hc 5 - stroke (Ruth) Flashcards

(34 cards)

1
Q

Wat is een Cerebrovasculair accident (CVA/beroerte)?

A
  • Herseninfarct (80%); verstopping van een bloedvat
  • Hersenbloeding (20%); door een gebarsten bloedvat

Door de verstopping van het bloedvat kan het bloed het weefsel niet bereiken, wat leidt tot celdood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de FAST-test in?

A

Dit wordt gebruikt om een beroerte snel te detecteren en staat voor:

  1. FACE: Vraag de persoon te lachen of de tanden te laten zien. Let op scheefstand van de mond en/of een afhangende mondhoek.
  2. ARM: Vraag de persoon beide armen tegelijk horizontaal voor zich uit te strekken en de handpalmen te draaien. Let op afhangende of slingerende armen.
  3. SPRAAK: Vraag de persoon of familieleden of er veranderingen in de spraak zijn (onduidelijke uitspraak of niet goed kunnen spreken).
  4. TIJD: Bepaal het tijdstip waarop de klachten van de persoon zijn begonnen. Dit is belangrijk voor de behandeling. Bel direct een arts of het alarmnummer. –>hoe langer u wacht, hoe meer schade.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een TIA

A

een TIA= transient ischeamic attac
Symptomen en oorzaken zijn vaak identiek aan die van een CVA. symptomen duren bij een tia alleen korter dan 24 uur –> dus short lived

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn mogleijke oorzaken van een TIA en CVA

A

Oorzaken van TIA en CVA –> slechte kwaliteit van bloedvaten zowel binnen als buiten de hersenen (atherosclerose).

  • Plaque kan loslaten en richting de hersenen gaan, waar het een bloedvat kan blokkeren (= embolisme). Dit zorgt voor zuurstof en glucose tekort –> hersenen worden niet gevoed.
  • Trombose = bloedvaten gaan dichtzitten, waardoor er geen bloed doorheen kan komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Risicofactoren voor een TIA en CVA (beroerte/sroke)

A

Niet beinvloedbaar ( non- modifiable):

  • leeftijd
  • gender (mannen op jongere leeftijd, vrouwen latere leeftijd)
  • eerder CVA gehad
  • in de familie

Wel beinvloedbaar (modifiable):

  • Carotid stenose (vernauwing vd halsslagader)
  • arterieel fibrilleren
  • hoog cholesterol
  • hoge bloeddruk
  • diaberes (door medicatie en leefstijl)
  • roken
  • alchol
  • drugs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de circle of Willis

A

Circle of willes is een soort rotonde waar alle bloedvaten van de hersenen samenkomen.

Bloedtoevoer naar de hersenen gaat via 2 arteries (slagaders):

  • De Internal carotid arteries (anterior circulation), gaat vooral naar hersenen
  • De Vertebral arteries (posterior circulation), gaat vooral naar gezicht
    Beide pathways zijn nodig voor het maken van de circle of willis

Beroertes/ strokes worden vaak geclassificeert op basis van welke ader is aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn symptomen van een CVA of een TIA

A
  • Paralyse = gevoelsverlies // paresis = milder gevoel, maar niet weg.
  • Stoornis van gevoel.
  • Coördinatie stoornissen.
  • Visie stoornissen (dubbel zien, blind aan een oog).
  • Taalstoornissen.
  • Spraak en slik stoornissen.
  • Skill/ ability disoorders
  • Gedragsstoornissen.
  • Emotie stoornissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de oxfors stroke classification/ Bamford stroke classificatioen

A

Omdat het type stroke niet altijd duidelijk, of het is een combinatie wordt steeds vaker de Oxford stroke classificatie gebruikt. Dit systeem classificeert beroertes op basis van de eerste symptomen en klinische tekenen. Dit systeem vereist geen beeldvorming om de beroerte te classificeren, maar juist uitsluitend gebaseerd op klinische bevindingen.

