Hoofdstuk 2: Bloed en bloedparameters Flashcards

(154 cards)

1
Q

Term voor kortademigheid
‘benauwdheid’

A

Dyspnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Term voor kortademigheid bij inspanning

A

Dyspnoe d’effort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ecchymose?

A
  • ‘Blauwe plek’, bloeding net onderhuids (≥ 1cm)
  • Blauwpaars gekleurd
  • niet wegdrukbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Term voor inwendige bloeduitstorting

A

Hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is icterus?

A

Gele verkleuring van huid en slijmvliezen (geelzucht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Term voor vochtophoping (meestal thv de ledematen)

A

Oedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Term voor bleekheid

A

Palor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn petechiën?

A
  • Puntvormige bloedingen,
  • Net onderhuids (tot 4 mm)
  • Blauw-paars gekleurd
  • Niet wegdrukbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is purpura?

A
  • Bloeding, vlekkerig
  • Net onderhuids (5 tot 9 mm)
  • Blauw-paars gekleurd
  • Niet wegdrukbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Term voor versnelde hartslag

A

Tachycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Term voor versnelde ademhaling

A

Tachypnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor vermoeidheid?

A

Door gebrekkig O2-transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de belangrijkste technische onderzoeken?

A
  1. Veneuze bloedafname
  2. O2-saturatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke aanvullende onderzoeken zijn er?

A
  • Beenmergpunctie
  • Echografie
  • MR-angiografie
  • ECG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beenmergpunctie
Uitleg

A

= bloeduitstrijkje: het aanprikken van rood beenmerg in het sternum of de heupkam (crista iliaca) om de aanwezige stamcellen microscopisch te onderzoeken

Nuttig bij vb. Leukemie of bepaalde vormen van anemie met vermoeden beenmergfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Echografie of MR-angiografie
Nut in context van bloed?

A

Om bloedvaten in beeld te brengen.

Nuttig bij vb. Diepe veneuze trombose, longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ECG
Uitleg

A

Elektrocardiografie
‘Hartfilmpje’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is ANEMIE?

A

= bloedarmoede
Is een aandoening waarbij de hoeveelheid Hb in het bloed lager ligt dan normaal verwacht wordt volgens leeftijd en geslacht van patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ANEMIE

Wat gebeurt er samen met de daling van Hb?

A
  • Daling aantal RBC
  • Daling hematocriet (vol RBC tot totale bloedvolume)

Toch inschatting anemie vooral via Hb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

ANEMIE

Waartoe leidt anemie? ?

A

O2 transportcapaciteit daalt
> gebrek aan O2 in weefsels (hypoxie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ANEMIE

Hypoxie
Uitleg

A

O2 gebrek in weefsels

bij ernstige anemie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ANEMIE

Algemene symptomen bij milde anemie? (tot 10g/dl)

A

Meestal asymptomatisch

Symptomen zijn atypisch:
- vermoeidheid, futloosheid
- bleekheid
- hoofdpijn, draaierig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ANEMIE

Diagnostiek?

A

Via labo onderzoek

Omdat symptomen onduidelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ANEMIE

