hc4 - kwalitatieve aansprakelijkheden voor zaken en dieren Flashcards
(31 cards)
Voorbeeld actualiteit:
In Groningen treden aardbevingen op doordat na de oorlog men daar aardgas ging boren. Hierdoor blijkt het een groot leeg gat onder de grond te zijn. Aardbevingen, veel schade aan huizen, huizen worden minder waard. Mensen die er wonen zijn bang voor nieuwe aardbevingen, psychische schade, wie is aansprakelijk?
De exploitant is aansprakelijk voor de schade o.g.v. art. 6:177 lid 1 sub b BW: de NAM.
Dit exploitant van het mijnbouwwerk is aansprakelijk voor schade. Het is risico aansprakelijk, het hoeft niet verwijtbaar te zijn, het hoeft ook niet door schuld te komen.
Probleem is eigenlijk veel groter: wie wil daar nou nog een huis kopen? Zie volgend.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23 januari 2018:
Kwalitatieve aansprakelijkheden van de NAM
In hoeverre kunnen bewoners van huizen die NIET beschadigt zijn, maar WEL minder waard door gebied, in hoeverre en wanneer kunnen bewoners aanspraak maken op vergoeding van die schade?
Waar gaat de ruzie over, waar beroepen partijen zich op?
Met welke argumenten oordeelt het hof?
Het is een vraag van: als de aansprakelijkheid er is, hoe groot is dan de aanspraak op schadevergoeding?
Er is dus een meningsverschil tussen Groningers en de NAM. Je zet bord te koop in de tuin, je krijgt veel minder geld dan 10 jaar geleden. Waar is die schade geleden en hoe groot is de schade?
NAM: de schade lijdt je pas wanneer je je huis verkoopt. Dan merk je pas hoeveel schade je krijgt.
Groningers: woning is gewoon minder waard, ik lijd nu ook al schade in mijn vermogen. 40.000 euro schade, ook als ik niets verkoop. Het blijft verlies.
Art. 6:97 BW: uitgangspunt, op meest in overeenstemmende wijze begroot. Concrete schadevergoeding, alle omstandigheden moeten worden meegewogen.
Abstract: dit type auto, dit type auto, dan is de schade 10.000 euro.
Zou dit ook kunnen bij Groningers?
Hof zegt: ja, interessant is waarom we mogen abstraheren van de verkoop van de woning. Waarom beslist het hof dat schade NU wordt geleden?
- Aardbevingsrisico is structureel, aardbevingen zijn nog niet voorbij.
- Begroting van schade van onbeschadigde woning, doe je door de huidige toestand te vergelijken met de toestand waarin GEEN risico zou zijn voor aardbevingen. Dus ga vergelijken met zelfde woningen op andere plaats.
Dit gebeurt vaker, ook bij boedelscheiding bijvoorbeeld. Je kunt hierin abstraheren. - Het is redelijk dat benadeelden NU schade lijden, misschien verkopen zij het nooit, zij zijn de dupe, NU in schade vergoed dus. Dit is een billijkheidsargument
Rijnstaten/Reuvers
HR: als uitgangspunt voor omvang wettelijke verplichting schadevergoeding:
benadeelde moet zoveel mogelijk in toestand worden gebracht als de situatie waarin hij geen schade had geleden. Schade in beginsel worden berekend met inachtneming van alle omstandigheden van het concrete geval.
Dus vergelijk: wanneer WEL OD en wanneer GEEN OD zou zijn gepleegd.
Kwalitatieve aansprakelijkheden zijn aansprakelijkheden voor personen, dieren of zaken.
Uit hoofde van een bepaalde hoedanigheid, bijv. als ouder, bezitter van een dier, werkgever, exploiitant van gas, etc.
Je bent niet aansprakelijk voor je EIGEN gedrag, maar voor wangedrag van kleine kind, fout werknemer, gebrekkig product, mijn hond, etc.
- Aansprakelijkheid voor schade door zaken en stoffen:
Art. 6:173-177 BW - Onrechtmatig handelen andere personen:
Art. 6:169-172 BW
Risico-aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid buiten schuld. Dus zonder dat verwijd gemaakt kan worden. Meeste kwalitatieve aansprakelijkheden zijn tegelijkertijd risico aansprakelijkheden. Andersom niet.
Welke kwalitatieve aansprakelijkheden heb je?
Aansprakelijkheid voor zaken:
- Art. 6:173 BW: voor roerende zaken
- Art. 6:174 BW: voor opstallen
- Art. 6:175-177 BW: voor gevaarlijke stoffen, stortplaatsen, mijnbouwwerken
- Art. 6:185 e.v. BW: voor gebrekkige producten
- Art. 6:179 BW: voor dieren
Vgl. ook art. 185 WVW: voor motorrijtuigen.
Aansprakelijkheid voor personen:
- Art. 6:169 BW: voor kinderen
- Art. 6:170 BW: voor ondergeschikten
- Art. 6:171 BW: voor niet-ondergeschikten
- Art. 6:172 BW: voor vertegenwoordigers
Vgl ook art. 7:658 /7:611 BW: van de werkgever voor schade werknemer (niet jegens derden, maar jegens die werknemer).
Art. 6:173 BW
Twee ratio’s
Vereisten
Twee ratio’s:
Enerzijds is ratio gevaarzetting, als ik iets in verkeer breng wat gevaarlijk is, moet ik ook maar de schade dragen.
Anderzijds is het profijtbeginsel, ik profiteer er ook van, dus moet ik ook schade vergoeden.
Vereisten:
- Gebrekkige roerende zaak
- Bijzonder gevaar (fles die explodeert, bijzonder, hoef je niet te verwachten. Wanneer je iets naar beneden gooit is het een algemeen gevaar bijv.)
- Bekendheidseis (als zich nieuwe gevaren voordoen, is aansprakelijkheid uitgesloten. Tijdje geleden in in nieuws dat smartphone bellen kankerverwekkend is. Is de producent aansprakelijk? zij kunnen zeggen ‘‘wij wisten dit niet’’.
- Tenzij-clausule: risico bij bezitter voor het bestaan van roerende zaak waar hij niet mee bekend is. Strekking: alle verweermiddelen als kwalitatief aansprakelijke, zijn ook hier relevant. Al die verweermiddelen zijn ook hier relevant, alleen niet de onbekendheid van het gebrek. Er wordt geabstraheerd van bekendheidsvereisten.
Tenzij-clausule:
Stoel op terras valt om omdat een poot verrot was, klant valt eraf.
Exploitant aansprakelijk o..v. art. 6:173 BW. Onbekendheid met het gebrek, komt voor zijn risico. Je hoort daar geen stoelen neer te zetten waarvan poten zijn aangetast door slijtage.
Tenzij-clausule:
Stoel valt om waar klant op gaat zitten. Vorige klant ging erop zitten, zakte erdoor, zet poot terug.
Is de bezitter stoel aansprakelijkheid?
Nee, want bij bekendheid van het gebrek zou aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:173 BW hebben ontbroken. Gebrek was zeer vantevoren ontstaan. Hij had, zelfs als hij ervan geweten had, niets meer kunnen doen om schade te voorkomen. Hij is o.g.v. art. met gebrek NIET aansprakelijk. Dan is hij bij art. 6:162 BW bij bekendheid 6:173 bij ONbekendheid met gebrek OOK niet aansprakelijk.
Tenzij-clausule, art. 6:173 BW
Leg uit met terrasstoel
Art. 6:173 BW vestigt een risico aansprakelijkheid voor de bezitter van een roerende zaak. Bijv. risico aansprakelijkheid voor gebrekkige stoelen. Het beschermd tegen risico van onbekendheid van het gebrek. Het beschermd wanneer bezitter van roerende zaak onbekend was met het gebrek. Waarom? Omdat de wetgever het eerlijker vindt in zo’n geval de schade te leggen bij de bezitter van de roerende zaak, die de zaak in zijn controle heeft, die stoelen kon vervangen, dan bij de benadeelde die helemaal geen invloed had op die stoel.
Dus in situatie dat bezitter onbekend is met het gebrek, is de bezitter aansprakelijk voor schade.
MAAR zegt de wetgever: als de bezitter er niets meer aan had kunnen doen, ookal was hij wel bekend, dan had aansprakelijkheid o.g.v. 162 ontbroken, dus ook o.g.v. art. 173 BW.
Dus: tenzij-clausule heeft de strekking dat aansprakelijkheid van 173 nooit verder reikt dan 162, behoudens de situatie van onbekendheid met het gebrek. Die wordt niet gedekt door 6:162, en nu wel door art. 6:173 BW.
Voor alle andere situaties loopt de aansprakelijkheid paralel.
Art. 6:173 lid 2 BW
Kanalisatie van aanspraakelijkheid
Als schade ontstaat voordat het product in omloop wordt gebracht, dan is die voor de producent van de roerende zaak. Vroeger had je Exotica limonade.
Kanalisatie:
Mierzoete limonade met beugelflessen. Er kwam in de krant dat de flessen konden exploideren. Als zo’n fles exploideert, zou je kunnen zeggen: bezitter van fles is aansprakelijk voor de schade. Maar, als de fles nou op verkeerde wijze is geproduceerd, fles was er al voordat fles in omloop was, dan is niet de bezitter aansprakelijk, maar de producent. Want die heeft ondeugdelije fles geproduceerd.
