HC8: Positieve gezondheid Flashcards

(21 cards)

1
Q

Definitie gezondheid volgens WHO

A

Staat van complete fysieke, mentale en sociale welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie gezondheid volgens disease model

A

Gezondheid is de afwezigheid van ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Operationalisaties gezondheid (Seligman)

A

1) Biologisch: metingen van fysiologisch functioneren
2) Functioneel: metingen m.b.t. hoe het individu functioneert
3) Subjectief: metingen van SWB, optimisme positieve emotionaliteit, gevoel van vitaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

High-level welzijn

A

Staat van verbeterde fysieke, mentale en emotioneel welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vitaliteit

A

De energie die beschikbaar is, een positief gevoel van levendigheid en energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hartslag variabiliteit (HRV)

A

In hoeverre kan je hartslag zich aanpassen aan veranderende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychoneuroimmunologie

A

Onderzoekt de relaties tussen psychologische processen, het zenuwstelsel en het immuunsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herstellende natuurervaringen

A

De natuur heeft een gunstig effect op de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Forest bathing

A

Mensen genieten ervan om rustig aan te doen, te genieten van de geluiden van de natuur en de omgeving te ontdekken zonder een specifiek doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Attention Restoration Theory (ART)

A

Je hoeft niet per se zelf in de natuur te zijn, naar foto’s kijken kan al positieve effecten hebben –> het gaat dus meer om de cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Expressief schrijven

A

Het onthullen en beschrijven van stressvolle-traumatische ervaringen –> zou de kans op negatieve gezondheidsuitkomsten vermindern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Life longings

A

Gevoel dat het leven niet compleet of perfect is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cognitieve mediationele theorie (Lazarus)

A

De betekenis die we aan een situatie geven is cruciaal, het gaat om de interpretatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aangeleerd optimisme

A

We kunnen optimisme aanleren als we focussen op het positieve en wat er allemaal mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Probleemoplossende appraisals (uitbreiding van self-efficacy)

A

Overtuigingen van je eigen probleemoplossende vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 C’s van hardiness

A
  • Controle (gevoel van controle over je leven)
  • Commitment (sterk toegewijd en betrokken bij taken)
  • Challenge (levensgebeurtenissen zien als uitdagingen)
17
Q

Positieve coping

A

Een respons met als doel de fysieke, emotionele en psychologische last te verminderen die gerelateerd is aan stressvolle gebeurtenissen en dagelijkse beslommeringen

18
Q

Probleem-gefocuste coping

A

Gaat om gedrag en cognities (Je verliest je baan en gaat de oorzaak van de problemen opzoeken om dit op te lossen zodat je een nieuwe baan kan krijgen)

19
Q

Emotie-gefocuste coping

A

Je controleert de emotionele impact van problemen (na je ontslag ga je praten met vrienden, afleiding zoeken of ontwijken)

20
Q

Emotionele vermijding

A

Je vermijdt, negeert of ontkent de realiteit van de stressor of de emotionele consequenties ervan

21
Q

Thriving bij ouderen (Erikson)

A
  • Inzicht: perceptie van verhoogde realiteit, intuïtie en empathie
  • Wijsheid: mix van emotionele volwassenheid, oordeelsvermogen en juiste redenering
  • Speelsheid: creatieve activiteiten zoals schilderen of meer betrokkenheid bij kinderen