hc3 - grenzen/omvang van aansprakelijkheid Flashcards

(41 cards)

1
Q

Grenzen/omvang aansprakelijkheid

3 punten

A
  1. Relativiteit (OD)
  2. Toerekening naar redelijkheid (CSQN -> in omvang fase kijk je naar toerekening redelijkheid)
  3. Eigen schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relativiteit

Arresten

A

Art. 6:163 BW: geen verplichting tot schadevergoeding wanneer geschonden norm niet strekt tot schade van benadeelde.

Bijv. drogist verkoopt geneesmiddelen, mag eigenlijk alleen door apotheek. Apotheek mag niet drogist aansprakelijk stellen en schade vragen. Want de strekking van de norm was geen eerlijke mededinging, maar het beschermen van patiënten (uitspraak 1928).

Tandartsen arrest
Iranese vluchteling
Duwbak Linda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tandartsen arrest

A

Tandarts doornbos oefent praktijk uit in Tilburg zonder vereiste diploma. Beukers is ook tandarts, is hier niet blij mee, vordert schadevergoeding o.g.v. OD, omdat Doornbos de wet zou overtreden.

Hof: vordering afgewezen, HR casseert hier. Weliswaar strekt de geschonden wettelijke norm niet tot bescherming van het geschonden belang. Maar dit sluit niet uit dat je niet verder kunt gaan toetsen, bij maatschappelijke zorgvuldigheid mag je wel meewegen dat er i.s.m. wet is gehandeld.
Dus kijk een stapje verder.
Dit is correctie Langemeijer naar de AG die dat concludeerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HR Iranese vluchteling

A

Iraanse vrouw, deed als vluchteling een aanvraag om tot NL te worden toegelaten. Zij wilde een vluchtelingenstatus. Na jarenlang procederen bleek dat onterecht. In de procedure waar het om gaat, vordert zij vergoeding van de arbeidsschade en pensioenschade.

De HR oordeelt: het recht in NL betaalde arbeid te verrichten vloeit voort uit de toelating als vluchteling. Het recht ontstaat pas nadat hij in NL is toegelaten. De toelating vindt plaats om humanitaire redenen, teneinde hem te beschermen tegen vervolging in het land van herkomst. Zij strekt dus niet tot bescherming van enig vermogensrechtelijk belang van de vluchteling. Norm die ziet op de toelating, is puur bedoelt om bescherming te bieden.
Tandarts/apotheker ging het om de persoon, Iranese vluchteling gaat het niet om de persoon, maar de schade die zij vergoed wil zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duwbak Linda arrest

A

Aan de maas lag binnenvaartschip Linda, het was druk want schip lag naast Moonlight schip en schip Johanna (beiden van Van Hasselt). Linda veroorzaakt schade aan beiden schepen.

Van Hasselt spreekt de staat voor de schepen aan. Want onrechtmatig jegens van Hasselt gehandeld, door de Linda goed te keuren. Het schip verkeerde in slechte staat, zinkt, neemt andere schepen mee. Van Hasselt denkt: kan eigenaar Linda aanspreken, maar misschien geen geld, dus ik spreek de staat aan.

HR: met verlenen van vergunning wordt beoogt het bevorderen van veiligheid van scheepvaartverkeer in algemene zin. De zorgvuldigheidsnormen die hierbij worden betracht, strekken niet tot schade aan derden. Interessant omdat deze uitspraak laat zien dat relativiteitsbeginsel uiteen valt in drie duidelijke aspecten:

  1. Persoon
  2. Soort schade (norm moet zien op de schade waarvan benadeelde vergoeding eist)
  3. Wijze van ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe toets je relativiteit?

A
  1. Het personele bereik
  2. De soort schade
  3. De wijze van ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer moet je nou toetsen aan het relativiteitsbeginsel?

A

Bijv. lichamelijke integriteit, dan hoef je niet te toetsen aan relativiteit, want JOU integriteit, is alleen van jou. Dan gaat het sowieso jou aan.

Maatschappelijke zorgvuldigheid: hier is strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid. Je neemt die specifieke situatie al mee, dus relativiteit is ingebakken.

