Hoofdstuk 11: Media en communicatie. Flashcards
(28 cards)
Beeldvorming
Mentaal beeld van een bepaald onderwerp.
Coderen
Boodschap in een bepaalde code zetten
Correspondent
Journalist die verslag uitbrengt van gebeurtenissen in het buitenland en daar woont of voor een langere periode verblijft.
Decoderen
Boodschap ‘ontcijferen’
Deepfakevideo
Video waarbij met artificiële beelden zijn gemaakt die niet echt zijn maar waarheidsgetrouw overkomen.
Eindredacteur
Journalist die in overleg met de redactie bepaalt welke onderwerpen in een nieuwsuitzending of krant komen.
Ehos
Begrip dat de geloofwaardigheid en de mate van autoriteit van de spreker omvat.
False balancing
Veronderstelling dat bij de behandeling van onderwerpen in de media de verschillende partijen evenveel gewicht hebben, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.
Framing
De manier waarop de media een boodschap met woorden en beelden verpakken.
Freelancejournalist
Journalist die niet verbonden is aan een krant of zender, maar die per artikel of woord wordt betaald.
Gatekeeper
Professional uit de media of expert uit een vakgebied, die de informatiestroom controleert en opinies beïnvloedt.
Hoofdredacteur
Journalist die zich als leiding van de redactie hoofdzakelijk bezighoudt met de inhoudelijke coördinatie en het redactiebeleid.
Interpersoonlijke communicatie
Communicatie tussen een zender en een beperkt aantal ontvangers.
Logos
Logische redenering en argumentatie bij communicatie.
Massacommunicatie
Communicatie waarbij de zender een grote groep mensen probeert te bereiken.
Nieuwsagentschap
Persagentschap, bedrijf dat informatie verzamelt en verkoopt aan andere mediabedrijven.
Nichepubliek
Ontvangers van massamedia die op specifieke doelgroepen gericht zijn.
Non-verbale communicatie
Communicatie zonder woorden, zoals gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding, kledij en tekens.
Onderzoeksjournalist
Journalist die zich voornamelijk bezighoudt met langduriger onderzoek naar nieuwsfeiten.
Pathos
Vermogen om een band op te bouwen met het publiek en in te spelen op de emoties van mensen.
Priming
Principe waarbij de media ons bepaalde informatie aanreiken die we daarna gebruiken om belangrijke personen te evalueren.
Ruis
Elke storende factor in het communicatieproces.
Sociale categorisering
Neiging om de bevolking op basis van de aan- of afwezigheid van bepaalde kenmerken op te delen in specifieke groepen.
Sociale media
Verzamelnaam voor alle online platformen en kanalen die interactie tussen de gebruikers mogelijk maken.