Hoofdstuk 4_Kinderen en jongeren met een handicap. Flashcards
(33 cards)
Biopsychosociaal model
Model waarin gezondheid wordt bekeken vanuit lichamelijke, psychologische en maatschappelijke factoren.
BuO-type
Indeling in het buitengewoon onderwijs volgens de beperkingen en de specifieke noden van de leerling.
Deficitmodel
Visie die gezondheid bekijkt vanuit gebreken en tekortkomingen bij een persoon.
Dyscalculie
Leerstoornis op het vlak van rekenen.
Dysfasie
Stoornis in het verwerven van mondelinge taal.
Dyslexie
Leerstoornis die tot uiting komt bij het lezen en/of schrijven.
Dyspraxie
Ontwikkelingsstoornis die leidt tot problemen bij motorische handelingen.
Empowerment
Proces waarbij iemand gestimuleerd wordt zelfstandig te beslissen en voor zichzelf op te komen.
Evenredige participatie
Situatie waarin naar verhouding evenveel mensen met een handicap deelnemen aan maatschappelijke activiteiten als mensen zonder handicap.
Evenwaardige handicap
Situatie waarin personen met een handicap dezelfde waardering krijgen voor de rollen en posities die ze innemen als mensen zonder handicap.
G-sport
Sport voor mensen met een handicap.
Hulpmiddel
Middel dat personen met een handicap kunnen gebruiken om dagelijkse activiteiten uit te voeren.
ICF-model
Model dat de gezondheidstoestand van mensen in kaart brengt.
Inclusie
Recht van achtergestelde groepen op volwaardige deelname aan de maatschappij.
Integratie
Opname van bepaalde groepen in de maatschappij.
Leersteunmodel
Wettelijk model voor ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs.
Mantelzorg
Zorg door mensen uit de onmiddellijke omgeving, zoals ouders, vrienden, familie en buren.
Medisch model
Visie die gezondheid bekijkt vanuit problemen met het lichaam of de hersenen van de persoon.
Multifunctioneel centrum (MFC)
Voorzieningen die jongeren met een handicap begeleiding, revalidatie, dagopvang en/of verblijf aanbiedt.
NLD
(non-verbale leerstoornis), stoornis waarbij de persoon moeite heeft om non-verbale communicatie te begrijpen en waarbij de rekenvaardigheden, het meetkundig inzicht en de motoriek verstoord zijn.
ODD
(oppostioneel-opstandige gedragsstoornis), stoornis die wordt gekenmerkt door ongehoorzaam en prikkelbaar gedrag.
Opleidginsvorm
Indeling van het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) volgens het toekomstperspectief van de leerlingen.
Overdiagnosticering
Neiging om te snel een diagnose te stellen.
Persoonlijke-assistentiebuget (PAB)
Financiële ondersteuning van de overheid waarmee minderjarigen met een handicap noodzakelijk zorgen en assistentie kunnen organiseren en betalen.