Bij strijd met wet: wel verstandig om te toetsen. Je denkt misschien dat het om vermogensbelang gaat, maar het gaat om belang patiënten. Bij wet moet je dus wel altijd toetsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Adequatieleer naar redelijke toerekening

A

Tot jaren 70 adequatieleer: voorzienbare schade, kon worden toegerekend. Dat was tot 1970. Als de schade voorzienbaar is, kan de schade worden toegerekend, kan die worden vergoed. In ons geval is het de vraag of schade van werkgever van Henk voorzienbaar was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

HR Waterwingebied

A

In deze zaak rijdt een chauffeur met een tankauto tegen een boom waardoor huisbrandolie wegstroomt in de grond van een waterwingebied. Daardoor vervuild die grond en ook het drinkwater en is er schade. In deze zaak kijkt de HR niet zozeer naar of de schade voorzienbaar is (adequatie) maar:

  1. Dat de vorm van de schade niet te uitzonderlijk mag zijn.
  2. Causaal verband mag niet te ver verwijderd zijn.

Voor toerekening naar redelijkheid. Hier doet de leer van redelijke toerekening haar intrede. Art. 6:98 BW: NA vestigingsfase, als je het over de omvang van de schade hebt relevant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mia Versluis

A

Als gevolg van anastejist, is zij tijdje afgesloten van zuurstof tijdens operatie. Na 5 jaar overlijdt zij. Vader Versluis raakt arbeidsongeschikt. Hij zegt dit komt vooral door manier hoe artsen met hem om zijn gegaan. Hij verhaalt zijn schade ook op het ziekenhuis.

Dient deze uitzonderlijke vorm van schade te worden vergoed?

HR oordeelt: verschil niet naleven van zorgvuldigheidsnormen en het niet naleven van verkeers- en veiligheidsnormen. Bij dit laatste komen ALLE gevolgen, ook gevolgen die NIET in lijn van verwachting liggen voor rekening van degenen die onrechtmatig handelen. Bij overtreden van zorgvuldigheidsnormen GEEN ruime toerekening.
HR oordeelt dan ook dat schade van vader Versluis te ver verwijderd is van de medische fout. Derhalve was het ziekenhuis niet aansprakelijk voor schade vader Versluis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De Heel/Korver

A

Het gaat om Korver, die werd geopereerd, nog half onder narcose wordt je naar uitslaapkamer gebracht, moet je wakker worden. Ziekenhuisbed met rekken ernaast, want iemand is nog slaperig. In geval van Korver zijn er geen rekken. Hij komt ongelukkig terecht, oogslagader wordt geraakt, hij raakt blind aan een oog. Nu is ook weer de vraag: is het ziekenhuis hiervoor aansprakelijk? Het gaat hier om een veiligheidsnorm. Dus er was niet een protocol waar dat in stond, maar het ging wel echt om verkeers- en veiligheidsnorm. Dan zie je dus WEL ruime toerekening van de schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eiser/Saint Cobain

A

Het gaat hier om een heftruckchauffeur, raakt gewond tijdens zijn werk, andere rijdt hem aan, als gevolg 4 gebroken tenen. Nadat de heftruckchauffeur zittend werk heeft gedaan, gaat hij weer aan de slag op heftruck. Na volle werkdag, struikelt hij over de deurmat, rottig gevolg: ernstig knieletsel. Heftruckchauffeur stelt Saint Cobain (werkgever) aansprakelijk voor alle schade als gevolg van eerste ongeluk. Hij zegt dat zijn teen nog niet was genezen, door weer aan het werk te gaan sleepte zijn rechterbeen, daardoor struikelde hij over deurmat. Komt nou ook die schade voor rekening van Saint Cobain?

Kantonrechter: eerste schade wel, tweede ongeval: daarvoor is werkgever niet aansprakelijk. Want kantonrechter zegt: m.b.t. tweede ongeval is het niet duidelijk, heeft de heftruckchauffeur onvoldoende duidelijk gemaakt dat dat ook gevolg was van het eerste ongeval.