  • TACS: Total anterior circulation stroke (17%) –> Dit is een ernstige beroerte die een groot deel van de voorste hersencirculatie aantast.
  • PACS: Partial anterior circulation stroke (34%) –> Minder ernstig dan TACS, maar nog steeds in de voorste hersencirculatie.
  • POCS: Posterior circulation syndrome (cerebrale of hersenstam problemen) (24%) –> Komt voor in de achterste hersencirculatie, die de hersenstam, kleine hersenen en achterhoofdskwab voedt. Symptomen zijn vaak meer gevarieerd.
  • LACS: Lacunar syndrome (door small vessel disease) (25%) –> Ontstaat door afsluiting van kleine diepliggende bloedvaten. Geen stoornis in taal of zicht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is TACS

A

Total anterior circulation stroke

Alle 3 de criteria:

  • Verlamming/gevoelsverlies aan één kant van gezicht, arm en been
  • Homonieme hemianopsie (halfzijdige gezichtsvelduitval aan dezelfde kant van beide ogen)
  • Hogere hersenfunctiestoornis, zoals: Dysfasie (taalstoornis) en/of Visuospatiale stoornis (problemen met ruimtelijk inzicht)

Dit is een ernstige beroerte die een groot deel van de voorste hersencirculatie aantast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is PACS

A

PACS = Partial anterior circulation stroke

Twee van de criteria van TACS

  • Verlamming/gevoelsverlies aan één kant van gezicht, arm en been
  • Homonieme hemianopsie (halfzijdige gezichtsvelduitval aan dezelfde kant van beide ogen)
  • Hogere hersenfunctiestoornis, zoals: Dysfasie (taalstoornis) en/of Visuospatiale stoornis (problemen met ruimtelijk inzicht)

Minder ernstig dan TACS, maar nog steeds in de voorste hersencirculatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is LACS

A

LACS = Lacunar syndrome (door small vessel disease)

Één van de volgende (kleine infarcten):

  • Pure motorische beroerte
  • Pure sensibele beroerte
  • Gecombineerd sensori-motorisch

Ontstaat door afsluiting van kleine diepliggende bloedvaten. Geen stoornis in taal of zicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is PACS

A

PACS = Posterior circulation syndrome (cerebrale of hersenstam problemen)

Één van de volgende symptomen:

  • Hersenzenuwverlamming + tegenovergestelde lichaamszwakte/gevoelloosheid
  • Dubbelzijdige motorische/sensibele uitval
  • Oogbewegingsstoornis (bijv. niet kunnen richten van beide ogen naar dezelfde kant)
  • Geheel of gedeeltelijk verlies van gezichtsveld (corticale blindheid of homonieme hemianopsie)
  • Cerebellaire symptomen,

zoals:

  • duizeligheid
  • nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen)
  • ataxie (coördinatiestoornis)

Komt voor in de achterste hersencirculatie, die de hersenstam, kleine hersenen en achterhoofdskwab voedt. Symptomen zijn vaak meer gevarieerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Soorte infarcten

A
  • Cortical infarcts (large and surface) (Medial Cerebral Artery infarcts/ Anterior Cerebral Artery infarct/ Posterior Cerebral Artery infarcts)
  • Lacunar infarcts (small and deep)
  • Brain stem infarcts and in the cerebellum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cortiaal infarct -Anterior cerebral artery infarct

A

Neurologische symptomen bij anterior cerebral artery infarct (cortical):

  • Half-sided parese.
  • Benen > armen. LET OP dit is anders bij medial cerebral infarct (cortical)
  • Gedragsmatige en emotionele stoornissen.

