HC3: Subjectief Welbevinden Flashcards

(43 cards)

1
Q

Subjectief welbevinden (SWB)

A

Algemene cognitieve en affectieve evaluaties van een persoons leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 aspecten van SWB

A

1) Geluk
2) Levenstevredenheid
3) Neuroticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Faces scale

A

Welk van de volgende rij gezichten komt het meest dicht bij de expressie van hoe jij je over het algemeen in het leven voelt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Subjective happiness scale

A

Vier items met numerieke schalen voor sociale vergelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Satisfaction with life scale

A

Je krijgt stellingen en moet aangeven op een Likert 1-7 schaal of je wel of niet eens bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Globale rapportages

A

Meten grotere, meer globale constructies van het welbevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Experience sampling

A

In het moment, een rapportage van stemming, random signalen op telefoon over langere periode, minder bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Desirability bias

A

Mensen beantwoorden vragenlijsten op een manier waarmee zij goed overkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beneffectance

A

De manier waarop de meeste mensen zichzelf zien, namelijk als nuttig en effectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 visies op SWB

A

1) Bottom-up: SWB is een samenvatting van verschillende domeinen –> om SWB te veranderen moet je focussen op omgeving en situaties
2) Top-down: SWB reflecteert hoe we ervaringen evalueren —> om SWB te veranderen moet je focussen op iemands attitudes, overtuigingen en persoonlijkheidstrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bottom-up predictoren van SWB:

A

Geld, inkomen, rijkdom gender, leeftijd ras, educatie, klimaat, politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Top-down predictoren van SWB

A

Cognitie, positieve sociale relaties, persoonlijkheidstrekken, attitudes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leefbaarheid theorie

A

Toegang hebben tot sociale en economische voordelen in rijke landen kan verschillen in SWB mogelijk verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diminishing marginal utility

A

Als je meer hebt van bepaalde spullen, zie je het nut er niet meer van in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hedonic treadmill

A

Steeds hogere materialistische doelen stellen in de hoop dat je gelukkig wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geld verhoogd SWB als je het uitgeeft aan…

A
  • Ervaringen ipv materialistische goederen
  • Psychologische behoeften
  • Anderen of goede doelen
  • Kleine pleziertjes
  • Tijdbesparende aankoop
  • Die die personality-matched zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ras als bottom-up predictor van SWB

A
  • Discriminatie heeft een negatieve impact op SWB
  • Meer op: kinderen, mensen met ongunstige leefomstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Klimaat als bottom-up predictor van SWB

A
  • Warm weer kan de stemming verbeteren, maar alleen in de lente
  • Het weer heeft meer impact op iemands dagelijkse negatieve stemming dan op de positieve stemming (afhankelijk van persoonlijkheid)
19
Q

Politiek als bottom-up predictor van SWB

A
  • Republikeinen zijn gelukkiger dan democraten –> republikeinen worden minder beïnvloedt door economische ongelijkheid dan democraten/liberalen
20
Q

Systems justification theory

A

Het rationaliseren van ongelijkheid

21
Q

Effecten van bottom-up predictoren op SWB

A
  • Kleine effecten
  • Om deze reden gingen ze top-down predictoren onderzoeken
22
Q

Cognitieve theorieën over SWB (top-down predictor)

A

Stellen dat oorzaken van SWB niet de externe gebeurtenissen zijn, maar dat het erom gaat hoe we deze gebeurtenissen interpreteren –> geluk is het resultaat van hoe mensen hun ervaringen construeren

23
Q

Construal theory of happiness

A

Beschouwt geluk als een functie van hoe mensen hun ervaringen van de wereld construeren en interpreteren

24
Q

Evaluation theory

A

Welzijn wordt bepaald door hoe we de constante stroom van binnenkomende informatie evalueren

25
Aangeleerd optimisme
Leren optimistischer te zijn door levensgebeurtenissen op een positieve manier te verklaren/interpreteren
26
Realistisch optimisme
Een eerlijke erkenning van mogelijkheden voor positieve groei
27
Dispositioneel optimisme
De golbale verwachting dat gebeurtenissen een positieve wending zullen krijgen in de toekomst
28
Hope theory
De aanname dat hoop emoties stuurt die SWB definiëren
29
False hope syndrome
Wanneer mensen geloven dat gedragsverandering makkelijk is en resultaten in een kort tijdsbestek zichbaar zijn --> leidt tot valse hoop
30
Interne locus of control
Positieve uitkomsten toeschrijven aan eigen inspanningen
31
Externe locus of control
Uitkomsten worden bepaald door dingen buiten de persoonlijke controle
32
Self-efficacy
Geloven dat je capaciteiten hebt om gewenste effecten te bereiken door eigen acties
33
Lateral social comparison
Gelijke sociale vergelijking met anderen
34
Upward social comparison
Sociale vergelijking met anderen die hoger staan
35
Downward social comparison
Sociale vergelijking met mensen die lager staan (dit doen gelukkige mensen)
36
Persoonlijkheid als top-down predictor van SWB
- Hoger SWB is gerelateerd aan hogere niveaus van extraversie, agreeableness en consciëntieusheid, en lagere niveaus van neuroticisme - Extraversie is belangrijkste predictor - Persoonlijkheid en SWB zijn wederkerig gerelateerd --> effect beide kanten op
37
Effecten van top-down predictoren op SWB
- Persoonlijkheid, self-esteem, sociale relaties, optimisme, self-efficacy, gevoel van controle en gevoel van betekenis in het leven voorspellen SWB - SWB is nauw verbonden met de beoordelingen die we maken over onszelf
38
Stockdale paradox
Optimisme en realisme zijn allebei belangrijk. Ook al zitten ze elkaar soms in de weg, je moet ze mengen en een balans vinden
39
Analytical rumination hypothesis
Ook verdrietigheid en depressie kunnen met momenten hulpvolle emoties zijn
40
Emodiversity
Een groter welbevinden wordt gevonden wanneer mensen zowel positieve als negatieve emoties erkennen
41
Nostalgie
Een positief getinte herinnering van een doorleefd verleden hebben, waardoor je identiteit behoudt bij belangrijke overgangen in de levenscyclus
42
Hedonische adaptatie
Wanneer een positieve stimulus een habituatie-effect heeft --> het zorgt niet langer voor het verhogen van je SWB
43
Peak-and-end-rule
Frequentie lijkt belangrijker dan intensiteit. Het is beter om constant een beetje positieve emoties te ervaren, dan af en toe een piek van positieve emoties