Algemene symptomen bij ernstige anemie

A

Compensatiemechanismen in werking om de perifere oxygenatie te bevorderen:
Tachycardie, tachypnoe…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
# **ANEMIE** Op welke 2 manieren kan anemie ingedeeld worden?
1. **Pathofysiologische** indeling *(op basis van pathologisch mechanisme = oorzaak)* 2. **Morfologische** indeling *(op basis van morfologisch aspect = uitzicht van RBC bij labo-onderzoek)*
26
# **ANEMIE** Bespreek pathologische indeling.
| Web lecture 14:00
27
# **ANEMIE** Bespreek morfologische indeling.
**MCV**: mean corpuscular volume, **grootte RBC** * **microcytair**: te klein * **normocytair**: normaal * **macrocytair**: te groot **MCH**: mean corpuscular hemoglobin, **kleur RBC** * **hypochroom**: te licht * **normochroom**: normaal * **hyperchroom**: te donker | MCHC laten we buiten beschouwing
28
# **ANEMIE** Waarom is het morfologische aspect van RBC belangrijk?
Het geeft vaak **aanwijzing** voor onderliggende **oorzaak**. Vaak typisch.
29
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat is ferriprieve anemie?
Anemie door **ijzergebrek**
30
# **Ferriprieve ANEMIE** Epidemiologie?
**Meest frequente** oorzaak van anemie
31
# **Ferriprieve ANEMIE** Morfologisch?
* microcytair * hypochroom
32
# **Ferriprieve ANEMIE** Waarom is ijzer zo belangrijk?
Voor de bouw van **1 hemoglobine-eiwit** zijn **4 ijzerionen** **nodig**.
33
# **Ferriprieve ANEMIE** Een tekort in Fe leidt tot tekort aan ___?
**hemoglobine**
34
# **Ferriprieve ANEMIE** Oorzaken?
* **Gebrekkige opname** → Malnutritie → Malabsorptie * **Verhoogd verlies** → Bloedverlies * **Verhoogde behoefte** → Zws, kinderen
35
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat is voldoende ijzerinname?
**10 mg/dag** mannen **15 mg/dag** vrouwen
36
# **Ferriprieve ANEMIE** Waarom beschikt lichaam over ijzerreserves?
**Slechts 5-10%** van Fe uit de voeding **wordt geabsorbeerd in de darm.**
37
# **Ferriprieve ANEMIE** Onder welke vorm zijn die ijzerreserves?
Onder vorm van **Ferritine** = een ijzerbindend eiwit.
38
# **Ferriprieve ANEMIE** Waar vinden we Ferritine?
* Lever * Rood beenmerg * Bloed *(beperkt)*
39
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat zegt de hoeveelheid Ferritine in het bloed ons?
Dit is een **goede maat** voor **totale ijzerreserves** van het lichaam.
40
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat is de valstrik van Ferritine?
Ferritine is **acuut fase eiwit**. → **Vals verhoogde waarden** kunnen voorkomen bij **inflammatoir bloedbeeld.**
41
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat gebeurt er met de productie van RBC bij ijzertekort?
**RBC aangemaakt met minder Hb** → kleiner en lichter
42
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat geeft bloed zijn rode kleur?
Fe
43
# **Ferriprieve ANEMIE** Afwijkende bloedparameters?
* **Serumijzer ↓** → Daling van vrij circulerende ijzer in het bloed * **Ferritine ↓** → Daling ijzerreserves * **Totale ijzerbindingscapaciteit ↑** → transporteiwit transferrine krijgt meer vrije bindingsplaatsen
44
# **Ferriprieve ANEMIE** Welke bijkomende symptomen van ijzergebrek?
* **Bleke mucosae** * **Stomatitis**: ontsteking van de mond * **Brokkelige, vervormde nagels** (‘lepeltjesnagels’) * **pica**: eten van oneetbare, ijzerrijke dingen * **Rusteloze benen**
45
