HC07 - Aandoeningen van parenchym, galwegen en circulatie Flashcards

1
Q

In welke 3 onderdelen komen leverziekten vaak naar voren?

A
  • Parenchym
  • Galwegen
  • Doorbloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke aandoeningen van het parenchym zijn er bij leverziekten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke aandoeningen van de galwegen zijn er bij leverziekten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke aandoeningen van de circulatie zijn er bij leverziekten?

A

Aandoeningen van de vena porta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom let je goed op het signalement bij leverziekten?

A

Sommige groepen dieren hebben een predispositie voor bepaalde ziektes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar let je op bij het geslacht, in het kader van leverziekten?

A

Er is een vrouwelijke predispositie bij verschillende vormen van chronische hepatitis (bij de hond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar let je op bij de ogen, in het kader van leverziekten?

A

Katten met een levershunt krijgen vaak koperkleurige irissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar let je op bij de leeftijd, in het kader van leverziekten?

A
  • Jonge honden met hepato-encefalopathie (congenitale levershunt)
  • Oude honden krijgen vaker chronische hepatitis, primaire leverneoplasie en galblaas-mucocele
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar let je op bij het ras, in het kader van leverziekten?

A

Je kijkt naar raspredisposities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke rassen hebben een predispositie voor chronische hepatitis?

A

O.a. labrador, dobermann, cocker, terriers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke rassen hebben een predispositie voor congenitale shunts?

A

O.a. kleine terriers, teckel, chihuahua, berner sennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke rassen hebben een predispositie voor galblaasmucoceles?

A

O.a. shelties, chihuahua, cocker spaniel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rassen hebben een predispositie voor amyloïdose?

A

Shar pei, siamees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke rassen hebben een predispositie voor lymfocytaire cholangitis?

A

Noorse boskat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar let je op bij de anamnese, in het kader van leverziekten?

A

Algemene vragen, maar specifieke aandacht voor:
- Familiegeschiedenis
- Vaccinatiestatus
- Blootstelling an toxinen
- Gebruikte medicatie
- Voeding inclusief gebruik supplementen
- Mogelijke andere aanwezige aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke symptomen zijn voorkomend bij veel leverziekten?

A
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Verminderde eetlust
  • Gewichtsverlies
  • PU/PD
  • Coagulopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke symptomen zijn voorkomend bij parenchymale en biliaire aandoeningen?

A

Icterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke symptomen zijn voorkomend bij aandoeningen van de vena porta?

A
  • Hepato-encephalopathie
  • PU/PD
  • Verschijnselen van lagere urinewegen
  • Speekselen (katten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar let je extra op bij het klinisch onder zoek, in het kader van leverziekten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat voor aanvullend onderzoek zou je kunnen doen in het kader van leverziekten?

A
  • Laboratorium onderzoek (bloed, urine, ontlasting)
  • Beeldvorming
  • Cytologie
  • Histologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bij het bloedonderzoek naar leverenzymen, welke markers voor hepatocellulaire schade kun je meten?

A
  • Alanine aminotransferase (hond/kat)
  • Aspartaat aminotransferase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Bij het bloedonderzoek naar leverenzymen, welke markers voor cholestase kun je meten?

A
  • Alkalische fosfatase (hond)
  • Gamma glutamyl transpeptidase (kat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke leverfunctietesten kun je doen bij het bloedonderzoek naar de lever?

A
  • Galzuren
  • Bilirubine
  • Ammoniak
  • Totaal eiwit, albumine
  • Stollingstijden
  • Glucose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Je gaat dus deze leverenzymen meten. Waar zijn die enzymen gelokaliseerd in de hepatocyt?

A
  • Alanine aminotransferase en aspartaat aminotransferase bevinden zich overal in de hepatocyt
  • Alkalische fosfatase vindt je vooral aan de apicale zijde
  • Gamma glutamyl transpeptidase vindt je aan de apicale zijde en rond vacuolen (?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat kan er uit de leverfunctietesten komen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke dingen kunnen er met de urine zijn bij urine-onderzoek in het kader van leverziekten?

A
  • Bilirubinurie
  • Lipidurie (katten met leververvetting)
  • Ammoniumuraat
  • Laag soortelijk gewicht
  • Glucosurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat kunnen redenen zijn van ammoniumuraat bij urine-onderzoek, in het kader van leverziekten?