Hof zegt ook: ja, knieletsel staat in zeer ver verband van het bedrijfsongeval (eerste).

HR: oké, of toegerekend kan worden is afhankelijk van omstandigheden van het geval, waaronder aard van aansprakelijkheid en schade (art. 6:98 BW). Hierbij mag ook een rol spelen of het in zeer ver verband staat tot de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis (eerste ongeval). Maar: oordeel van hof m.b.t. art. 6:98 BW berust op gronden die dat oordeel niet kunnen dragen. Het hof gaat uit van een aantal feiten, maar dat lijkt niet te kloppen met het oordeel dat de schade ver verwijderd is. Hof zegt: er zijn restverschijnselen vanwege gebroken tenen, het belasten van de rechtervoet door het rijden op een heftruck heeft bijgedragen dat de heftruckchauffeur weer pijn aan voet heeft gekregen. Iemand die gehinderd wordt in lopen, zal misschien eerder onderuit gaan dan iemand die gezond stel benen heeft. Dus hof noemt aantal zaken, stelt vast dat werken ermee heeft bijgedragen. Dus HR zegt: kijk daar nog maar eens goed naar, want dat klopt niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Renteneurose

A

Politie slaat met wapenstok op hoofd en lichaam. Man heeft last van hoofdpijn, geheugenstoornis, achteruitgang van intellectuele capaciteiten. Hof zegt: niet toe te rekenen, want renteneurose.

HR: vernietigt oordeel hof, rekent schade toe. Als we het hebben over toerekening van schade, kunnen we niet zeggen; ja maar, hij was extreem gevoelig, of hij was ook wel snel ziek, dus predispositie mag je niet meewegen.

Dus: bij eierschade etc. ben je toch aansprakelijk (predispositie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bouwcombinatie/Liander

A

Bouwcombinatie raakt een aantal kabels. Gevolg: stroomstoring, netwerkbeheerder Liander moest meer dan een 100K schadevergoeding betalen aan afnemers. Netwerkbeheerder wil de compensatieverogedingen die zij moeten betalen verhalen op Bouwcombinatie. Kan dit worden toegerekend o.g.v. art. 6:98 BW?
Ja, zegt de HR. Dit kan worden toegerekend aan Bouwcombinatie. Want schade was een voorzienbaar gevolg van deze kabelbeschadigingen. Dus compensatievergoedingen voorzienbaar gevolg welke moeten worden vergoed.

(dus voorzienbaarheid gaan we niet meer vanuit, maar adequatieleer is nog wel een belangrijk aspect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Deelregels van Brunner

A

In jaren ‘80 gepoogd leer van redelijke toerekening te vatten in een aantal deelregels. Deze kunnen een belangrijk hulpmiddel zijn bij het toepassen van leer redelijke toerekening.

Deelregels van Brunner:
1) Naarmate het gevolg naar ervaringsregels waarschijnlijker is, is toerekening eerder gerechtvaardigd.
Hoe voorzienbaar is de schade dus.

2) Naarmate het gevolg minder ver verwijderd is van de OD, is toerekening eerder gerechtvaardigd
Met minder tussenschakels dus.

3) Bij schending van verkeers-
en veiligheidsnormen die met het oog op de voorkoming van ongevallen zijn opgesteld, is een ruime toerekening van overlijdens- en letselschade gerechtvaardigd.
Arresten Mia Versluis & De Heel/Korver

4) Naarmate de schuld aan het schadeveroorzakend gebeuren groter is, is een ruimere toerekening gerechtvaardigd
Denk aan opzet of duidelijk schuld.

