hc 1- introductie (RUTH) Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is neuropsychologie

A

Neuropsychologie is de studie van de relatie van de hersenen en gedrag, en het effect van letsel op cognitieve, emotionele en algemeen asaptief vermogen van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is klinische neuropsychologie

A

klinishce neuropsychologie is een specialisme dat de principes van assessment en interventie tiepast, gebaseerd op de wetenschapppelijke studie van menselijk gedrag in relatie tot normaal en abnormaal functioneren van het CNS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is cognitieve neuropsychologie

A

cognitieve neuropsychologie is de wetenschap die onderzoekt hie mentale processen verantwoordelijk zijn voor ons vermogen om:

  • nieuwe herinneringen op te slaan en te produceren
  • taal te produceren
  • mensen en voorwerpen herkennen
  • het vermogen te rederneren en prolemen op te lossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn karakterestieken van een goede klinisch neuropyscholoog

A

een goede klinisch neruopsycholoog is nieuwsgierig, flexibel, inventiveness, geduldig, heeft de benodigde kennis en empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke patienten worden gezien door een klinisch neuroloog

A
  • Mensen over de hele levensloop, van alle SES achtergronden.
  • Inter-individuele verschillen en intra-individuele verschillen over tijd.
  • Veel van de patiënten passen niet ‘netjes’ binnen een syndroom. Co morbiditeit is typisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar moet je rekening mee houden als je met kinderen werkt

A

bij kinderen moe tje rekening houden met:

  • een snelle hersenontwikkeling in de eerste 9 maanden (zwangerschap)
  • prenatale invloeden kunnen zorgen voor een onvolledig herstel van hersenbeschadegingn van de foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar moet je rekening mee houden als je gaat werken met volwassenen

A

Bij volwassenen moet je rekening houden met:

  • verschillen in prestatie door geslacht, opvoeding en cultuur
  • de locatie van de leasie (als deze bekend is)
  • na een traumatic brain injyru (TBI) lusteloos en moeilijk te motieveren zijn
  • effecten van medicijnen en comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet je rekening mee houden bij ouderen

A

Bij ouderen moet je rekening houden met:

  • het gehoor
  • gezichtsvermogen
  • beweging en andere handicaps
  • vermoeidheid
  • meer depressie (kan gevolgen hebben voor assessment en evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn gerontologie en geriatie en wat zijn de overeenkomsten en verschillen

A

Gerontologie: de wetenschappelijke studie van ouder worden en oudere volwassenen. Gerontologie is multidiciplinait

Geriatrie: medische specialitiet die gefoccust is op zorg en behandeling van oudere volwassenen

Gerontilogie en geriatie hebben verschillende nadrukken maar hebben beide het doel om het verouderingsproces te begrijpen zoda mensen maxximaal kunnen blijven functioneren met een zo hoog mogelijk QoL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn typishce symptomen van normale veroudering

A
  • Reactietijd vertraagt en cognitief minder flexibel.
  • Moeilijker om nieuwe dingen te leren.
  • Ervaren het ‘tipje van de tong’ fenomeen vaker.
  • Slechter in benoemtaken, verbale vloeiendheid, problemen met beginnen en voeren van gesprekken.
  • Probleem gehoor, zicht, smaakt en reuk.
  • Depressie en slaapproblemen komen wel of niet vaker voor dan voorheen (veel controversie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn

  • Reactietijd vertraagt en cognitief minder flexibel.
  • Moeilijker om nieuwe dingen te leren.
  • Ervaren het ‘tipje van de tong’ fenomeen vaker.
  • Slechter in benoemtaken, verbale vloeiendheid, problemen met beginnen en voeren van gesprekken.
  • Probleem gehoor, zicht, smaakt en reuk.
  • Depressie en slaapproblemen komen wel of niet vaker voor dan voorheen (veel controversie).
A

typische symptomen van normale veroudering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn positieve aspecten van normale veroudering

A
  • gekristaliseerde inteligentie blijft stabiel over tijd of verbeterd zelfs
  • fluide inteligentie kan bevoorderen
  • veranderling van leestijl kan ognitiev verlies voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Structuur en anatomie bij normale veroudering

A
  • groote van de hersenen: de hersenen krimpen op alle niveaus maar voornamelijk bij de frontale cortex. het verlies van grijze en witte stof resulteert in grotere ventrikels
  • neurotransmitters en hormonen: dopamine en seretoninen vermidneren met leeftijd. ook nemen geslachtshormonen af, voornamelijk bij vrouwen na de menopauze. glucose en zuurstofopname verminderen
  • volimeverandering van de hersenen/ gewicht. hersenvolume verandert met 5% per 10 jaar na de 40. dit kan komen door neurale dood, krimpen van neuronen, dendritic arbour, spines en of synaps verandering. het is ook normaal dat de witte stof verminderd door minder productie van myeline. dit wordt gezien in zowel normale als pathologische veroudering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer verminderd de witte en grijze sto

A

de grijze stof vermindt vaak al in de jong volwassenheid en de witte stof later rond middelbare leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de volgoorde vanverandering in de hersenen (anatomisch)

A
  1. prefrontale cortex (plannen en impulscontole) eerst
  2. striatum (motorische controle, emotie, gewoontevorming en beloning)
  3. temporaal kwab (verwerkt taal en geluid)
  4. cerebellum vermis (balans en houding coordineren)
  5. cerebellum hemisferen (fijne moteriek en cognitieve processen)
  6. hippocampus (geheugen en ruimtelijke orientatie
  7. occipitale cortex (visuele informatieverwerking) minste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschil anatomische veroudering mannen en vrouwen

A

mannen worden de frontale en temporale kwabben eerst aangedaan (mannen kunnen toch al niet luisteren en plannen). bij vrouwen meer de hippocampus en pariataal kwab

17
Q

welke hersennetwerken woorden aangetast bij normale veroudering

A
  • executieve control network (most)
  • dorsal attention network
  • default mode network
  • sailience network (least) (bepaald wat belangrijk is in de omgeving
18
Q

wat zijn neuoplastisiteit en neurogenese en wat zijn evt overeenkomsten

A

neuroplasticiteit = het vermogen van de hersenen omnieuwe connecties en pathways te vormen en circuit te veranderen

neurogenese = het vermogen van de hersenen om nieuwe neuronen aan te kunnen maken (via neurale stamcellen)

beiden kunnen op elk moment in het leven voorkomen
Neurogenese kan zelfs tot op late leeftijd voorkomen

het komt voor in de subgranulaire zonde (SGZ) van de hippocampus en de sub ventriculaire zonde (SVZ) van de ventrikels

19
Q

wat is pathologische veroudering

A

pathologische verpudering is als oudere mensen aantonbare hersen neuropathologie en/of gediagnostiseert zijn met neruologische stoornis

  • witte stof leasies, hersenblieding, dementie, risico van traumatische hersenschade
20
Q

wat zijn kenmerken van pathologische veroudering van de hersenen

A

kenmerken van pathologische veroudeing van de hersenen zijn:

  • groter dan verwachte volumenverlies in een of meer hersengebieden
  • disregulatie van calsium homeostase
  • bewijs voor biomarkers van het CFS, maar ook grote verminderde neurogenese en neruoplastisiteit

Let op dit kan ook allemaal vookomen bij normale veroudering

21
Q

waar zijn dit symptomen van:

  • groter dan verwachte volumenverlies in een of meer hersengebieden
  • disregulatie van calsium homeostase
  • bewijs voor biomarkers van het CFS, maar ook grote verminderde neurogenese en neruoplastisiteit
A

pathologische veroudering

22
Q

wat houd de compensatie hypothese in

A

de compensatie hypothese verklaart waarom jongere maar een hemisfeer gebruiken en oudere vaker beide hemisferen gebruiken

volgens de hypothese komt dat doordat ouderen een falende hippocampus compenseren

23
Q

wat zijn problemen met de normen van tests voor ouderen

A
  • er is een gebrek aan norm validatie voor 75+
  • nomen zijn gebaseert op cross-sectioneel ondezoek of biased populaties (kleine sampels)
  • geen rekening gehouden emt sociaal economische invloeden op testscores
24
Q

Wat zjin subjectieve cognitieve complaints

A

subjectiee cognitieve complaints (SCC) zijn zelf gerapporteerde cognitieve problemen (door patienten of gemachtigde). dit is belangirjk voor een mild cognitive impaimend

  • beoordeling praktijk: open vragen of interventies
  • beoordeeld onderzoek: Cognitive failure questionaire of everyday memmory questionaire of de BRIEF questionaire
  • vragnelijsten voor speciale populaties: Checklist for cognitive and emotional concequenses of stroke
25
Wat is objectieve cognitieve performance
objectiece cognitieve performance (OCP) is hoe de ppatient daadwerkelijk presenteert op cognitieve tests dit hoeft niet gelijk te zijn aan subjectieve cognitieve complaints