A
  • Verminderde omzetting van uraat naar allantoine in de lever
  • Verminderde omzetting van ammoniak naar ureum in de lever (ureumcyclus)
  • CAVE raspredisposities zonder leverziekte (dalmatiërs, engelse bulldog)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat kunnen redenen zijn voor laag soortelijk gewicht bij urine-onderzoek, in het kader van leverziekten?

A
  • Verlies van renale medullaire hypertoniciteit (laag ureum)
  • Verminderde afbraak van cortisol door de lever
  • Psychogene polydipsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat kunnen redenen zijn voor glucosurie bij urine-onderzoek, in het kader van leverziekten?

A

Fanconi syndroom bij koperstapeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waar let je op bij het leverparenchym bij echografisch onderzoek?

A
  • Grootte
  • Structuur
  • Diffuse/lokale afwijkingen
  • Densiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waar let je op bij de galgangen/galblaas bij echografisch onderzoek?

A
  • Dilatatie
  • Concrementen
  • Mucocele
  • Dikte van de wand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Waar let je op bij de bloedvaten bij echografisch onderzoek?

A
  • Vena porta (doppler flow hepatofugaal of hepatopetaal)
  • Collateralen
  • Trombus
  • AV-fistel (zeldzaam)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q
A
34
Q

Wanneer gebruik je CT-angiografie?

A
35
Q

Waarom zou je cytologisch onderzoek doen bij leverziekten?

A
  • Relatief non-invasief
  • Snel en goedkoop
  • Klein risico op complicaties
36
Q

Wat zijn de risico’s van cytologisch onderzoek bij leverziekten?

A
37
Q

Wat kun je vaststellen met cytologisch onderzoek van de lever?

A
38
Q

Wat kun je opsporen met een galpunctaat?

A
  • Diagnose van bactibilia
  • Neutrofiele cholangitis
  • Eitjes van leverbot
  • Overig (toxoplasma, isospora spp)

Je doet dan altijd zowel cytologie als kweek

39
Q

Wat zijn indicaties voor een histologisch leverbiopt?

A
40
Q

Hoe verloopt de procedure van een histologisch leverbiopt?

A
41
Q

Welke kleuringen worden er bij histologisch onderzoek gebruikt en wat geven ze aan?

A
42
Q

Wat zijn de meest voorkomende parenchym leverziekten bij de hond en kat?

A

Hond: acute en chronische hepatitis
Kat: lipidose

43
Q

Wat zijn de meest voorkomende galweg leverziekten bij de hond en kat?

A

Hond: galblaasmucoceles
Kat: neutrofiele en lymfocytaire cholangitis

44
Q

Wat zijn de meest voorkomende doorbloedings leverziekten bij de hond?

A

Congenitale levershunts

45
Q

Hoe wordt hepatitis geclassificeerd in honden?

A
  • (Niet-specifieke reactieve hepatitis)
  • Acute hepatitis
  • Chronische hepatitis
46
Q

Welke vormen van acute hepatitis zijn er?

A
47
Q

Welke vormen van chronische hepatitis zijn er?

A
48
Q

Wat is het verloop van acute en chronische hepatitis?

A
49
Q

Hoe diagnosticeer je acute hepatitis?

A
  • Infectiediagnostiek
  • Histologisch leverbiopt is vaak niet mogelijk (afwijkende stolling)
50
Q

Hoe diagnosticeer je chronische hepatitis?

A

Met een histologisch leverbiopt

51
Q

Wat is de therapie van acute hepatitis?

A

Symptomatische, ondersteunende therapie

52
Q

Wat is de therapie van chronische hepatitis?

A
53
Q

Wat zijn de symptomen van koper-geassocieerde hepatitis?

A

Hetzelfde als de symptomen van chronische hepatitis

54
Q

Hoe verloopt de diagnostiek van koper-geassocieerde hepatitis?

A

Middels een histologisch leverbiopt. Ook is aanvullende kopermeting in leverweefsel gewenst (centrolobulaire stapeling van koper)

55
Q

Wat zijn oorzaken van koper-geassocieerde hepatitis?

A
56
Q

Wat is de therapie van koper-geassocieerde hepatitis?