# **Ferriprieve ANEMIE** Behandeling?
* **Primaire oorzaak** behandelen * **Peroraal Fe-substitutie** enkele maanden. Liefst preparaten **met vit C** *(betere opname in licht zuur milieu)* * **Soms** *(ziekte van Crohn, kanker-patiënten)* Fe **parenteraal** toedienen
46
# **Ferriprieve ANEMIE** Wat zijn frequente nevenwerkingen van perorale Fe substitutie?
- maag- en darmklachten - obstipatie - diarree - zwart of donkergekleurde ontlasting - metaal smaak - braken/misselijkheid
47
# **Ferriprieve ANEMIE** Waarom wordt Fe liefst niet IM toegediend?
- **resorptie** uit de spieren te **traag** - pijnlijk - **roestvlekken**
48
# **Ferriprieve ANEMIE** Kunnen we extra Fe innemen zonder duidelijk Fe-tekort?
Dit is af te raden, **teveel is schadelijk!**
49
# **Megaloblastische ANEMIE** Wat is megaloblastische anemie?
= **gevolg van tekort** aan productiefactoren **vit B12 en/of foliumzuur** > DNA-synthese wordt verstoord > RBC hebben moeite om te delen 2 essentiële vitaminen die we via voeding moeten verwerven
50
Synoniem vitamine B12
Cobalamine
51
Synoniem foliumzuur
**Folaat = vit B11 = FH4**
52
# **Megaloblastische ANEMIE** Waar komt FH4 voor? Hoe zijn onze reserves?
**Verse bladgroenten, granen, vlees en zuivel** Lichaam heeft slechts **kleine reserve** → Tekorten zeldzaam, *(enkel alcoholici)*
53
# **Megaloblastische ANEMIE** Waar komt Vit B12 voor? Hoe zijn onze reserves?
Komt **enkel voldoende voor in dierlijke producten**. → Risico voor veganisten! Er zitten **uitgebreide reserves in lever** , die pas na jaren uitgeput geraken indien geen aanvoer.
54
# **Megaloblastische ANEMIE** Waarom is Vit B12 een complexe vitamine?
Deze kan enkel door **hulp van ‘intrinsic factor’ (IF)** worden **opgenomen in het terminale ileum**. IF is een **eiwit** dat wordt **aangemaakt door cellen van de maagwand.**
55
# **Megaloblastische ANEMIE** Wat is oorzaak van tekort FH4?
- **malabsorptie** *(crohn, gastric bypass, alcoholisme)* - **Inname van foliumzuurremmers** *(bij reuma en kanker- patiënten)*
56
# **Megaloblastische ANEMIE** Wat is oorzaak van tekort aan Vit B12?
- **Veganisme** - **Malabsorptie** *(Crohn, gastric bypass, alcoholisme)* - **Totale afwezigheid van IF** door auto-immuundestructie van IF-producerende cellen in de maag = **pernicieuze anemie**
57
# **Megaloblastische ANEMIE** Morfologisch?
* **Macrocytair** * **Hyperchroom** Bij tekort aan vit B12/FH4 → DNA synthese verstoord → **RBC moeite om te delen** → RBC te groot en teveel Hb | Deze cellen zijn **megaloblasten**
58
# **Megaloblastische ANEMIE** Typische afwijkingen aan bloedparameters?
* Serumconcentraties **FH4 en/of vit B12** ↓ * **Antistoffen tegen IF** bij vermoeden pernicieuze anemie
59
# **Megaloblastische ANEMIE** Bijkomende symptomen?
**Typische langdurige neurologische** symptomen: - perifere neuropathie: gevoelsstoornissen, incontinentie - (irreversibele) motorische stoornissen, spasticiteit - geheugenverlies, irritabiliteit - dementie
60
# **Megaloblastische ANEMIE** Behandeling?
* **primaire oorzaak** behandelen * **substitutie van FH4** * **vit B12** → PO indien louter voedingsprobleem → Parenteraal IM of SC bij pernicieuze anemie
61
# **Toxische ANEMIE** Wat is toxische anemie?
= **Secundaire anemie** = **Gevolg van andere ernstige ziekte**: bij elk ontstekings- of tumoraal proces is er onderdrukking van de bloedaanmaak.
62