Neuropsychologische effecten bij anterior cerebral artery infarct (cortical):

  • Broca’s en Wernicke’s gebied –> communicatie tussen de twee beschadigd. Zorgt voor problemen met verbale communicatie en/of gebruik van geschreven taal.
  • Executieve disfuncties (planning, organisatie, struur inbrengen in eigen gedrag).
  • Taalproblemen bij rechterhelft minder dan bij linkerhelft.
  • Agrafie of apraxie bij beschadiging corpus callosum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cortical infarct - Medial cerebral artery infarct

A

Neurologische symptomen medial cerebral artery infarct (cortical):

  • Half-sided parese (verlamming): vaker problemen met armen dan benen (anders dan bij anterior cerebral arter infarct). gevoelsstoornissen. verlies van visie
  • afasie bij beschadeging linkerhelft
  • neglect bij beschadeging rechterhelft

Neuropsychologische effecten medial cerebral artery infarct (cortical):

  • Mixed afasie wanneer linker hemisfeer is aangedaan.
  • Neglect bij beschadiging van rechterhelft.
  • Agressie en boosheid
  • Depressie bij genezing.
  • Aparxie (moeite met uitvoeren doelgerichte handelingen)
  • Balint syndroom. = Balint-syndroom is een combinatie van drie visueel-motorische stoornissen (optische ataxie, oculomotorische apraxie en simultaanagnosie), veroorzaakt door dubbelzijdige schade aan de pariëtale occipitaal kwabben. Het verstoort de manier waarop iemand kijkt, grijpt en meerdere dingen tegelijk waarneemt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Balint syndroom

A

Balint-syndroom is een combinatie van drie visueel-motorische stoornissen (optische ataxie, oculomotorische apraxie en simultaanagnosie), veroorzaakt door dubbelzijdige schade aan de pariëtale occipitaal kwabben. Het verstoort de manier waarop iemand kijkt, grijpt en meerdere dingen tegelijk waarneemt.

Komt bij medial cerebral artery infarct

17
Q

Corticaal infarct - Posterior cerebral artery infarct

A

Neurologische symptomen

  • Verlies van zich aan één kant.
  • Geheugen problemen.
  • Gedragsproblemen.

Neuropsychologische effecten

  • Geheugen problemen en anterograde amnesie bij 25% van de patiënten.
  • Bij rechterhelft schade : visuele agnosie.
  • Thalamische schade : problemen met opwinding, aandacht, motivatie, initiatief, executief functioneren en geheugen.
18
Q

Brain stem infarct & cerebellum

A

Brain stem or cerebellar infarct vaak ernstiger!!!
Schade aan:

  • Hersenstam: bewustzijn –> locked-in syndroom
  • Cerebellum: motorische planning en modulatie van hogere cognitieve functies
  • Pathologisch lachen en huilen
19
Q

Lucunar infarct

A

silent stroke

Word veroorzaakt door afsluiting van enkele diep binnendringende slagaders, die direct uit onderdelen van de cirkel van Willis, cerebellaire arterien en de arteria basilaris komen

Lacune refereert naar kleine gaatjes of holtes in de hersenen dat achterblijft na een mini-infarct

De bijbehoordende leasies gebeuren in de diepen nuclei van de hersenen
- 37% putamen
- 14% thalamus
- 10% caudate
- 16% pons
- 10% internal capsule

Ze zijn minder vaak voorkomend in diepe cerebrale witte hersenstof en in het cerebellum

Er zijn 5 types lucunar infarct
- pure motor hemiparesis
- pure sensory stroke
- sensorimotor stroke
- ataxic hemiparesis
- clumsy-hand dysarthria.

Risicofactoren voor lucunar infarct zijn: Leeftijd, Hypertensie, Diabetes, Hyperlipidemia, roken

20
Q

epidurale ruimte

A
  • epidurale ruimte is de ruimte tussen je schedel en het harde hersenvlies (dura mater), en ook tussen de dura matter van je ruggenmerg en de botten van je wervelkolom
  • pijnstillers (analgetica) en verdoving (anestesie) worden soms in deze ruimte geinjecteert langs de wervelkolom
  • het ruggenmerg eindigt tussen de eerste en tweede lendenwervel, ongeveer in het midden van je rug. vanaf dat punt is er alleen nog CFS aanwezig
21
Q

Subdurale ruimte

A
  • De subdurale ruimte is een ruimte tussen je dura mater (harde hersenvlies) en je arachnoidea (spinnenwebvlies).
  • Onder normale omstandigheden is deze ruimte geen echte ruimte, maar ze kan zichtbaar worden bij hersenletsel, zoals een hersenbloeding, of bij bepaalde andere medische aandoeningen.
22
Q

Subarachnoïde ruimte.