A

D-penicillamine (tijdelijke kuur). Ook is een dieet-aanpassing naar een laag-koper/hoog-zink dieet nodig

57
Q

Welke vormen van lipidose bij de kat zijn er?

A

Primaire en secundaire lipidose

58
Q

Wat houdt primaire lipidose in?

A

Dan is er sprake van een gezond dier, dat geen toegang heeft tot eten

59
Q

Wat houdt secundaire lipidose in?

A

Anorexie t.g.v. een andere onderliggende ziekte (diabetes, pancreatitis, cholangitis, nierfalen, neoplasie, etc)

60
Q

Wat zijn de verschijnselen van lipidose bij de kat?

A
  • Zwakte
  • Dehydratie
  • Hypokaliëmie
  • Speekselen
  • Misselijkheid
  • Coagulopathie
  • HE
61
Q

Welke diagnostiek is gebruikelijk bij lipidose bij de kat?

A

Cytologie

62
Q

Wat is de therapie van lipidose bij de kat?

A
63
Q

Welke vormen van cholangitis bij de kat zijn er?

A

Neutrofiele en lymfocytaire cholangitis

64
Q

Wat is de etiologie van cholangitis?

A

Neutrofiele: ascenderende bacteriële infectie
Lymfocytaire: immuungemedieerde ontsteking

65
Q

Bij welke signalement komt cholangitis voor?

A

Neutro: kan bij iedere kat
Lymfo: middelbare leeftijd, raspredispositie Noorse Boskat

66
Q

Welke klinische verschijnselen horen bij cholangitis?

A

Neutro: acuut ziek dier, koorts, algehele malaise, soms sepsis
Lymfo: chronisch vermageren (soms ondanks goede eetlust)

67
Q

Wat zie je bij het bloedonderzoek bij cholangitis?

A

Neutro: soms verhoogde leverenzymen
Lymfo: verhoogde gammaglobulines, soms verhoogde leverenzymen

68
Q

Wat zie je bij beeldvorming bij cholangitis?

A

Neutro: soms troebele gal en verdikte galblaaswand
Lymfo: verwijde intra- en extrahepatische galwegen, verdikte galwanden

69
Q

Hoe stel je de diagnose cholangitis?

A

Neutro: cytologie en kweek gal
Lymfo: histologisch leverbiopt

70
Q

Wat is de therapie van cholangitis?

A

Neutro: antibiotica (4-6 weken) na antibiogram
Lymfo: prednisolon (ursochol)

71
Q

Wat is de prognose van cholangitis?

A

Neutro: gunstig
Lymfo: mediane overleving ongeveer 3 jaar, secundaire ascenderende infectie mogelijk

72
Q

Wat zie je hier?

A

Neutrofiele cholangitis

73
Q

Wat zie je hier?

A

Lymfocytaire cholangitis

74
Q

Bij welke dieren komen galblaas mucocele voor?

A
75
Q

Wat is galblaasmucocele?

A

Galblaasmucocele is een aandoening van de galblaas waarin een slijmprop ontstaat en galzouten gaan neerslaan. De galblaas raakt daardoor ontstoken. Wanneer de wand van de galblaas scheurt door de ontstekingsreactie, komt het ontstekingsmateriaal in de buikholte terecht. Er ontstaan een acute buikvliesontsteking, wat een levensbedreigende aandoening is en er dient dan direct een spoedoperatie te worden uitgevoerd.

76
Q

Wat is de therapie van galblaasmucocele?

A

Cholecystectomie

77
Q

Welke raspredisposities zijn er voor congenitale levershunt?

A

Grote rassen: persisterende ductus venosus
Kleine rassen: extra-hepatische levershunt

78
Q

Wat zijn de klinische klachten van congenitale levershunt?

A

Vaak op jonge leeftijd (voor 1 jaar oud)
- Hepato-encephalopathie
- PU/PD
- Achterblijven in groei
- Lagere urinewegklachten

79
Q

Wat kun je bij het bloedonderzoek vinden bij congenitale levershunt?

A
  • Microcytaire anemie
  • Soms mild verhoogde leverenzymen
  • Laag ureum
  • Verhoogde galzuren
  • Verhoogd ammoniak (ammoniaktolerantietest)
80
Q

Wat is de therapie en prognose van congenitale levershunt?

A