II. INLEIDENDE BEPALINGEN BOEK 6 Flashcards
(8 cards)
1
Q
statuut bepalingen
A
- aanvullend recht
- tenzij uit tekst blijkt van niet
- tenzij uit draagwijdte blijkt van niet = definitie of constitutieve bestanddelen van grondslag van AH
- tenzij andere wet uitzondering voorziet
2
Q
samenloop: probleemstelling (C >< BC)
A
- aanvullende werking GT: AZN geldt ook in C
- verjaringsregime: C = 10 jaar <-> BC = 5 of 20 jaar
- C = voorzienbare schade <-> BC = integrale schadeloosstelling
> Boek 6: voorzienbaarheid als mogelijk criterium voor AZN - C heeft vaak AH bedingen of schadebedingen
- hulppersoon:
> A = hoofdSE; B = hoofdSA; X = HP
> A kan B C aansprakelijk stellen
> A kan X eventueel BC aansprakelijk stellen, maar: vroeger quasi-immuniteit uitvoeringsagent/HP
3
Q
samenloop: oude regels
A
- samenloopverbod
> C = impliciete uitsluiting BC AH - relatief: uitzonderingen
> C fout = misdrijf
* probleem: inflatie strafrechtelijke bepalingen
> gemengde fout en zuiver BC schade
> C binnen reglementaire verhouding - quasi-immuniteit HP
> HP =/= partij aan C tssn A en B (Stuwadoorsarrest) (geen C AH)
> HP =/= derde aan C tssn A en B (BC AH indien uitzondering) - immuniteit voor niet-herhaalde lichte fouten: WN, vrijwilligers
- immuniteit voor foutieve uitspraken: magistraten (geen persoonlijke AH)
- bevrijdingsbedingen mogelijk
4
Q
samenloop: nieuwe regels
A
- niet-exclusieve werking
- keuze
- bescherming hulppersoon
5
Q
niet-exclusieve werking
A
- samenloop/gelijktijdige toepassing
- uitzonderingen
> wet/contract bepaalt anders (C samenloopverbod)
> HDN
* lex specialis > lex generalis
* latere wet > vroegere wet
* internationale norm > nationale norm
* hogere wet > lagere wet
6
Q
keuze C en BC
A
- afschaffing samenloopverbod
- benadeelde moet kiezen in conclusie (niet dagvaarding)
> vw: schade veroorzaakt door niet-nakoming C verb - uitzondering: wet/C bepaalt anders
> C samenloopverbod indien expliciet - correctie: verweermiddelen
> uit C met benadeelde (algemeen bevrijdingsbeding = C en BC; andere regeling expliciteren)
> uit wetgeving inzake bijzondere C
> uit bijzondere verjaringsregels toep op C - uitzondering op correctie = BC vorderen zonder beroep op verweermiddelen
> aantasting fysieke/psychische integriteit
> opzet (fraus)
> C afwijkingen hiervan NIET mogelijk: openbare orde + ongeldige bevrijdingsbedingen
7
Q
bescherming hulppersoon
A
- A = HSE; B = HSA; X = HP
- GEEN C AH vordering van A tegen X; geen rechtstreekse vordering
> X heeft rechtstreekse vordering tegen A + kwalitatieve rechten - WEL BC AH vordering van A tegen X (HP = derde tov C)
- uitzondering: wet/C bepaalt anders (C immuniteit)
- correctie 1: derdenwerking interne gevolgen hoofd C
> X mag alle verweermiddelen tegenwerpen aan A die B kan tegenwerpen aan A - correctie 2: derdenwerking interne gevolgen onder C
- uitzondering op correcties = niet-tegenwerpelijkheid verweermiddelen
> aantasting fysieke/psychische integriteit
> opzet (fraus)
8
Q
rechtspersonen
A
- gelijke behandeling (ook OH AH)
- uitzondering: wet kan anders bepalen
> bepaalde types extrapatrimoniale schade kan RP niet lijden (wel morele schade)
> specifieke invulling AH regels en vwn