A
  • De subarachnoïdale ruimte is de ruimte tussen het arachnoïdea (spinnenwebvlies) en het pia mater (zachte hersenvlies).
  • Deze ruimte is gevuld met hersenvocht (liquor cerebrospinalis). Het hersenvocht dempt en beschermt je hersenen en ruggenmerg.
23
Q

Subarachnoid bleeding (SAB)

A

Tussen arachnoïdea en pia patter

Enorm serieuze aandoening!

  • 10% overleiden voordat ze in het ziekenhuis komen
  • 25-50% overlijd sws
  • 30-50% houden een lesie eraan over

Bij een SAB kunnen de hersenen hun bloed niet kwijt

Diagnose

  • Plotselinge hoofdpijn (waarmee patiënten vaak niet bekend zijn).
  • Soms kortdurend (‘warning leak’).
  • Soms na of tijdens fysieke activiteit.

Oorzaken
- Aneurysma (85%).
- Perimensencephalic hemmorage (rondom/in de middenhersenen) (10%).
- Overige: Arteriovenous malformation (AVM). of Less common causes

Prognose:

  • 1/3 overlijden of hebben enorme beperking na eerste SAB.
  • 1/3 overlijden of hebben enorme beperking op latere tijdstip.
  • 1/3 overleven.

Behandeling:

  • Coiling: hierbij wordt een spoel geplaatst bij de stolling van het aneurysma waardoor het bloed niet meer in het aneurysma kan. Dit wordt gedaan via de lies met behulp van een CT-scan. Gebeurt tegenwoordig meer
  • Clipping: rechtstreekste craniotomie, metalen clip wordt geplaatst voor de afsluiting van bloedvat. Dit heeft wel hoger risico op infecties
24
Q