Aansprakelijkheid voor opstallen
Voorbeeld:
Schoorsteen van je huis valt op iemands hoofd,dat ligt in risicosfeer van bezitter van huis.
HR Wilnis
In 2003 is in het dorpje Wilnis een dijk verschoven over een lengte van 50 meter. Daardoor schade aan achterliggende woonwijk. De dijk is verschoven, doordat die ondergrond te droog geworden was. Dan verliest hij draagkracht, verlies draagkracht, dan kan hij druk van het water niet aan.
Gemeente vordert schadevergoeding o.g.v. art. 6:174 BW aan het Hoogheemraadschap (hadden dijk gemaakt). Deze wordt toegewezen.
HR:
Volgens HR hangt de vraag of sprake is van een gebrekkige opstal af van tal van omstandigheden:
- De aard van de opstal
- De functie van opstal
- De fysieke toestand van de opstal ten tijde van de verwezenlijking van het gevaar is
- Het van de opstal te verwachten gebruik door derden
- De grootte van de kans op verwezenlijking van het aan de opstal verbonden gevaar
- De mogelijkheid en bezwaarlijkheid van de nemen veiligheidsmaatregelen.
TENZIJ:
Wanneer het gaat om een overheidslichaam, komt ook betekenis toe aan beleidsvrijheid die overheid heeft. Mede gelet op de stand van de techniek en wat mogelijk was om schade te voorkomen.
Het Hoogheemrijks was niet bekend met verschuiven van dijken. Dus als Hoogheem het wel had geweten, had ook o.g.v. art. 162 voorzorgsmaatregelen getroffen kunnen worden. Dan was het Hoogheem aansprakelijk. Dus tenzij-indien hier niet van toepassing, want aansprakelijkheid was er gewoon o.g.v. art. 162 BW.
HR Hangmat
Zelfde casus als eerste college. Vrouw lag in woning in hangmat. Pilaar brak af, vrouw kon armen en benen nooit meer gebruiken. Vrouw stelt vordering in tegen haar man en verzekeraar. Ze vordert verklaring voor recht dat man aansprakelijk is voor het ongeval.
Vrouw is slachtoffer/benadeelden, maar anderzijds was ze ook medebezitter, dus draagt ze ook verantwoordelijkheid voor staat van hangmatpilaar. Dus het is een vraag van relativiteit. Moet art. 6:174 BW bescherming bieden aan de medebezitter die zelf medeverantwoordelijk is voor het gebrek in het opstal.
HR:
Wetgever heeft er niks over gezegd, niets over bekend. We moeten hier het recht vinden. We vinden het maatschappelijk gezien het meest redelijk om dit geval ook onder art. 6:174 BW te laten vallen.
Gelet op:
- Vrouw kan verzekeraar van man aanspreken, die heeft grote pocket.
- Dus meest redelijk dat vrouw 50% van schade op man kan verhalen, 50% zelf, want ze was medebezitter van de pilaar.
HR Dordse paalrot
Oude woningen zijn op palen gebouwd. Grondwaterstand ging zakken, palen kwamen droog te staan, palen gingen rotten, woningen zakken.
Waarom ging grondwaterpijl zakken? Doordat rioleringen in gemeente niet in orde zijn. Gemeente betwist dat, zij zeggen nee, altijd goed onderhouden.
Rechter: het is de vraag of gemeente bekend was met gebrek of niet. Maar dat kan in het midden blijven, want gemeente is sowieso niet aansprakelijk jegens bewoners. Want gemeente is niet tekort geschoten in haar taak als rioolbeheerder en ook niet jegens bewoners.
Hof bekracht uitspraak.
HR:
Voor aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:174 BW is vereist dat er een gebrekkig opstal is, dat gevaar voor personen of zaken oplevert, en dat gevaar zich heeft verwezenlijkt.
De bezitter mag zich erop beroepen dat aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW zou hebben ontbroken indien hij het gebrek had gekend. Het staat de feitenrechter dan vrij om allereerst dat laatste verweer te onderzoeken. Indien dat slaagt, op die grond afwijzen. Dan komt de rest niet meer aan de orde. Dus de rechter mag ook beginnen met de tenzij-clausule. Als daar al niet aan voldaan is, dan houdt het gewoon op.
HR 7 oktober 2016, elekctriciteitskabels openbare weg
Vrouw struikelde in Burgstraat in Nijmegen over stroomkabels. Stroomkabels waren van marktkraampjes. Als gevolg van de val heeft de vrouw letselschade overgehouden aan knieën.
- > GEen aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:174 BW: kabels maken geen deel uit van de wet of de weginrichting (vreemd voorwerp)
- Geen aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW: gemeente heeft niet de algemene zorgplicht voor de veiligheid van de weggebruikers geschonden (kelderluikcriteria).
Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen, stortplaatsen en mijnbouwwerken, art. 6:175 BW
- Ratio
- Bevrijdende omstandigheden
- Art. 6:175 BW: aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen = risicoaansprakelijkheid.
Enkel gevaarlijk zijn van de stof is voldoende, gebrek niet vereist! - Art. 6:176 BW: aansprakelijkheid voor stortplaatsen = risicoaansprakelijkheid
- Art. 6:177 BW: aansprakelijkheid voor mijnbouwwerken. = risicoaansprakelijkheid
De ratio hierbij is = risicoaansprakelijkheid, dus wie profiteert, draagt hierbij ook risicoaansprakelijkheid.
Art. 6:178 BW: bevrijdende omstandigheden.
Productaansprakelijkheid
HR Lekkende Kruik
Aansprakelijkheid van gebrekkige producten. Van oudsher gebaseerd op art. 6:162 BW, flessen die exploiteerde.
Consument moet wel vanalles aantonen, onrechtmatigheid, etc.
Dat is lastig want je hebt geen kennis van product.
HR Lekkende Kruik
Kraamverzorgster legt kruikje van merk Jumbo in een wiegje. Dop bleek niet goed te sluiten, kindje kreeg brandwonden. Babykruikjes moet je schuin naar beneden leggen zodat als die lekt, dat het water niet op baby komt. HR zegt: producent had er niet vanuit mogen gaan dat iedereen ALLE voorzorgsmaatregelen treft.
HR Koolhaas/Rockwool
Het enkel in het verkeer brengen van een product dat bij NORMAAL GEBRUIK voor het doel waarvoor het bestemd was, schade veroorzaakt, is onrechtmatig jegens de gebruikers van het product.
Of de producent een verwijt treft, hangt ervan af of hij de maatregelen heeft genomen die van hem, als zorgvuldig fabrikant, kunnen worden gevergd teneinde te voorkomen dat het door hem in het verkeer gebrachte product schade veroorzaakt.
EU niveau heeft wetgever een richtlijn inzake productaansprakelijkheid gemaakt in 1985, alle lidstaten moesten wet aanpassen. In NL art. 6:185 e.v. BW.
Het is geen absolute aansprakelijkheid, er zijn uitzonderingen die staan in lid 1 van art. 6:185 BW.
Art. 6:186 BW: ‘‘gebrekkig’’ productiefouten, constructiefouten, instructiefouten, maar GEEN systeemschade, welke bij grote publiek bekend is.
Art. 6:187 BW: product en producent
Art. 6:188 BW: bewijslast benadeelde
Art. 6:190 BW: schade door dood of letsel en privézaakschade toegebracht aan een andere zaak voor zover > 500 euro (drempelfranchise). Beperkt schadebegrip.
HR Leebeek/Fiona
Flesje Pepsi Cola, Leebeek wou flesje openen, hals brak af. Letsel. Zij wil direct schade om gebrek van fles.
HR:
Indien vaststaat dat benadeelde de fles op normale wijze trachtte te openen, ligt in de toedracht besloten, dat de schade is veroorzaakt door gebrek van de fles. BEHALVE wanneer bijzondere omstandigheden, BEHALVE door producent geleverd tegenbewijs.
Open hart operatie, met HIV besmet bloed.
Donor was het pas net opgelopen, dus het kon nog niet aangetoond worden. Dat was het verweer van het ziekenhuis, zij konden het nog niet aantonen. Rechter: nee, bloed is HIV vrij. Je moet het bloed binnen de tijd niet gebruiken, zolang het nog niet aangetoond kan worden. Dus je mag het pas gebruiken zodra aangetoond kan worden dat het veilig is. Anders gebrekkig product.
Samenloop en kanalisatie
Hoe verhoud productaansprakelijheid van art. 6:185 BW zich tot andere bronnen van aansprakelijkheid.
Hoofdregel: art. 6:185 BW e.v. is aanvullend ten opzichte van andere aanspraken uit wanprestatie of OD (voorbeeld van maximumharmonisatie);
UItzondering: wanneer een exclusieve aansprakelijkheid wordt geregeld, bijv. in art. 6:173 BW, art. 7:24 BW. Dit noemen we kanalisatie.
Aansprakelijkheid voor dieren
Art. 6:179 BW: risico-aansprakelijkheid voor bezitter van een dier. Voor de eigen onberekenbare energie van het dier. Denk aan paar dat op hol slaat, varken ontsnapt. Bezitter, ookal heeft hij geen schuld, is verantwoordelijk voor het dier. Dus bepaling beschermd tegen eigen onberekenbare energie van het dier.
MAAR: aansprakelijkheid reikt niet verder dan art. 6:162 BW. En art. 162 regelt gevallen waarin eigenaar/bezitter het dier in zijn macht zou hebben gehad.