# **Toxische ANEMIE** Epidemiologie
**2de frequentste** na ferriprieve anemie
63
# **Toxische ANEMIE** Oorzaak?
- **chronische infecties** (tbc) - **chronische ontstekingsziektes**(reuma, lupus) - **chronische nierinsufficiëntie** (tekort aan erythropoëtine, EPO) - **kanker**
64
# **Toxische ANEMIE** 2de mechanisme dat tot bloedarmoede kan leiden bij kankerprocessen?
**Bloedverlies**
65
# **Toxische ANEMIE** Morfologisch?
- **normocytair** - **normochroom** | Aangemaakte RBC zien er normaal uit, het zijn er gewoon **minder**
66
# **Toxische ANEMIE** Typische afwijkingen aan bloedparameters bij toxische anemie?
**Afhankelijk** van onderliggende ziekte
67
# **Toxische ANEMIE** Bijkomende symptomen?
**Afhankelijk** van onderliggende ziekte
68
# **Toxische ANEMIE** Behandeling?
- **Onderliggende ziekte** behandelen - **EPO**- substitutie IV/SC - **bloedtransfusie** om Hb op te drijven tot 10g/dl
69
# **Toxische ANEMIE** Waarvoor staat EPO bekend?
Als (verboden) prestatiebevorderend middel bij sporters = **doping** Meer RBC→ meer O2 transport → uithouding hoger.
70
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Wat is hemolytische anemie?
= **versnelde afbraak van RBC** Normaal 120 dagen. Indien omwille van schadelijke factor daalt onder de 100 dagen, dan **hemolyse**
71
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Wat is de schadelijke factor die hemolyse veroorzaakt? (Oorzaken)
- **infectieus**: malaria, mazelen, klierkoorts, sepsis - **fysisch**: bij marathonlopers, brandwonden - **chemisch**: intoxicaties zoals lood, arsenicum - **auto-immuun**: bij systeemziektes (lupus), rhesus-incompatibiliteit, transfusiereacties - **splenomegalie**
72
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Wat is splenomegalie?
= **vergrote milt** De milt zorgt normaal voor het gradueel opruimen van oude RBC, maar bij een te grote milt ontspoort dit proces.
73
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Morfologisch?
- **Normo-of macrocytair** - **Normochroom** **Lichte stijging van MCV mogelijk**, door vroegtijdig vertrekken van jonge RBC (reticulocyten) uit het beenmerg naar perifeer bloed, als reactie op hemolyse. **Reticulocyten zijn iets groter dan volwassen RBC**
74
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Bloedparameters?
- **reticulocyten ↑** - **fragmentocyten** al of niet met schadelijke factor in beeld: *(bij malaria vb parasieten zichtbaar in RBC)* Uit de kapotte RBC: - **enzymen**, zoals **LDH** *(lactaat dehydrogenase)* - **Hb** → bindt aan haptoglobine dus **haptoglobine** ↓ → haem wordt afgebroken tot billirubine dus **billirubine** ↑
75
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Term voor beschadigde RBC
**fragmentocyten**
76
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Wat doen we bij vermoeden auto-immuunproces?
**Coombs-test** die de aanwezigheid van antistoffen tegen RBC kan bevestigen.
77
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Wat zijn bijkomende symptomen?
**Icterus**door billirubine ↑ Gele kleur eerst zichtbaar aan oogwit.
78
# **Hemolytische ANEMIE (verworven)** Behandeling?
**Afhankelijk** van onderliggende ziekte… Eventueel transfusie zo nodig.
79
# **Hemolytische ANEMIE (erfelijk)** Wat is hemolytische anemie (erfelijk)?
**Chronische** vorm van **hemolytische anemie** - door aangeboren afwijkingen aan het **hemoglobine** - of door afwijkingen aan *(normaal biconcave)* **vorm v RBC** *(vb sikkelanemie)*
80
# Anemie is een belangrijk klinisch patroon bij bloedanalyse. Welk tweede klinisch patroon is ook belangrijk om tijdig te herkennen?
Optreden van **afweerreactie vh organisme** → Letten op tekenen van **geactiveerde interne verdedigingssystemen**. - leukocyten - acuut fase eiwitten zoals CRP - antistoffen
81
# **LEUKOCYTOSE** Wat is leukocytose?
= **stijging van het totale aantal WBC/mm³** Bij inflammatoire reactie worden extra WBC vrijgezet vanuit beenmerg onder invloed van onstekingsmediatoren. Stijging is meetbaar in bloed.
82
# **LEUKOCYTOSE** Wat is de leukoformule? Hoe ziet die er meestal uit bij leukocytose?
**Onderlinge verhouding van 5 subtypes** WBC analyseren. Meeste gevallen leukocytose: stijging neutrofielen
83
# **LEUKOCYTOSE** **Overzicht subtypes WBC** die stijgen met oorzaken.
84
# **LEUKOCYTOSE** Oorzaak neutrofilie?
**Stijging neutrofielen.** - bacteriële infecties - brandwonden - myocardinfarct - stress - roken
85
# **LEUKOCYTOSE** Oorzaken eosinofilie?
**Stijging eosinofielen** - allergie - parasitaire infecties
86
# **LEUKOCYTOSE** Oorzaken basofilie?
**Stijging basofielen** - kanker
87
# **LEUKOCYTOSE** Oorzaken monocytose?
**Stijging monocyten** - chronische infecties
88
# **LEUKOCYTOSE** Oorzaken lymfocytose?
**Stijging lymfocyten** - virale infecties - chronische infecties
89
# **LEUKOCYTOSE** Wat is leukemie?
**Speciaal geval van leukocytose.** Optreden van **kwaadaardige woekering van WBC of voorlopers ervan (blasten)** Hoge waarden WBC (> 50 000/ mm3)
90
# **LEUKOCYTOSE** Welke soorten leukemie zijn er?
**Myeloïde leukemie** = Vnl stijging WBC myeloïde reeks (neutrofielen, eosinofielen, basofielen, monocyten) **Lymfatische leukemie** = vnl stijging WBC lymfoïde reeks (lymfocyten)
91
# **LEUKOCYTOSE** Wordt elke leukemie gekenmerkt door leukocytose?
**Neen!** Leukemie met ↓WBC is **aleukemische leukemie**
92
# **LEUKOCYTOSE** Hoe heet een daling van alle bloedcellen?
**Pancytopenie**
93
# **LEUKOCYTOSE** Wat zijn oorzaken van leukemie?
- **afwijkingen in DNA** overgeërfd - **radioactieve straling** - frequent contact met **kankerverwekkende stoffen** - mogelijk ook **rol van virussen**
94
# **LEUKOPENIE** Wat is leukopenie?
**daling** van het totale aantal WBC/mm³
95
# **LEUKOPENIE** Waarvan kan leukopenie een gevolg zijn?
- **verminderde aanmaak** in het beenmerg *vb. leukemie* - **beschadiging door toxische stoffen** *vb. chemotherapie* - **acuut, hoog verbruik** *vb. massieve infecties, sepsis*
96
# **LEUKOPENIE** Overzicht vormen Leukopenie
97
# **LEUKOPENIE** Wat is neutropenie? Oorzaken?
**daling neutrofielen** - na chemotherapie - sepsis - leukemie
98
# **LEUKOPENIE** Wat is Lymfopenie?
**daling lymfocyten** - virale infecties - HIV/AIDS - leukemie
99
# **LEUKOPENIE** Bij ernstige vormen leukopenie is onderscheid in subtypes niet meer betrouwbaar. Wat doen we dan?
We houden een **telling van absolute aantal neutrofielen of lymfocyten.**
100
# **LEUKOPENIE** Wat is agranulocytose?
- bijzondere vorm van leukopenie - **een medische urgentie** - **bijna of volledig verdwijnen van neurofiele granulocyten** uit het bloed - Vaak gepaard met **neutropene koorts** - meestal medicatie-geïnduceerd, typisch 10 dagen na start cytostatica of thyreostatica | LEVENSBEDREIGEND
101
# **AGRANULOCYTOSE** Risicofactoren?
P die chemotherapie krijgen. Weerstand ⭣⭣
102
# **LEUKOPENIE** Absolute telling bij neutropenie
neutrofielen **< 1500/mm³**
103
# **LEUKOPENIE** Absolute telling bij agranulocytose
neutrofielen **< 500/mm³**
104
# **LEUKOPENIE** Waarom is dit levensbedreigend?
Zonder neutrofielen, **geen voldoende aspecifieke afweer**
105
# **LEUKOPENIE** Symptomen?
- **Neutropene koorts** - Keelpijn, angina, orale ulceraties *(aften)* - Veralgemeende **infectie**, sepsis
106
# **LEUKOPENIE** Behandeling?
- hospitalisatie - **stoppen** van **uitlokkende medicatie** - antibiotica - **groeifactoren** → stimuleren aanmaak granulocyten
107
# **ACUUT FASE RESPONS** Wat is acuut fase respons?
**Geheel aan metabole veranderingen** dat optreedt in het lichaam als **gevolg van infammatoire stimulus.** Inflammatie in het lichaam → **plasmaconcentraties van 30-tal eiwitten ↑**
108
# **ACUUT FASE RESPONS** Hoe noemt deze heterogene groep eiwitten? Wat doen ze?
**Acuut fase eiwitten.** Elk van hen heeft een taak in het opbouwen van onze inmuunrespons.
109
# **ACUUT FASE RESPONS** Voorbeelden acuut fase eiwit
* CRP = C-reactief proteïne * Fibrinogeen * Ferritine * Plasminogeen * Haptoglobine
110
# **ACUUT FASE RESPONS** Waarom is het bepalen van de **acuut fase eiwitten** belangrijk?
- **detecteren** van een **inflammatie** - **inschalen van de ernst** van de inflammatie - **opvolgen van het effect** van de behandeling
111
# **ACUUT FASE RESPONS** Enkele aandachtspunten bij bepaling acuut fase eiwitten.
- **aspecifieke respons** *(zegt niets over oorzaak)* - acuut fase kan **betekenis** van **bepaalde bloedanalyses verstoren** *(vb ferritine steeds hoog bij inflammatie, geen betrouwbare ijzerreserves meetbaar op dat moment)* - in praktijk gebeurt **meting via ESR en CRP**
112
# **ACUUT FASE RESPONS** Leg uit : ESR
**Erythrocytensedimentatie** - geen 'eiwit' - mate waarin **RBC aan elkaar kleven** (rouleaux vorming) - hangt sterk samen met concentraties van acuut fase eiwitten zoals fibrinogeen, dus **indirecte maat voor acuut fase respons** - kan **enkele dagen** voordat test positief is (CRP enkele uren)
113
# **ACUUT FASE RESPONS** Waarden CRP
Sterke CRP-stijgingen **> 10mg/l** (100mg/dl) wijzen steeds op **ernstige pathologie**
114
# **VERHOOGDE BLOEDINGSNEIGING** Oorzaak?
Treedt op door **problemen** ter hoogte van: * de **bloedplaatjes**, * de **stollingsfactoren** * of de **bloedvaten** zelf
115
# **AGGREGATIESTOORNISSEN** Wanneer spreken we van trombocytopenie?
Als het **aantal plaatjes < 50 000/mm³.**
116
# **AGGREGATIESTOORNISSEN** Oorzaken van aggregatiestoornissen
- **gebrekkige productie** *(vb.beenmergfalen bij leukemie)* - **verhoogde afbraak** *(vb. bij splenomegalie)* - **medicatie** *(vb. bij penicilline)* - **ITP**
117
# **AGGREGATIESTOORNISSEN** Wat is ITP?
**= Idiopathische Trombocytopenische Purpura** Voorbijgaande **auto-immuunaandoening** bij **kinderen** waarbij **plaatjes** worden **afgebroken** door auto-antistoffen. Geen precieze oorzaak. Treedt op in weken **na virale luchtweginfectie**
118
# **AGGREGATIESTOORNISSEN** Symptomen ITP
- Petechiën of purpura - Mucosale bloedingen
119
# **AGGREGATIESTOORNISSEN** behandeling ITP
Toedienen van **corticosteroïden of immunoglobines** Bij ernstige gevallen gebeurt een splenectomie. Omdat dit de plaats is waar plaatjes worden afgebroken.
120
Wat is splenectomie?
