MTE2 - Pensvloeistof Flashcards

1
Q

Waar kijk je naar om te kijken of pensvloeistof ‘gezond’ is?

A
  • De zuurgraad of pH bepalen
  • Onder de microscoop kijken of er ‘leven’ te zien is
  • Bepalen of de pensvloeistof kan fermenteren
  • Kijken of er voedingsstoffen voor de koe inzitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de pH van een gezonde pens?

A

Tussen de 7,0 en 5,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de pH bij een pens alkalose?

A

Bij een pH boven de 7,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de pH bij een pens acidose?

A

Bij een pH onder de 5,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan een pathologische daling van de pH veroorzaken (acidose)?

A
  • Snelle fermentatie vooral tot melkzuur. Dit kan gebeuren door bijv. overvoering met snel fermenteerbare koolhydraten (zetmeel)
  • Onvoldoende speekselvloed (dat veel bufferend bicarbonaat bevat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan een pathologische verhoging van de pH veroorzaken (alkalose)?

A
  • Ondervoeding (weinig fermentatie en dus vorming van vluchtige vetzuren, maar wel basische speekseltoevloed)
  • Overvoering met een eiwitrijk voer waaruit snel ammoniak (=base) gevormd kan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe groot zijn protozoa ongeveer in mm? En bacteriën?

A

Protozoa: 0,1 mm (50-150 micrometer)
Bacteriën: rond de 1 micrometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke nadelige bijdrage leveren de pensprotozoën aan de digestie?

A

Protozoa eten 50% van de bacteriën op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke voordelige bijdrage leveren de pensprotozoën aan de digestie?

A

Ze dempen schommelingen in de productie van vluchtige vetzuren bij krachtvoergift, door opslag van amylopectine, en ze stabiliseren het ecosysteem door het verhogen van de soortenrijkdom in de pens en dikkedarm-flora.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt flotatie bij pensvloeistof in?

A

Het fenomeen dat voedseldeeltjes boven komen drijven in de pensvloeistof omdat er gasmoleculen aan hechten. Deze gasmoleculen ontstaan tijdens de fermentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je flotatie simuleren?

A

Door pensvloeistof te incuberen bij 40 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Om iets nauwkeuriger te bepalen hoe snel de pensvloeistof kan fermenteren, kunnen we ook de hoeveelheid gevormd gas bepalen in een vergistingsbuis. Het gevormde gas kan niet ontsnappen en kan dus in zijn geheel bepaald worden. Hiervoor brengen we een hoeveelheid pensvloeistof samen met een bepaalde hoeveelheid glucose in een vergistingsbuisje.

A

H2, CO2 en CH4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij de fermentatie worden door de micro-organismes behalve de gassen CO2, CH4 en H2 (waar de koe niets aan heeft), ook vluchtige vetzuren gevormd. Deze kan de koe wel gebruiken.
Hoe gebeurt het bepalen van de hoeveelheid vluchtige vetzuren?

A

Dat gebeurt na aanzuring van de pensvloeistof om de vetzuren in hun ‘zure’ vorm te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vluchtige vetzuren worden gevormd bij fermentatie?

A

Azijnzuur, boterzuur, propionzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De vluchtige vetzuren zijn alleen bij een lage pH van minder dan 4 in de zure vorm. Bij de normale pH in de pens van 6,5 zijn ze in de basische vorm en zijn ze negatief geladen (want ze hebben een positief H+ ion afgestaan). Hoe heten ze dan?

A

Azijnzuur - acetaat
Propionzuur - propionaat
Boterzuur - butyraat

17
Q

Welke basische vormen van de vluchtige vetzuren zie je hier?

A
18
Q

De koe neemt alle drie de vluchtige vetzuren op, maar gebruikt ze via verschillende metabole paden. Welke hoort bij welk pad?

A
19
Q

Hoeveel C-atomen heeft azijnzuur/acetaat?

A

2, het is een C2 vetzuur

20
Q

Uit welk fermentatieproduct kan de koe glucose maken?

A

Propionaat

21
Q

Waarom ligt in de pens bij een koe de structuurlaag op de pensvloeistof, terwijl gras zwaarder is dan water?

A

De grasdeeltjes zullen door fermentatie gassen lichter worden (flottatie)

22
Q

Van welk dieet kan een koe een pensacidose krijgen?

A

Zetmeel