5) Schade door dood en verwonding wordt eerder toegerekend dan zaakschade, zaakschade eerder dan schade die bestaat in extra kosten en uitgaven en schade door vermogensverlies eerder dan derving van winst.
6) Bij schade toegebracht tijdens bedrijfsuitoefening is toerekening wellicht eerder gerechtvaardigd dan wanneer de aansprakelijke persoon een beroepsbeoefenaar of een particulier is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beslisschema Hartlief

A
  1. Is het gevolg normaal, typisch, in de lijn der verwachtingen liggend? Zo ja, dan vindt toerekening plaats;
  2. Is het gevolg echter abnormaal of buiten de lijn der verwachtingen liggend, dan vraagt toerekening om een nadere rechtvaardiging.
  3. Deze nadere rechtvaardiging kan worden gevonden in de aard van aansprakelijkheid, de aard van de schade, een hoge mate van schuld of een combinatie van dergelijke factoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eigen schuld (art. 6:101 lid 1 BW)

A

Indien we aansprakelijkheid kunnen vestigen, is het uitgangspunt vergoeding van de hele schade, daar gaan we vanuit.

Indien er eigen schuld is aan de zijde van de benadeelde, kan de hoogte van de schadevergoedingsplicht worden verminderd, omvang wordt beperkt. Ratio hierachter is: als je geen rekening houdt met eigen schuld van de benadeelde, zou dat in strijd zijn met beginselen van aansprakelijkheid (ieder draagt eigen schade, schade ligt waar zij valt, etc.). TENZIJ deugdelijke redenen die aansprakelijkheid verplaatsen. Let wel op term eigen schuld:

Anders invullen als het gaat over de toerekening van een OD. Dus toerekening o.g.v. schuld, dan hebben we het over verwijtbaar handelen. Maar als we het hebben over eigen schuld en schuld in die zin, dan mag je dat begrip ruimer opvatten. Dan gaat het om alles wat voor jou risico komt als benadeelde.

Dus stel als je als kweker van planten iemand in dienst hebt, je hebt een bestrijdingsmiddel besteld, dat komt binnen, werknemer gaat spul gebruiken, werknemer ziet niet dat hij het verkeerde middel heeft. Dan zou je kunnen zeggen: eigen schuld. Werkgever kan zeggen: hoezo eigen schuld? Soms komt het gewoon voor rekening van de kweker wanneer je als werknemer niet goed oplet.

18
Q

Eigen schuld onderscheid

A

Art. 6:101 lid 1 BW

  1. Causale verdeling (primaire, objectieve maatstaf)
    Wat heeft de veroorzaker gedaan? In hoeverre heeft de benadeelde ook dingen gedaan waardoor schade is veroorzaakt? Dit is OBJECTIEF. Primaire maatstaf ookwel genoemd. Hierbij wordt geabstraheerd van leeftijd of andere subjectieve omstandigheden. er wordt puur feitelijk gekeken wat ieders bijdrage is.
  2. Billijkheidscorrectie (secundaire maatstaf)
    Vervolgens vindt soms een billijkheidscorrectie plaats. Dit passen we toe wanneer causale verdeling niet bevredigend is.
19
Q

Watersportongeluk

A

Op Curacao. Het gaat om het volgende. Jongetje van 13 jaar heeft het grote geluk dat hij de waterscooter van zijn oom mag lenen. Hij mag daarmee van Baja Beach naar Jan Tiel Baaj varen. Jan Tiel is erg populair, veel gedoken etc. Hij komt in aanvaring met een snorkelaar. Die man heeft ernstig letsel. Stelt daarom de ouders van kind aansprakelijk o.g.v. OD. Hof acht de ouders van de jongen aansprakelijk. Jongen kan gezien zijn jonge leeftijd de OD niet worden toegerekend, ouders wel.

Hof oordeelt vervolgens dat sprake was van eigen schuld. Wanneer hij gaat snorkelen in druk gebied, moet hij zijn zichtbaarheid vergroten door duikvlag etc. Dus: 50% eigen schuld. HR zegt in cassatie dat hof ten onrechte de billijkheidscorrectie niet heeft toegepast. Dat hadden ze wel moeten doen, gezien de ernstige gevaarzetting door de waterscooter, de bijzondere kwetsbaarheid van zwemmers, snorkelaars en zwemmers. En de relatief eenvoudige manier waarop de waterscooter het gevaar had kunnen voorkomen. De billijkheid had een andere verdeling met zich mee gebracht.

20
Q

Lars Rurode

A

HIj werkt bij boer, hij gaat koeien melken. Hij is 10 jaar oud. Pomp werkt niet, Lars gaat die pomp wel even maken. Nu heeft die pomp geen veiligheidssysteem. Lars wordt gegrepen door een losgeraakt deeltje wat beweegt. Hij moet hierna een van zijn armen missen.

Hof: boer heeft onzorgvuldig gehandeld, maar Lars heeft zelf ook schuld, omdat hem als 10-jarige jongen niet elk inzicht en vermogen kan worden ontzegt. HIj was 10 jaar, dus hij had wel enigszins moeten zien dat het gevaarlijk was. Hof komt dus op 50/50 verdeling.

De HR: hier is ook weer verzuimd om de billijkheidscorrectie toe te passen. Wanneer zich een gevaar verwezenlijkt voor een kind, waarvan in verband met zijn leeftijd slechts een beperkt inzicht in het betreffende gevaar mag worden verwacht, eist de billijkheid in beginsel dat schade van kind ten laste komt van degene die gevaar in het leven heeft geroepen. Dus HR zegt: beperkt inzicht in gevaar komt omdat het nog een kind is, juist dan moet je zeggen: de ander is HELEMAAL verantwoordelijk en aansprakelijk. Juist daarom.. Dus causale verdeling misschien 50/50%, maar het gaat hier om een kind met beperkte vermogens om het gevaar in te schatten, niet meer dan logisch dat hem geen eigen schuld wordt verweten.

21
Q

Ebele Dillema

A

Ebele 4 jaar, ernstig gewond omdat hij wordt aangereden door automobilist. Rechtbank en hof zeggen deel voor eigen rekening van Ebele o.g.v. eigen schuld.

HR:
Gemotoriseerd verkeer tegenover klein kind brengt extra risico’s met zich mee. Daarom zou het onbillijk zijn deel schade voor rekening kind te laten komen.

HR zegt dus ook weer: je kunt niet van kind verwachten dat hij reageert op verkeerssituaties. Het is onredelijk om te zeggen: luister jochie, dat is jou eigen schuld. Kinderen kunnen niet anders dan onvoorzichtig.

22
Q

Achmea/Menzis

A

Het gaat hier om verzekeraars dus regresnemers, schade wordt vergoed aan de benadeelde, verzekeraar wil vervolgens van andere verzekeraar de schade vergoed zien die hij heeft uitgekeerd aan benadeelde.

Casus:
Taxiebusje van Connexion, remt af, waardoor scooter achterop het busje komt/botst. Als gevolg hiervan heeft de bromfietser die hierbovenop knalt een hoge dwarslazie, recht van leven rolstoelafhankelijk. Hij krijgt schade grotendeels vergoed door zorgverzekeraar. Menzis wil vervolgens schade verhalen op Achmea. De wanverzekeraar van bestuurder van taxiebusje. Vraag: leerstuk van eigen schuld, moet je dan ook de billijkheidscorrectie toepassen? Want het gaat om subjectieve aspecten. Het middel keert zich daar eigenlijk tegen. Het middel in HB speelt, zegt: regresnemer kan zich niet beroepen op subjectieve omstandigheden in het kader van een billijkheidscorrectie. Voor subcorrectie van zieligheid bestaat geen grond. Dus men kan geen beroep doen op subjectieve omstandigheden die spelen in een billijkheidscorrectie.

HR maakt korte mette mee, die zegt: we kennen art. 7:962 lid 1 BW, vorderingen voor vergoeding van schade van de verzekerde overgaan op de verzekeraar, voor zover deze laatste de schade vergoed. Dus als jij vergoed aan je verzekerde, krijg jij vervolgens de vorderingen op anderen. Dus uitgangspunt moet zijn dat billijkheidscorrectie van art. 6:101 doorwerkt in de regresverhouding tussen verzekeraars op gelijke wijze als hoe deze zou gelden tussen verzekerde. Ook wanneer subjectieve omstandigheden. Of bijv. bromfietser is wel HEEL erg getroffen (hoge dwarslaesie).

