Kennisclip Betekenisanalyse Flashcards

(11 cards)

1
Q

Waar gaan betekenisanalyses van uit?

A

De klassieke conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betekenisanalyse schema

A

CS: Situatie

US/UR: Betekenis (kerngebeurtenis of thema)
referentieel of sequentieel

CR: Reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe sequentieel of referentieel aangeven?

A

Sequentieel = pijltje

Referentieel = boogje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk teken uit functie analyse wordt vaak voor de betekenisanalyse gebruikt?

A

oS- = iets negatiefs blijft uit.

Geeft inzicht in de (negatieve) situatie, die de persoon wil voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeeld oS-

A

Voorkomen woedeaanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van betekenisanalyse –> behandeling

A

pijltje:
sequentieel = disfunctionele verwachtingen falsificeren

boogje:
referentieel = US/UR- representatie herevalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeeld behandeling
US/UR-representatie herevalueren

A

COMET: training voor verbeteren zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeeld behandeling
sequentieel

A

Exposure of gedragsexperimenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeelden US/UR- representatie

A

Het gedrag zal niet stoppen (sequentieel)

Ik kan het niet aan (sequentieel)

Doet denken aan eerdere faalervaringen (referentieel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sequentieel verwoording

A

als… dan…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Referentieel verwoording

A

doet denken aan…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly