Hoofdstuk 8: Het recht in onze samenleving. Flashcards

(21 cards)

1
Q

Arrest

A

Uitspraak of beslissing van een gerechtshof door een hogere rechter (in hoger beroep of cassatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Canoniek recht

A

(kerkelijk recht), verzameling kerkelijke leerstellingen, vooral die van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals die door kerkvergaderingen of de paus zijn vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Exemplum iustitiae

A

(gerechtigheidstafereel), schilderij dat in rechtszalen was aangebracht als inspirerend model van rechterlijke deugen als rechtvaardigheid, onpartijdigheid, gestrengheid, clementie en integriteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gerechtsboom

A

Boom waaronder de Germanen rechtspraken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gewoonterecht

A

Ongeschreven en vaak streekgebonden recht dat spontaan en geleidelijk gegroeid is, door de gemeenschap aanvaard en van generatie op generatie (vaak mondeling) doorgegeven is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezag van gewijsde

A

Bindende kracht van een vonnis of arrest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hof van Cassatie

A

Hoogste rechtscollege van het land, dat oordeelt over de wettelijkheid van rechterlijke beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Inquisitie

A

Rechtbank van de Rooms-Katholieke Kerk, die was belast met de opsporing, het onderzoek en het straffen van ‘ketters’ (niet-Christenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Justitieassistent

A

Sociaal werker in dienst van een justitiehuis, die verschillende taken uitoefent op de grens tussen justitie en hulpverlening, meestal in opdracht van het gerecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kracht van gewijsde

A

Situatie waarin er geen rechtsmiddelen, zoals verzet of hoger beroep, meer openstaan en het vonnis dus onherroepelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onafhankelijkheid

A

Principe dat inhoudt dat rechters niet afhankelijk mogen zijn, noch van de uitvoerende macht, noch van de wetgevende macht, noch van de betrokken partijen in het proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onpartijdigheid

A

Principe dat inhoudt dat de rechter geen blijk mag geven van vooringenomenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Procesrecht

A

Geheel van rechtsregels die de gang van zaken in een gerechtelijke procedure beschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rechtsleer

A

(doctrine), opvattingen en theorieën over het recht, geschreven door gezaghebbende auteurs, meestal juristen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechtspraak

A

Toepassing van de wetgeving door de rechters op concrete problemen en geschillen (via vonnissen en arresten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rechtsweigering

A

Weigering van een rechter of rechtbank om een (tijdige) beslissing te nemen in een voorgelegde zaak.

17
Q

Romeins recht

A

Recht van het oude Rome en het Romeins rijk.

18
Q

Verdisconteren

A

Rekening houden met, incalculeren.

19
Q

Vonnis

A

Uitspraak van een rechter waarin hij of zij de straf bekendmaakt.

20
Q

Wraken

A

De onpartijdigheid van de recht in vraag stellen en daarom verzoeken dat hij of zij de zaak niet langer behandelt, maar zich door een ander laat vervangen.