HC11: Positieve instituties

Question 1

Instituties

Answer 1

• Geïntegreerd systeem van regels die sociale interacties sturen
  OF
• Socio-relationele regels en gewoonten die zijn geïntegreerd in het sociale systeem

Question 2

Informele instituties

Answer 2

Gebruiken en gedragspatronen binnen een cultuur of maatschappij

Question 3

Positieve institutie

Answer 3

De omgeving of context waarin je persoonlijke traits kan toepassen, wat leidt tot positieve ervaringen

Question 3

Formele instituties

Answer 3

Gemaakt door de overheid, school, wetten enz.

Question 4

Job-Demands-Resources Model

Answer 4

• Werkeisen kunnen leiden tot een burn-out en uiteindelijk negatieve gezondheidsuitkomsten
• Werkbronnen hebben juist een positief effect op welzijn en vormen een buffer voor een burn-out

Question 5

Elementen work-engagement

Answer 5

1) Vigour: energie die je in je werk steekt
2) Dedication: gepassioneerd voelen over je werk
3) Absorption: opgaan in je werk

Question 6

Job Characteristics Model (JCM)

Answer 6

5 onderdelen die bijdragen aan een flow ervaring:
1) Skills variatie
2) Taak identiteit
3) Taak significantie
4) Autonomie
5) Feedback

Question 7

Gezondheidszorg

Answer 7

Het hele systeem van dokters, psychologen enz. –> in NL gefocust op ziektes

Question 8

De Blauwe Zone

Answer 8

Waar leven mensen het langst? (Japan, Griekenland, Italië, Costa Rica en Californië)

Question 9

Sociaal kapitaal

Answer 9

Een web van connecties binnen sociale netwerken, maar ook de connecties tussen deze sociale netwerken

Question 10

Penn Resiliency Program (PRP)

Answer 10

Interventie waarbij ze het vermogen van leerlingen willen verhogen om met dagelijkse stressfactoren en problemen om te gaan die bij de meeste leerlingen voorkomen tijdens de adolescentie

Question 11

Elevation

Answer 11

Het kopiëren van positief gedrag van anderen

Question 12

Emulation

Answer 12

De motivatie om gedrag te kopiëren en ook goede gedragingen te laten zien