Dit geldt niet voor de 100 en 50% regel die geldt voor aanrijding voetganger, of bij kind jonger dan 14 jaar. Dan geldt het dus NIET zo dat verzekeraar zich daarop kan beroepen.

23
Q

Gronden voor aansprakelijkheid eigen schuld

A

Grondslag OD
Of andere gronden voor aansprakelijkheid, bijv. kwalitatieve aansprakelijkheden. Er zijn soms gronden die een eigen regime voor eigen schuld kunnen (bijv. productaansprakelijkheid, art. 2:185 BW of 7:658 BW, werkgeversaansprakelijkheid).

24
Q

Wanneer is art. 185 WVW van toepassing?

A
  • Er moet sprake zijn van een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en een niet-motorrijtuig; een botsing met een motorvoertuig is niet vereist, voldoende is dat het motorvoertuig bij het verkeersongeval betrokken is;
  • Het motorrijtuig moet op een voor het verkeer openstaande weg hebben gereden;
    Openbare weg/pad wil zeggen dat er verkeer mag komen. Dus ook een parkeerplaats met slagboom bijv. Privé parkeerterrein afgesloten met slagboom, valt hier niet onder.
  • Het mag niet gaan om met DAT motorrijtuig vervoerde zaken/personen welke schade lijden;
  • Het mag niet gaan om schade aan andere motorrijtuigen die aan het verkeer deelnemen of om loslopende dieren.
25
Overmacht in het verkeer
De HR heeft het begrip ''overmacht'in deze bepaling op de volgende wijze uitgelegd. Er is sprake van overmacht, indien: - De bestuurder foutloos heeft gereden of de fout is niet relevant voor het ongeval; - De fouten van de andere weggebruiker zo onwaarschijnlijk waren dat de bestuurder hiermee geen rekening hoefde te houden (HR ABP/Winterthur).
26
Eigen schuld benadeelde
Als het beroep op overmacht wordt afgewezen staat de aansprakelijkheid van de eigenaar of van de houder van het motorrijtuig vast. Wel kan deze zich nog beroepen op eigen schuld van de feitser of voetganger. Van eigen schuld is sprake wanneer het ongeval mede aan het verkeersgedrag van de voetganger of fietser te wijten is. Beroep op eigen schuld is alleen mogelijk bij verkeersdeelnemers van 14 jaar en ouder. Ook als er sprake is van eigen schuld bij de zwakkere verkeersdeelnemer krijgt deze ten minste 50% van zijn of haar eigen schade vergoed. Deze regel is gebaseerd op de billijkheid en wordt in het algemeen aangeduid als de 50%-regel. De enige uitzondering is, dat het verkeersgedrag van de voetganger of fietser als opzet of aan opzetgrenzende roekeloosheid moet worden beschouwd. Ook wel ''bewuste roekeloosheid''. Bij het beroep op eigen schuld zal de rechter o.g.v. art. 6:101 BW de volgende afwegingen moeten maken: 1. In welke mate heeft ieder van de betrokken partijen bijgedragen aan het ontstaan van de schade (causale verdeling)? 2. Brengt de ernst van de over en weer gemaakte fouten/brengen andere bijzondere omstandigheden mee dat billijkheidshalve de causale verdeling moet worden bijgesteld (billijkheidscorrectie)?
27
Causale verdeling
Het antwoord op de vraag naar de causale verdeling is intuitief. Er is geen objectieve maatstaf voor. Uitgangs punt is ''de ideale verkeersdeelnemer''. Dus in hoeverre hebben de partijen zich als de perfecte verkeersdeelnemers gedragen.
28
Billijkheidscorrectie
Hierbij spelen onder meer de ernst van de door de betrokken verkeersdeelnemers gemaakte fouten en ook de ernst van het letsel bij de fietser of de voetganger een rol, in die zin dat naarmate het letsel ernstiger is, het deel van de schade dat vergoed moet worden, groter wordt. Ook de vraag of de fietser of de voetganger voor zijn of haar schade is verzekerd, is daarbij van belang. OOk het gevaar dat het gebruik van het motorvoertuig sowieso meebrengt, het zogenoemde ''betriebsgefahr'', is een factor, op grond waarvan de causale verdeling naar boven moet worden bijgesteld. Door de billijkheidscorrectie kan het gebeuren dat de vergoeding van de schade, waarop de fietser of de voetganger reeds o.g.v. genoemde 50%-regel recht heeft, zelfs wordt verhoogd tot 100% schade.
29
Kinderen tot 14 jaar
Als de voetganger of fietser ten tijde van het ongeval niet ouder is dan 13 jaar, is de automobilist altijd aansprakelijk tenzij er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, ook al heeft deze geen enkele schuld en is het ongeval volledig te wijten aan de voetganger of fietser (HR Ingrid Kolkman en HR Marbeth van Uitregt). Het is een vorm van risicoaansprakelijkheid. De regel is ingegeven door de gedachte, dat kinderen van deze leeftijd door hun impulsiviteit en onberekenbaarheid meer gevaar lopen in het gemotoriseerde verkeer dan anderen. Voor deze regel, vaak aangeduid met de 14-min-regel of de 100% regel, geldt ook de uitzondering, dat deze buiten toepassing blijft als het verkeersgedrag van de jeugdige deelnemer als opzet of als aan opzet grenzende roekeloosheid moet worden gekwalificeerd. Dit wordt in de rechtspraak niet snel aangenomen.
30
Bewuste roekeloosheid
De genoemde 50%-regel en de regel voor verkeersdeelnemers tot 14 jaar blijven buiten toepassing, als het verkeersgedrag van de benadeelde als ''opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid'' is te beschouwen. Een voorbeeld daarvan is de voetganger, die in donkere kleding bij duisternis buiten de bebouwde kom schuin een rijbaan oversteekt en wordt aangereden door een auto. Voorwaarde is wel, dat de voetganger zich bewust is geweest van het gevaar. Het bewijs van die bewustheid mag uit de feiten en omstandigheden worden afgeleid. het is dus niet nodig, dat de voetganger gezegd of verklaard heeft, dat hij zich van de risico's bewust is geweest.
31
Bewijslast
De bewijslast rust bij de eigenaar van het motorrijtuig, deze moet aantonen dat er sprake is van overmacht of eigen schuld. De grond voor deze omgekeerde bewijslast is het gevaar, dat het gebruik van een motorrijtuig op de weg voor andere verkeersdeelnemers meebrengt, het zogenoemde Betriebsgefahr.
32
Reflexwerking
Wanneer een sterke verkeersdeelnemer schade lijdt door toedoen van een zwakke verkeersdeelnemer, bijvoorbeeld doordat een motorvoertuig schade oploopt door een botsing met een fiets, wordt het overmachtscriterium van art. 185 WVW toegepast. Men spreekt dan van reflexwerking van art. 185 WVW. O.g.v. het reeds genoemde betriebsgefahr komt de eigen schade ten gevolge van het rijden met een gemotoriseerd voertuig voor rekening van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer, tenzij deze kan bewijzen dat hem rechtens niets te verwijten valt (in geval van een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer van 14 jaar of ouder) of tenzij deze kan bewijzen dat er sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid (bij een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer van jonger dan 14 jaar). Uitsluitend als de eigenaar of de houder van het motorrijtuig aannemelijk maakt, dat het ongeval aan zijn zijde aan overmacht te wijten is, krijgt hij de schade aan het motorrijtuig volledig vergoed. In het geval van de reflexwerking zijn och de 50%- noch de 100% regel van toepassing. De billijkheidscorrectie kan wel worden toegepast (arrest Chan-a-Hung/Maalsté).
33
Regresnemers
Zoals ziektekostenverzkeraars en instanties als de bedrijfsvereniging, kunnen geen beroep doen op 50% en 100% regel.
34
HR Saskia Mulder
