HC2: Liefde, uitmuntendheid en welbevinden Flashcards
(19 cards)
Oxytocine
- Gerelateerd aan verhoging van sociale binding, vertrouwen en gevoelens van nabijheid
- Vermindering van angst en stress
Wat creëert aantrekkingskracht?
- Nabijheid
- Fysieke aantrekkelijkheid
- Wederkerigheid van liking (behalve bij mensen met laag zelfvertrouwen
3 persoonlijkheidstrekken die relatietevredenheid voorspellen
- Emotionele stabiliteit (laag neuroticisme)
- Nauwkeurigheid (Consciëntieusheid)
- Vriendelijkheid, extraversie (minder sterk dan bovenste 2)
Bids for attention
Kleine interacties waarin één persoon de ander uitnodigt om te reageren met aandacht, steun of affectie –> is alleen goed voor de relatie als de partner er positief op reageert
Kapitalisatie
Het delen van positieve gebeurtenissen met anderen
Vier reacties op kapitalisatie
1) Passief destructief = negeren
2) Passief constructief = kort erkennen en weer verdergaan
3) Actief constructief = positief (beste reactie)
4) Actief destructief = negatief erop ingaan (slechtste reactie)
Self-disclosure
Je moet eerst dingen over jezelf delen voordat je van iemand anders kan houden
Affectieve empathie
Emotionele betrokkenheid
Cognitieve empathie
Intellectuele betrokkenheid
Demand-withdraw patterns (Gottman): 4 negatieve aspecten in een relatie
1) Kritiek = Je partner verbaal aanvallen op persoonlijkheid/karakter
2) Minachting = Het gevoel van eigenwaarde van je partner aanvallen met de intentie om te beledigen of misbruiken
3) Verdediging = Jezelf in de slachtofferrol zetten om een aanval af te weren
4) Muur opbouwen = Jezelf terugtrekken om conflicten te vermijden en afstand en afkeur te uiten
Fundamentele attributiefout
Neiging om de impact van karaktertrekken te overschatten en de rol van situationele factoren te onderschatten
Lege nest syndroom
Ouders ervaren minder welbevinden als kinderen uit huis gaan –> maar is dit wel zo? Longitudinale studie vond juist een stijging in huwelijkstevredenheid voor vrouwen
Uitmuntendheid
Het verkrijgen van een uitzonderlijke vaardigheid in een specifiek expertise-gebied (Bijv. Mozart –> eerste opera met 12 jaar)
10-jaar regel van uitmuntendheid
Veel kenmerken die vroeger als aangeboren talenten werden verondersteld, zijn eerder het resultaat van intensieve oefening voor een minimum van 10 jaar –> gemiddelde piek van uitmuntendheid vindt plaats op middelbare leeftijd
Nog 2 belangrijke factoren voor uitmuntendheid (naast oefening)
- Knowledge base (grote basiskennis)
- Commitment (inzet)
Passie
Een sterke neiging naar een activiteit die iemand leuk vindt en die een centraal kenmerk is van iemands identiteit –> is betrokken bij het bereiken van uitmuntendheid
Dualistisch model van passie
1) Harmonieuze passie = autonoom, vrij gekozen, zonder inspanning, flow, fit met identiteit
2) Obsessieve passie = gevoel gecontroleerd te worden, conflicten met identiteit
Grit (Angela Duckworth)
Het kernelement voor succes
- Volharding en passie om doelen te behalen
- Grit was een betere voorspeller van academische prestaties dan IQ
Kritiek op grit
- Beperkte bruikbaarheid en uniekheid
- Effecten zijn niet altijd groter dan gestandaardiseerde tests
- Bijdrage aan levenstevredenheid is onduidelijk
- Overdrijft de rol van individuele prestatie en onderschat de rol van omgeving