V. OORZAKELIJK VERBAND Flashcards

(13 cards)

1
Q

basisregels OV

A
  • noodzakelijke vw
  • voldoende vw
  • kennelijke onredelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noodzakelijke voorwaarde

A
  • CSQN-test
  • in concreto beoordeling
  • feitelijke causaliteit
  • HVC: rechtmatig alternatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rechtmatig alternatief

A
  • noodzakelijke vw
  • foutieve gedeelte van gedraging vervangen door rechtmatig alternatief
  • historiek schadegeval niet wijzigen: alle andere omstandigheden moeten gelijk blijven
  • omissie vervangen door positieve gedraging
  • onrechtmatige gedraging heeft geen rechtmatig alternatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voldoende voorwaarde

A
  • correctie op CSQN-test
  • indien samenloop voldoende vwn + dubbele/overgedetermineerde oorzakelijkheid + gelijktijdige feiten –> toch oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

equivalentieleer

A
  • meerdere noodzakelijke vwn = equivalent
  • geen selectie volgens ernst vw of ander criterium
    > geen adequatieleer
  • geen 2e test (juridische causaliteit)
    > NL: leer van de redelijke toerekening (na CSQN-test)
    > uitzondering: voorbeschiktheid (arrest Pensin)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kennelijke onredelijkheid

A
  • correctie op equivalentieleer
  • juridische causaliteit
  • algemeen criterium: dermate verwijderd + kennelijk onredelijk
  • bijzondere criteria
    > onwaarschijnlijkheid
    > niet betekenisvol bijgedragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pluraliteit aansprakelijken: hypotheses

A

combinatie fout schadeverwekker met:
- fout derde = mede-aansprakelijken
- eigen fout benadeelde
- niet-foutief gedrag benadeelde
- niet-menselijke toevalsfactor of niet-foutief gedrag derde
- voorbeschiktheid benadeelde
- zelfstandige juridische oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mede-aansprakelijken

A
  • in solidum gehoudenheid
  • vroeger onderscheid tssn samenlopende (in solidum) en gemeenschappelijke fouten (hoofdelijkheid) –> WEGGELATEN
  • ook wie aanzet of helpt (opzet vereist)
  • regresvorderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eigen fout benadeelde

A
  • AH verdeling met causale verdeelsleutel
  • bijzondere toepassing: schadebeperkingsplicht
    > geen algemene plicht: redelijke maatregelen
  • bijzondere toepassing: risico-aanvaarding
    > foutieve risico-aanvaarding = verdeling AH
    (risico-aanvaarding =/= toestemming benadeelde)
  • relatief karakter van vermoedens van AH: enkel indien derde schade lijdt
  • impact opzet (fraus)
    > eigen opzettelijke fout benadeelde = geen schadeloosstelling
    > opzettelijke fout schadeverwekker = volledige schadeloosstelling
  • minderjarigen <12 jaar: geen verdeling van AH (kan niet aansprakelijk gesteld worden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regresvorderingen

A
  • mede-aansprakelijken hebben regres met causale verdeelsleutel
  • relatief karakter van vermoedens van AH
    > foutloze AH: regres voor het geheel
  • impact opzet (fraus):
    > opzettelijke fout van diegene die heeft schadeloos gesteld = geen regres (geen verdeling van AH)
    > opzettelijke fout mede-aansprakelijken = volledig regres
    > beide opzettelijke fout = verdeling AH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bewijs OV

A
  • met redelijke zekerheid (90-95%)
  • uitzondering: met waarschijnlijkheid (75%)
    > negatieve feiten
    > positieve feiten waarvan het vanwege de aard niet mogelijk/redelijk is om zeker bewijs te verlangen
  • bijkomende oplossingen voor causale onzekerheid: proportionele AH
    > verlies van een kans
    > alternatieve AH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verlies van een kans

A
  • vroeger: aparte schadepost >< nu: op niveau van OV
  • vwn:
    > fout AH (eigen fout of iemand voor wie verantwoordelijk)
    > onzekerheid over contrafactuele toestand (= onzekerheid over feiten zonder fout)
    > zeker/serieus (niet louter hypothetisch)
  • gevolg: proportionele AH (% van de schade)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

alternatieve AH

A
  • vwn:
    > alle AH (ongeacht fout)
    > onzekerheid over factuele toestand (= niet zeker welk feit heeft veroorzaakt)
    > gelijksoortige feiten
  • gevolg: proportionele AH (% van de schade)
    > bewijs van geen oorzaak = geen AH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly