrkende schildklier
  • slechte voeding (b12 tekort)
  • visusproblemen
  • gehoorproblemen
  • medicatie
  • recente levensgebeurtenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn mogelijke gedragsveranderingen bij iemand met down die ook dementie heeft

A
  • angst
  • slaapproblemen
  • psychose: wanen en hallucinaties
  • ontremd gedrag
  • verstofing eetlust en eetgedrag
  • apatie en depressie
  • prikkelbaar en agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn mogelijke gevolgen van de gedragsveranderingen bij iemand die down en dementie heeft

A
  • lijden
  • versnelde cognitieve achteruitgang
  • institutionalisering
  • kosten
  • zorglast
  • lagere kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly