Hoofdstuk 7: Nieren en urinewegen Flashcards

(73 cards)

1
Q

Term voor geen urineproductie

A

Anurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Term voor pijn, branderig gevoel bij plassen

A

Dysurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Term voor pijnscheuten thv nieren

A

Nierkolieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Percussie van nierstreek is pijnlijk. Term?

A

Nierslagpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Term voor te lage urineproductie

A

Oligurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Term voor te hoge urineproductie

A

Polyurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Term voor frequente, kleine hoeveelheden plassen

A

Pollakisurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Term voor symptomen die het gevolg zijn van de opstapeling ureum in het bloed

A

Uremie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke soorten urine-onderzoeken zijn er?

A
  • Observatie
  • Microscopisch (sediment)
  • Biochemisch
  • Dipstick
  • Urinecultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Licht toe: microscopisch onderzoek van urine

A
  1. Centrifugeren van verse urine
  2. Sediment onderzoeken onder microscoop

Opsporen van RBC, WBC, bacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Term voor RBC in urine

A

Hematurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Term voor WBC in urine

A

Leukocyturie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Term voor bacteriën in urine

A

Bacteriurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Licht het biochemisch onderzoek van urine toe

A
  1. 24-uurscollectie van de urine
  2. Staal wordt onder microscoop bekeken en onderdelen worden geteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Term voor eiwitten in urine

A

Proteïnurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Term voor glucose in urine

A

Glucosurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Term voor hemoglobine in urine

A

Hemoglobinurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Term voor bilirubine in urine

A

Biliribinurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Licht de dipstick-methode toe

A
  1. Nagaan of een bepaalde stof al dan niet aanwezig is
  2. Biochemisch onderzoek nodig indien positief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Licht de urinecultuur als onderzoek toe.

A
  1. Urinesediment is positief op bacteriurie
  2. Afname midstreamstaal
  3. Urinekweek om gepaste AB te kunnen bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is GFR?

A

Glomerulaire filtratiesnelheid

Hoeveel bloed per minuut geklaard wordt van afvalstoffen. Normaal ±125ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke afvalstof zegt ons het meest over GFR?

A

Creatinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe kan je de GFR berekenen? Welke kritische opmerking moet je hierbij in gedachten houden?

A

Leeftijd, geslacht, gewicht en serumcreatinine

Verband tussen GFR en creatinine is niet lineair.
=> een kleine steiging van creatinine moet je al serieus nemen, nieren hebben grote reservecapaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke soorten endoscopieën zijn hier relevant?

A

Cytoscopie (blaas)
Ureteroscopie (ureter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Verklaar waarom je bij proteïnurie vaak ook oedeem kan observeren?
Bij proteïnurie zijn is het **eiwitgehalte in het bloed verlaagd** omdat de eiwitten uitgeplast worden. Het **water** gaat zich telkens **voortbewegen in de richting van de meeste eiwitten**. De weefsels die de bloedvaten omgeven krijgen op een bepaald moment een hogere concentratie eiwitten waardoor het vocht zich in die richting zal bewegen.
26
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Definitie?
Plots optredende **verminderde** mogelijkheid van de nier om schadelijke **(afval)stoffen uit te scheiden** in de urine, gepaard gaand met een **gestoorde vochtbalans**. - Kan **levensbedreigend** zijn - Veelal **reversibel**.
27
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Welke oorzaken zijn er?
1. Prerenaal (voor nieren) 2. Renaal (in nieren) 3. Postrenaal (voorbij nieren)
28
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Bespreek prerenale nierinsufficiëntie
Wanneer er **onvoldoende bloedtoevoer** is naar de nieren Door vb: - Hypovolemische shock (PPH) - Chronisch hartfalen
29
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Bespreek renale nierinsufficiëntie
Wanneer er een **ziekteproces in het nierweefsel** is. Door vb: - Acute glomerulonefritis - Acute tubulusnecrose
30
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Bespreek postrenale nierinsufficiëntie
Wanneer de **afvoer van urine** is **belemmerd** Door vb: - Tumor in urinewegen - Niersteen
31
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Symptomen?
- Oligurie - Anurie - Oedeem - Dyspnoe - **Uremie**
32
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Diagnostiek?
**Bepalen GFR.** <90ml/min = nierfalen <15ml/min = dialyse
33
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Complicaties?
**Elektrolietenstoornissen** zoals **hyperkaliëmie** *(→aritmie/hartstilstand)*
34
# __ACUTE NIERINSUFFICIËNTIE__ Behandeling?
**Oorzaak** opsporen en opheffen → causaal Desnoods **dialyse**
35
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Definitie?
**Geleidelijke daling van de nierfunctie** over vele jaren heen. Progressief verlies aan nefronen → **irreversibel**.
36
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Pathofysiologie?
Meestal door: 1. Diabetes 2. Arteriële hypertensie
37
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Symptomen?
- Oedeem - Gewichtstoename - Hypertensie - Nycturie - Ver gevorderd: uremie | Gaat geleidelijk aan
38
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Pathofysiologie?
Meestal door: 1. Diabetes 2. Arteriële hypertensie
39
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Diagnostiek?
**Bepalen GFR.** <90ml/min = nierfalen <15ml/min = dialyse
40
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Complicaties?
**Elektrolietenstoornissen**: hyperkaliëmie **Anemie** door EPO-tekort
41
# __CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE__ Behandeling?
- Voeding (beperken vocht, kalium, eiwit) - Causale behandeling - Dialyse - Niertransplantatie
42
Welke soorten dialyse zijn er? Leg ze eenvoudig uit.
**HEMODIALYSE**: Arteriële lijn: bloed stroomt doorheen **kunstnier** buiten het lichaam om afvalstoffen te filteren. 4 uur enkele keren/week in het **ziekenhuis** **PERITIONAALDIALYSE**: 2l steriel vocht (= **dialysaat**) wordt in de abdominale holte gebracht. Het **peritoneum** dient als dialysemembraan. Na de uitwisseling wordt het vocht (met afvalstoffen) terug verwijderd en vervangen door vers dialysaat. P kan dit **thuis** zelf doen.
43
# __UROLITHIASIS__ Definitie?
= **stenen** in de **urinewegen** = nefrolithiasis
44
# __UROLITHIASIS__ Pathofysiologie?
Mineraalafzetting door een **onevenwicht** in concentratie van stoffen. 4 types *(↓frequentie)*: 1. **Kalkstenen** (calcium) 2. **Struvietstenen** (bacteriele activiteit, kan evolueren naar **koraalstenen**) 3. **Urinezuurstenen** 4. **Cystinestenen**
45
# __UROLITHIASIS__ Risicofactoren?
- Mannen - 30-50 jaar
46
# __UROLITHIASIS__ Symptomen?
- Koliekpijn - Nausea, emesis - Pollakisurie, hematurie, dysurie
47
# __UROLITHIASIS__ Diagnostiek?
- Urine-onderzoek - Echografie - **CT Abdomen** (beste volgens onze vriend Maarten)
48
# __UROLITHIASIS__ Behandelingsmogelijkheden?
1. Afwachten 2. Niersteenvergruizing 3. Ureteroscopische verwijdering 4. Percutane nefrotomie
49
# __UROLITHIASIS__ Bespreek de behandeling: afwachten. ## Footnote Wanneer voldoet deze techniek niet?
Meestal worden ze **spontaan** uitgeplast. **Wachten en pijn bestrijden** met NSAID als Diclofenac. NIET veel beginnen drinken → meer stuwing op ureter ## Footnote Blijvende klachten, UWI, hydronefrose → verdere behandeling (20% v/d gevallen)
50
Term voor nierstuwing
Hydronefrose
51
# __UROLITHIASIS__ Bespreek de behandeling: niersteenvergruizing.
* **ESWL**: extracorporele shock wave lithotripsie * P ligt tegen **waterkussen**. **Ultrageluidschokgolven** worden erdoor gestuurd die de nierstenen vergruizen. * Dit gebeurt onder **radiologische** begeleiding.
52
# __UROLITHIASIS__ Bespreek de behandeling: uteroscopische steenverwijdering.
* Dunne, flexibele **buis** (met camera) wordt de steen **gevisualiseerd en verwijderd**. * Soms plaatsing van **stent** om de afvloei van urine te bevorderen. * Beste optie tijdens de **zwangerschap** (geen radioactieve stralen nodig).
53
# __UROLITHIASIS__ Bespreek de behandeling: percutane nefrotomie.
Een operatie waarbij een verbinding wordt gemaakt tussen het nierbekken en de buitenwereld om een grote steen (bv. koraalsteen) te verwijderen.
54
Waarom zijn UWI een gevaar in de zwangerschap?
Onbehandelde asymptomatische bacteriurie of acute cystitis → grote kans op nierbekkenontsteking (**pyelonefritis**) → hospitalisatie
55
Wat is LUTS?
Lower Urinary Tract Symptoms
56
# __URETHRITIS__ Pathofysiologie?
- **Lage** urineweginfectie - Gonokokken/chlamydia → **SOA**
57
# __URETHRITIS__ Symptomen?
- Vaak asymptomatisch - Vaginale/urethrale afscheiding - Contactbloedingen - LUTS
58
# __URETHRITIS__ Complicaties?
- Pelvic Inflammatory Disease (PID) → fertiliteitsproblemen - Andere SOA's
59
# __URETHRITIS__ Diagnose?
Urine-onderzoek Vaginale wisser
60
# __URETHRITIS__ Behandeling?
- **AB** - **Partner** behandelen
61
# __CYSTITIS__ Definitie?
* = **Blaasontsteking** * **Lage** urineweginfectie * Meestal **bact uit colon**
62
# __CYSTITIS__ Symptomen?
* LUTS: dysurie, pollakisurie, hematurie... * Pijn in onderbuik | Géén systemische klachten!
63
# __CYSTITIS__ Diagnose?
- Dipstick: WBC, nitriet - Biochemisch: >100k bact/ml, RBC, WBC - Urinekweek
64
# __CYSTITIS__ Behandeling?
* Neigt naar **spontane genezing** * **AB** * **Preventie**: drinken ↑, plassen ↑, plassen na coïtus, aanzuren urine (vb veenbessensap)
65
# __PYELONEFRITIS__ Definitie?
**Bacteriële ontsteking** van het **nierbekken** en het **nierparenchym** veroorzaakt door een pusvormende bacterie
66
# __PYELONEFRITIS__ Pathofysiologie?
Doorgaans het gevolg van een **opstijgende cystitis**.
67
# __PYELONEFRITIS__ Waarom hebben zwangeren hier een hoger risico op?
Toegenomen **stase** van de urine in het nierbekken en de urethers
68
# __PYELONEFRITIS__ Symptomen?
- **Systemische klachten**: pols ↑, koorts... - Hevige rugpijn - LUTS
69
70
# __PYELONEFRITIS__ Diagnose?
- Urine-onderzoek, kweek - Bloedafname (CRP, GFR...)
71
# __PYELONEFRITIS__ Complicaties?
- Verspreiding via bloedbaan → urosepsis → septische shock - Blijvende daling van nierfunctie
72
# __PYELONEFRITIS__ Behandeling?
- Hospitalisatie - IV- AB
73
# __PYELONEFRITIS__ Preventie?
**Routinematig screenen** op asymptomatische bacteriurie tijdens de zws