**Verwijderen van milt.**
121
Welke preventie maatregel bij elke patiënt na wegname milt? (denkvraag)
Infectierisico verminderen: **vijfjaarlijkse vaccinatie tegen pneumokokken**.
122
# **COAGULATIESTOORNISSEN** Coagulatiestoornissen komen door ____ en ____ tekorten.
Erfelijke en verworven
123
# **COAGULATIESTOORNISSEN** Welke erfelijke tekorten?
- **hemofilie A** *(erfelijke deficiëntie FVIII)* - **hemofilie B** *(erfelijke deficiëntie FIX)* - **ziekte Von Willebrand**
124
# **COAGULATIESTOORNISSEN** Leg uit: ziekte Von Willebrand
De meest voorkomende **erfelijke stollingsstoornis.** Het ontbreken van de Van willebrandfactor (VWF) **zorgt voor milde stollingsproblemen doordat FVIII moeilijker kan binden aan de vaatwand.**
125
# **COAGULATIESTOORNISSEN** Welke **verworven** tekorten bij coagulatiestoornissen?
- **leverziekte**: hepatitis, cirrose (aanmaak stollingsfactoren daalt) - **overdosage van vitamine K**-antagonisten
126
# **COAGULATIESTOORNISSEN** Symptomen?
- **initiële hemostase** (propvorming) door de trombocyten is **bewaard** - weinig stollingsproblemen vanuit kleine wondjes - **bij hemofilie vaak interne bloedingen** vb gewrichten of spieren *belangrijk: geen IM-inspuitingen toe te dienen*
127
# **VAATSTOORNISSEN** Wat is DIC?
- **Diffuse intravascular coagulation** of verbruikscoagulopathie - gevolg van **ernstige infecties**waarbij de **vaatwand uitgebreid beschadigd** ⭢ **stollingscascade op hol** slaat.
128
# **VAATSTOORNISSEN** Wat raakt er opgebruikt door het vormen van stolsels in het lichaam (DIC)? Gevolg?
**Plaatjes en stollingsfactoren** Paradoxaal gevolg: het algemene bloedingsrisico neemt toe.
129
# **LONGEMBOLIE** Wat is longembolie? | Meest frequente oorzaak?
**LE** = **trombotische occlusie in pulmonale, arteriële circulatie**, *dwz truncus pulmonalis , linker of rechter longslagader of vertakkingen hiervan* | Trombus is 90% vd gevallen een afbrokkeling van DVT
130
# **LONGEMBOLIE** Risicofactoren?
**triade van Virchow**
131
# **LONGEMBOLIE** Tot wat leidt LE?
**'ventilatie/perfusie-mismatch'** waarbij stuk van long wel nog **verlucht** wordt, maar **niet meer doodbloed** ⭢ **O2 in bloed ⭣** ⭢ **AH ⭡**
132
# **LONGEMBOLIE** Klinisch beeld?
Sterk gevarieerd van - **multipele, kleine embooltjes** ⭢ weinig klachten - tot **massieve embolisatie in truncus pulmonalis** ⭢ zadelembool, leidt tot fatale obstructieve shock
133
# **LONGEMBOLIE** Klassieke symptomen?
- Dyspnoe - Thoracale pijn - Hemoptoë
134
Term voor bloed ophoesten
Hemoptoë
135
# **LONGEMBOLIE** Extra symptomen?
- Tachypnoe - Tachycardie, palpitaties - Tekenen van obstructieve schock
136
# **LONGEMBOLIE** Diagnose?
- **opsporen van DVT** - **Labo: D-dimeren** (< 500ng/ml sluit LE meestal uit - **ECG** is meestal afwijkend - Angiografie **(CT) van longbloedvaten**: stolsels?
137
# **LONGEMBOLIE** Behandeling?
- Hemodynamisch **stabiliseren** *(vb. shock behandelen)* - **anticoagulantia** gedurende min. 3mnd - in **ernstige gevallen** ⭢ **trombolyse**: medicamenteus oplossen: trombolytica ⭢ **embolectomie:** chirurgisch verwijderen
138
# **VKF** Wat is VKF
**voorkamerfibrillatie** = **chaotische, electrische activiteit** van beide voorkamers door **wegvallen pacemakeractiviteit** van sinusknoop.
139
# **VKF** Risicofactor?
Oudere leeftijd
140
# **VKF** Epidemiologie
Meest voorkomende ritmestoornis
141