Saskia Mulder rijdt op haar fiets en wijkt plotseling uit waardoor zij in botsing komt met De Rooy die in zijn auto rijdt. De Rooy heeft schade geleden en stelt Saskia hiervoor aansprakelijk o.g.v. OD. De verzekering van Saskia geeft te kennen bereid te zijn om 50% van de schade te vergoeden. De Rooy wilt echter dat Saskia de hele schade voor haar rekening neemt. Dient Saskia hele schade voor rekening te nemen? De HR overweegt dat art. 185 WVW reflexwerking bevat. Een motorrijtuigbestuurder is bij een ongeval in beginsel voor 50% van de schade aansprakelijk, tenzij er aan zijn kant sprake is van een overmachtsituatie en de schuld bij de niet-gemotoriseerde ligt. Indien er geen sprake is van een overmachtsituatie aan de kant van de motorrijtuigbestuurder is hij voor het gedeelte wat aan hem toe te rekenen is aansprakelijk. Rechtsregel: In dit arrest heeft de HR de reflexwerking van art. 185 WVW geformuleerd. De fietser/voetganger moet de schade van de motorrijtuigbestuurder volledig vergoeden indien er bij laatstgenoemde sprake was van overmacht en indien eerstgenoemde eigen schuld heeft.
35
HR Ingrid Kolkman
Kind <14 (nog niet goed cognitief ontwikkeld), automobilist zei: Ingrid eigen schuld, want zij had niet op straat mogen rennen. HR: mag niet bij kind onder 14, TENZIJ opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid.
36
HR Marbeth van uitregt
Overmacht, zelfde rechtsregel, maar dan voor overmacht. Je kunt geen beroep doen op overmacht bij kind jonger dan 14, tenzij opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid.
37
HR IZA/Vrerink
Dader 67 jaar, HR: nee, regel voor kind geldt niet voor oude mensen.
38
HR Terminus/ZAO (of Said Hyati)
x
39
HR Chan-a-Hung/Maalsté
Op een fietspad komen Maalste, 16 jaar, die op zijn bromfiets rijdt en Chan 33 jaar, die op zijn fiets tegen de toegestane richting in rijdt, met elkaar in botsing. Als gevolg van deze botsing loopt Maalste, deels blijvend, letsel aan zijn knie op waardoor hij voor 14% arbeidsongeschikt wordt verklaard. Maalste is echter niet verzekerd voor dergelijke ongevallen. Chan die ongeschonden van het ongeluk afkomt, heeft hier wel een verzekering voor. De verzekeraar van Chan biedt Maalste aan om 50% te vergoeden. Maalste slaat dit af en stelt dat Chan aansprakelijk o.g.v. OD en vordert vergoeding van gehele schade en de schade die hij in de toekomst zal lijden wegens 14% arbeidsongeschikt. Is Chan aansprakelijk o.g.v. art. 6:162 BW en dient hij zowel de gehele als toekomstige schade van Maalste te vergoeden? Rechtsregel: In dit arrest wordt de reflexwerking van art. 185 WVW uitgelegd. Bij een aanrijding tussen een motorrijtuig bestuurder en een fietser/voetganger komt de eigen schade voor rekening van de motorrijtuigbestuurder tenzij deze kan aantonen dat er sprake is van overmacht.
40
HR Dronken voetganger
Dronken man liep over straat, deed alles verkeerd wat verkeerd kan gaan. Donkere kleding liep tegen verkeer in, had gedronken, wordt aangereden. Bestuurder zegt: leuk en aardig, maar waarom loop je daar in deze setting, stom als ik 50% aansprakelijk ben. Hierin staan criteria voor aan opzet grenzende roekeloosheid. 1. Bewust aanzienlijke gevaar (objectief bekijken, wanneer je op die manier langs een weg loopt, ben je je waarschijnlijk wel bewust van het feit dat je aangereden kunt worden) 2. Niet van laten weerhouden. 3. Onder invloed zijn, komt voor eigen rekening. Stel criteria voor opzet grenzende roekeloosheid slagen, wanneer aan opzet grenzende roekeloosheid slaagt, val je terug op causale verdeling en billijkheidscorrectie.
41
HR Eiser/Vossen Laboratories int.
x