Hoofdstuk 7_Belgische politiek. Flashcards
(42 cards)
Begroting
Schatting van zowel de inkomsten als de uitgaven die de regering verwacht voor het volgende regeringsjaar.
Belangenconflict
Conflict tussen de verschillende entiteiten van het land, waarbij een van de entiteiten vindt dat haar belangen ernstig worden geschaad door beslissingen van een andere entiteit.
Bestendige deputatie
Orgaan van de uitvoerende macht op provinciaal niveau.
Bevoegdheidsconflict
Onenigheid over de vraag wie bevoegd is om een bepaald maatschappelijk probleem aan te pakken.
Burgemeester
Hoofd van de gemeente en vertegenwoordiger van de regeringen van de hogere overheden.
Coalitie
Samenwerkingsverband tussen partijen die de meerderheid vormen.
College van burgemeester en schepenen
Orgaan van de uitvoerende macht op gemeentelijk niveau.
Cordon sanitaire
Afspraak tussen de Belgische politieke partijen om het Vlaams Belang te weren uit het openbaar bestuur.
Decreet
Wet op regionaal niveau.
Federale overheidsdienst (FOD)
Administratieve dienst die het beleid van een minister voorbereidt en uitvoert.
Formateur
Persoon die de regering vormt tijdens de regeringsonderhandelingen en daarna doorgaans eerste minister wordt.
Fractie
Leden van eenzelfde politieke partij die samen in een parlement zetelen.
Gemeenteraad
Orgaan van de wetgevende macht op gemeentelijk niveau.
Gemeenteraadsbesluit
Juridische norm op gemeentelijk niveau.
Gouverneur
Vertegenwoordiger van de federale en de regionale overheid in de provincie.
Grondwettelijk Hof
Rechtscollege dat erover waakt dat de wetgevers in België de Grondwet in acht nemen.
Informateur
Persoon die bij de regeringsonderhandelingen nagaat met welke politieke partijen een meerderheid kan worden gevormd.
Intercommunale
Samenwerkingsverband tussen twee of meer gemeenten bij taken van gemeenschappelijk belang.
Interpellatie
Parlementair controlemiddel waarmee een Kamerlid één of meer federale ministers kan verzoeken zich te verantwoorden over een beleidsdaad, over een bepaalde situatie of over een algemene en specifieke aspecten van het regeringsbeleid.
Kamercommissie
Groep volksvertegenwoordigers uit de verschillende politieke partijen die voorbereidend wetgevend werk doen.
Kerncabinet
Informele vergadering van de eerste minister en de vice-eersteministers.
Koninklijk besluit
Besluit van een regering over de uitvoering van een wet.
Legislatuur
(regeerperiode), zittingsperiode van een parlement.
Legislatuurparlement
Parlement dat niet kan worden ontbonden voordat de zittingsperiode voorbij is.