# **VOORKAMERFIBRILLATIE** Pathofysiologie?
**Contractie van de voorkamers verloopt ongecoördineerd.** Abnormale elektrische activiteit ontstaat in de spierige wand van de 4 longaders ⭢ Op onregelmatige intervallen bereiken elektrische impulsen de AV-knoop ⭢ voortgeleid naar de ventrikels ⭢ gecoördineerde contractie | Hart pompt dus wel bloed in systeemcirculatie ⭢ niet levensbedreigend
142
# **VOORKAMERFIBRILLATIE** Diagnose?
- **volstrekt onregelmatige tachycardie** (90-170/min) - **geen P-toppen** (P-toppen wijzen op contractie van de atria) - VKF kan **episodisch** optreden **of chronisch**
143
# **VOORKAMERFIBRILLATIE** Symptomen?
Vaak **asymptomatisch** - palpitaties - pols voelt zwakker - dyspnoe - symptomen van hartfalen
144
# **VOORKAMERFIBRILLATIE** Complicaties?
Door fibrilleren v voorkamerwand **verhoogt risico op stase bloed** (vb. typisch Li-hartoortje) ⭢ trombi in systeemcirculatie ⭢ occlusie van slagader in hersencirculatie ⭢ cerebrovasculair accident
145
# **VOORKAMERFIBRILLATIE** Behandeling?
**1. RYTHM-control** = patiënt terugbrengen nr normaal sinusritme ⭢medicatie, ⭢ elektrische schokken = **cardioversie** ⭢ catheterablatie ter hoogte uitmondingen longaders **2.RATE-control** = vertragen van onregelmatig hartritme om patiënt meer comfort te geven ⭢medicamenteus **3.PREVENTIE EMBOLISATIE** ⭢ opstarten vit K-antagonisten ⭢ zeker bij cardioversie nodig om patiënt eerst te ontstollen *(terug in sinusritme zou trombus voor CVA kunnen zorgen)*
146
# **ZUURSTOFSATURATIE** Wat is arteriële zuurstofsaturatie SaO2?
Is een **maat voor de hoeveelheid O2 die aan het hemoglobine in RBC gebonden is**. Verhouding wordt gemeten tss verzadigd hemoglobine en totaal hemoglobine.
147
# **ZUURSTOFSATURATIE** Term voor O2-verzadigde hemoglobine
**oxy-hemoglobine**
148
# **ZUURSTOFSATURATIE** Hoe meten we zuurstofsaturatie?
- **pulsoximetrie**: meting aan vingertop of oorlel met sensor =**SpO2** - **arteriële bloedgassen** (ABG): perifere arteriële punctie (a. radialis) = **SaO2**
149
# **ZUURSTOFSATURATIE** Wat is het nut van zuurstofsaturatie bepaling?
Belangrijk **hulpmiddel in diagnose hypoxie** *(niet makkelijk om klinisch te bepalen)*. Zichtbare cyanose treedt pas op onder SaO2 80%
150
# **ZUURSTOFSATURATIE** Wat is hypoxie?
een toestand waarbij er **onvoldoende O2 voorziening is naar de weefsels**
151
# **ZUURSTOFSATURATIE** Mogelijke oorzaken hypoxie
- problemen met **oxygenatie** thv longen (vb. longziekten, luchtwegobstructie) - problemen met **perfusie** thv weefsels (vb. shock) - problemen met **bloed zelf** (vb anemie)
152
# **PULSOXIMETRIE** Referentiewaarden pulsoximetrie
Sp is **verlaagd** indien: * **< 95 %** gezond individu * **≥ 5% daling** tov baseline
153
# **PULSOXIMETRIE** Factoren die pulsoximetrie kunnen verstoren
**VALS VERLAAGD** - beweging van patiënt, tremor - slechte perifere perfusie (vb schock) - hypothermie - ernstige anemie - donkere nagellak (minder bij rode kleur) **VALS VERHOOGD** - CO-vergiftiging: CO verbindt aan Hb ⭢ carboxy-Hb absorbeert licht op gelijke manier. Zelfde bij zware rokers!
154
# **PULSOXIMETRIE** TIPS bij interpretatie SaO2 of SpO2
- SaO2 géén gevoelige parameter: daling betekent dat er iets ernstig mis is. - Ken je toestel. Sommige geven gemiddelde aan. - Gebruik van percentages ⭢ 90% klinkt positief. - vertrouw niet te veel op klinisch beeld om ernst hypoxie in te schatten