Wat zijn coiling en clipping

A
  • Coiling: hierbij wordt een spoel geplaatst bij de stolling van het aneurysma waardoor het bloed niet meer in het aneurysma kan. Dit wordt gedaan via de lies met behulp van een CT-scan. Gebeurt tegenwoordig meer
  • Clipping: rechtstreekste craniotomie, metalen clip wordt geplaatst voor de afsluiting van bloedvat. Dit heeft wel hoger risico op infecties
25
Young stroke
Wanneer beroerte (stroke)ontstaat in mensen tussen de 18-65 jaar  gemiddeld tussen de 50-55 jaar. Oorzaken zijn vaak vergelijkbaar met die van beroerte (stroke) bij ouderen, maar er zijn ook enkele meer specifiek: anticonceptie middelen, migraine, patent foramen ovale (PFO), Fabry’s. Young stroke patienten hebben vaak meer hulp nodig doordat alles in hun leven op zn kop staat. Beroerte (stroke) in kinderen (pediatric stroke) --> enkele links gevonden met infectie.
26
Gender verschillen bij beroerte/ stroke
- mannen meer dan vrouwen, maar vrouwen leven langer us over het algemeen hogere incidentie bij vrouwen - hogere mortaliteit bij vrouwen dan manne - vrouwen minder waarschijnlijk om iv tPA te krijgen als behandeling - vrouwen hebben vaak meer non-specifieke symptomen dan mannen voordat de beroerte/ stroke ontstaat. dit heeft effect op de timing en waarschijnlijkeid van de adversiteit van beandeling - vrouwen hebben slechtere functionele uitkomsten dan mannen - slechtere kwalitiet vna leven i vrouwen dan in mannen na een beroerte / stroke
27
risicofactoren voor stroke specifiek voor vrouen
- Orale contraceptieven - Hormoon vervanging - Zwangerschap/preëclampsie - Zwangerschapsdiabetes - Migraines met aura.
28
Cognitieve problemen bij beroerte/ stroke
Cognitieve problemen en beperkingen hangen af van de locatie van de laesie en de ernst van de schade. Motorische problemen zijn vaak de focus van de eerste dagen na een beroerte/ stroke. Cognitieve problemen zijn veel voorkomend en kunnen langdurig en zeer beperkend zijn. Cognitieve problemen zijn de voornamelijkste reden voor het niet terug kunnen gaan naar werk na een beroerte/ stroke.
29
Patients with post stroke depression (PSD) vs patients without (outcomes)
PSD - Mortaliteit verhoogd. - Ervaren vaker valincidenten en rehospitalisatie, - Herstel is niet zo goed als zonder depressie. - Impact op de post-beroerte (stroke)rehabilitatie.
30
Hemiplegia vs hemiparesis
- Hemiparese (hemiparesis) = milde of gedeeltelijke zwakte of verlies van sterkte in een deel van het lichaam. - Hemiplegie (hemiplegia) = hevige of volledige verlies van sterkte of paralyse in een gedeelte van het lichaam.
31
Waar je rekening mee moet houden voor beginnen met neuropsychologische assessment
- Comorbiditeit --> stroke patienten kunnen ook een klinische depressie hebben wat neuropsychologisch onderzoek moeilijk maakt. - Laesie gebied en ernst --> als dit bekend is heeft het implicaties voor welke test zinvol is en de waarschijnlijkheid dat de patient lijd aan een depressie. - Premorbide functionering --> het is handig om te weten hoe de patient functionerde voor de beroerte / stroke. - Medicatie --> weet welke medicatie de patient neemt en wat mogelijke side-effects zijn.
32
What is a CHADS2 score?
CHADS2 is een screening op stroke risico (bij patienten met non-reumatisch arterieel fibrilleren). Het is geassicieert met trombo-embolische beroerte. Wordt gebruikt om te bepalen of behandeling nodig is. Een hoge CHADS2 score hangt samen met een hoger risico op beroerte/ stroke.
33
Unilateral neglect symptoms
- Gebrek aan aandacht voor de linker lichaamshelft / linker ruimte - Zich niet bewust van de aandoening, zelfs na diagnose - Abnormale voorkeur voor de rechter ruimte (dezelfde kant als de hersenbeschadiging) - Verwaarlozing van de linkerkant van het lichaam (bijv. alleen de rechterkant van het gezicht scheren, alleen van de rechterkant van het bord eten) - Meestal veroorzaakt door een laesie in de rechter hemisfeer, vaak in de inferieure pariëtale kwab of de overgang tussen de temporale, pariëtale en occipitale kwabben → de linkerkant van de ruimte wordt dan genegeerd - Komt vaak voor bij patiënten met een acute beroerte
34
Herstel en behandeling stroke/beroerte
Herstel --> snelle behandeling, medische interventies, optimaliseren van hersenfunctie, voorkomen en snelle behandeling van complicaties, voorkomen van nieuwe beroerte/ stroke, starten van behandeling zo snel mogelijk. Behandeling: - Trombolyse --> behandeling waarbij een gevaarlijke bloedprop in de hersenen word opgelost waardoor de bloedstromen wordt verbetert. Ook voorkomt het schade aan andere weefsels en organen maar dit is niet altijd mogelijk om te voorkomen. (dit gaat echt om het medicijn) - Trombectomie --> is een nood procedure. Dit is alleen effectief bij ischemische beroertes die ontstaan door een bloedprop in grote slagader (artery). Een katheter gaat in de slagader, vaak via de lies (groin). De bloedprop wordt verwijdert via suction of door de karteer rustig te verwijderen. (dit gaat echt over mechanisch verwijderen) - Brain cooling. Om zo de stofwissening vertragen om schade te beperken of verminderen vd zwelling of ontsteking. - Medicatie. Aspirin and other antiplatelets, and/or Anticoagulants to prevent clotting, Blood pressure medicines, Statins etc