HC4: Emoties

Question 1

Emotie

Answer 1

Een psychologische toestand die gedefinieerd wordt door subjectieve gevoelens, maar ook door karakteristieke patronen van fysiologisch arousal, gedachten en gedragingen

Question 2

Stemming

Answer 2

Diffuus, globaal, langdurige emotionele staat –> emotioneel klimaat

Question 3

Emotie

Answer 3

Onmiddelijke reactie op een specifiek object/situatie –> emotioneel weer

Question 4

Affect

Answer 4

Overkoepelende term van een interne staat zonder context, intensiteit of tijdsframe te specificeren, (overkoepelende term voor stemming en emoties)

Question 5

7 universele emoties van Ekman

Answer 5

Angst, woede, verdriet, walging, blijdschap, minachting en verrassing

Question 6

Circumplex model van emoties (door Carr)

Answer 6

Je kan alle emoties indelen in twee dimensies:
1) Valence –> positief of negatief
2) Arousal –> hoog of laag

Question 7

Dynamic model of affect

Answer 7

De relatie tussen positieve en negatieve emoties is erg dynamisch en afhankelijk van de context

Question 8

Positiviteitsratio (door Fredrickson)

Answer 8

Een wiskundig model om te achterhalen welke ratio van positieve en negatieve emoties je moet ervaren om een hoger SWB te ervaren
–> gelukkige mensen hebben een ratio van 3:1 van positieve op negatieve emoties

Question 9

Actie neigingen

Answer 9

Gedragingen bij bepaalde emoties en het idee dat emoties een functie hebben

Question 10

Broaden and build theory

Answer 10

Stelt dat positieve emoties ook een doel hebben, maar deze verschillend is van negatieve emoties
- Broaden –> het verbreden van je gedachten en actie repertoire. Positieve emoties verruimen je bewustzijn
- Build –> gaat om persoonlijke middelen. Positieve emoties zorgen ervoor dat je hieraan kan bouwen

Question 11

Undoing hypothese

Answer 11

Positieve emoties helpen het lichaam en de geest met het hervinden van een gevoel van evenwicht en flexibiliteit na de impact van negatieve emoties –> soort tegengif voor negatieve emoties

Question 12

Dynamic Integration Theory

Answer 12

Positieve emotionele ontwikkeling betekent dat er een balans is tussen optimalisatie en differentiatie

Question 13

Optimalisatie

Answer 13

Alleen maar positieve emoties willen ervaren, negatieve emoties vermijden

Question 14

Differentiatie

Answer 14

Het vermogen om gemende en negatieve emoties te verdragen en een realistische kijk te hebben op de wereld en jezelf

Question 15

Socio-emotionele selectiviteitstheorie

Answer 15

Wanneer de tijdshorizon kleiner wordt, verschuift de motivatie naar positief gewaardeerde en emotioneel zinvolle ervaringen

Question 16

Selective Optimization and Compensation Model (SOC)

Answer 16

Wanneer men ouder wordt is er sprake van leeftijdsgebonden verliezen. Door deze ervaringen worden ouderen selectiever in het nastreven van doelen en gaan ze strategieën gebruiken om verliezen tegen te gaan

Question 17

Selective Optimization and Compensation Model met Emotieregulatie (SOC-ER)

Answer 17

Ouderen gaan selectief over tot emotie-regulatiestrategieën die gebruik maken van hulpbronnen die stabiel blijven met het ouder worden

Question 18

Character strengths

Answer 18

• Iets anders dan talenten, want ze kunnen veranderen
• Vereist wilskracht
• Kunnen worden aangeleerd en versterkt
• Wordt gewaardeerd over tijd en cultuur
• Voorspellers van the good life

Question 19

Values in Action (VIA)

Answer 19

Classificatiesysteem om character strengths te meten –> 24 strengths ingedeeld in 6 categorieën (elk persoon bevat 24 strengths in verschillende mate):
- Wijsheid, moed, menselijkheid, gerechtigheid, matigheid, zelf-overstijging