HC5: Vrijetijdsbesteding, flow, mindfulness & piekprestaties Flashcards

(14 cards)

1
Q

Vrijetijdsactiviteiten vergroten SWB als ze…

A
  • Betekenisvol zijn
  • Een gevoel van autonomie geven
  • Competenties stimuleren
  • Dienen als onderbreking van de routine
  • Betrekking hebben op positieve relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geheugen bias

A

Mensen herinneren zich activiteiten positiever dan dat ze eigenlijk waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Time affluence

A

De perceptie dat je genoeg tijd hebt voor vrijetijdsactiviteiten die persoonlijk betekenisvol zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Time poverty

A

Het gevoel dat je constant druk bent en niet genoeg tijd hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Flow

A

Intense betrokkenheid bij een activiteit in het moment, die zowel fysiek als mentaal kan zijn. Aandacht wordt gericht op de taak en niet op de omgeving, persoon functioneert optimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Autotelisch

A

Je doet iets, omdat je het zélf wil doen (Bijv. in een flow)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Balans tussen uitdaging en vaardigheden

A
  • Flow: hoge uitdaging en hoge vaardigheden
  • Angstig: hoge uitdaging en lage vaardigheden
  • Relaxatie: lage uitdaging en hoge vaardigheden
  • Apathie: lage uitdaging en lage vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Microflow

A

De momenten van vrije tijd waarin we een activiteit doen die relatief makkelijk is, bijna een automatische activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 aspecten van nieuwsgierigheid

A

1) Absorptie: de neiging om volledig op te gaan in een situatie
2) Exploratie: de neiging om nieuwe situaties op te zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Savoring

A

het vermogen om de positieve ervaringen in je leven aandacht te geven, te waarderen en te verbeteren/versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dampening

A

Strategieën toepassen om positieve emoties te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kapitaliseren

A

Het delen van positieve emoties (gebeurt bij savoring)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fault finding

A

Op zoek gaan naar negatieve kenmerken van een positieve situatie (gebeurt bij dampening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Piekprestaties

A

Gedrag dat efficiënter, creatiever, productiever of in een bepaald opzicht beter is dan je normale gedrag. (Flow komt hier deels mee overeen, niet elke flow is een piekprestatie, maar bij een piekprestatie is een persoon meestal wel in een flow)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly