HC1: Introductie in positieve pychologie Flashcards
(27 cards)
Positieve psychologie
Wetenschappelijke studie naar wat individuen en gemeenschappen in staat stelt om voorspoed te hebben en te groeien
Floreren/Flourishing
Beter functioneren dan de normale standaard. Je moet tevreden zijn met je leven, welbevinden ervaren en jezelf kunnen ontplooien
3 domeinen van positieve psychologie:
1) Positieve subjectieve staten
2) Positieve individuele karaktertrekken (traits)
3) Positieve instituties
The good life
Elke dag kenmerkende sterke punten gebruiken om authentiek geluk en overvloedige voldoening te produceren (Martin Seligman)
3 componenten van “The good life”
1) Positieve connecties met anderen
2) Positieve individuele karaktertrekken
3) Life regulation qualities (gevoel van autonomie en wijsheid)
Model van mentale gezondheid (Keyes & Lopez)
- Mentaal welbevinden is meer dan alleen een gebrek aan mentale problemen
- Verticale as –> welbevinden
- Horizontale as –> mentale problemen
- Struggling, Flourishing, Floundering, Languishing
Struggling (worstelen)
Veel mentale problemen, maar het welbevinden is hoog –> deze mensen functioneren goed in het dagelijks leven
Flourishing (opbloeien)
Weinig mentale problemen en een hoog welbevinden –> beste categorie
Floundering (spartelen)
Veel mentale problemen en een laag welbevinden –> slechtste categorie
Languishing (wegkwijnen)
Geen mentale problemen, maar wel laag welbevinden
3 componenten van welbevinden (Keyes en Lopez)
1) Emotioneel welbevinden (emoties)
2) Psychologisch welbevinden (competentie, autonomie)
3) Sociaal welbevinden
Kritiek van Thompson op Keyes en Lopez
- Als je niet in 1 van de 4 categorieën valt is er dus toch iets mis met je, je wordt alsnog als abnormaal gecategoriseerd, wat ze juist niet wilden
- Model is niet toetsbaar
- Definitie van welzijn verschilt per cultuur
Anhedonie
Het gebrek van het voelen van plezier en positieve emoties
Hedonisme (oudste benadering voor welbevinden)
Het individueel zintuiglijk plezier nastreven en negatieve ervaringen minimaliseren
–> hedonisme kan geen basis zijn voor de good life
Dynamic Model of affect (DMA)
Stelt dat de onafhankelijkheid van positieve en negatieve emoties afhangt van de situatie
Golden mean (Aristoteles)
In het leven moeten we een gulden middenweg zoeken door het vermijden van emotionele extremen
Eudaimonia
Het streven naar een betekenisvol leven leiden, verwijst naar iemand die echt gelukkig is
Virtue theory (deugdentheorie)
De ontwikkeling van bepaalde deugden van een persoon tot maximaal welbevinden helpen en zodoende dus ook tot the good life
Epicureanisme
Stroming die stelt dat geluk het best bereikt kan worden door terugtrekking van de politieke wereld, zodat je simpele plezieren kan cultiveren –> gaat vooral over een combinatie van ontspanning, en vrijheid van pijn of zorgen
Stoïcijnen
Personen die denken dat materiële rijkdom, geluk, liefde en bewondering onderhevig zijn aan verandering
Utilitarianisme
Het doel van menselijk handelen is dat het zoveel mogelijk geluk oplevert voor zoveel mogelijk mensen
Hedonic calculus (Bentham)
Geluk is te kwantificereren, je kan het uitrekenen door de verhouding tussen positieve en negatieve ervaringen te onderzoeken
Romanticisme
Het belang van emotionele ervaringen werd noodzakelijk in het leven
Individuele psychologie (Adler)
Belang van een sociaal gevoel voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en functioneren van volwassenen