Lysias 10-20

Question 1

Οὗτος τοίνυν εἰς τοῦτο ἦλθεν29 ὕβρεως ὥστ᾿ οὐ πρότερον ἠθέλησεν30 ἀπελθεῖν31,

Answer 1

Hij ging29 (aor 3e ev A) zo ver in zijn brutaliteit dat hij niet eerder wilde30 (aor 3e ev A) weggaan31 (inf pr)

Question 2

πρὶν αὐτὸν ἡγούμενοι32 δεινὰ ποιεῖν33
οἱ παραγενόμενοι34 καὶ οἱ μετ᾿ αὐτοῦ ἐλθόντες35,

Answer 2

voordat de aanwezigen34 (ptc aor P/M) en degenen die met hem waren gekomen35 (ptc aor A) hem met geweld33 (inf aor A) verdreven hadden32 (ptc pr P),

Question 3

ἐπὶ παῖδας κόρας καὶ ὀρφανὰς εἰσιόντα,

Answer 3

terwijl ze van mening waren dat hij iets vreselijks deed toen hij bij meisjes en wezen binnendrong.

Question 4

Καὶ τοσούτου ἐδέησεν39 αὐτῷ μεταμελῆσαι τῶν ὑβρισμένων,

Answer 4

En er was zo weinig sprake van39 (aor 3e ev A) dat hij berouw had40 (inf aor A van AcI) van zijn brutaliteiten,

Question 5

ὥστε ἐξευρὼν 41 οὗ ἐδειπνοῦμεν 42 ἀτοπώτατον πρᾶγμα καὶ ἀπιστότατον ἐποίησεν43,

Answer 5

dat hij, nadat hij had achterhaald 41 (ptc aor A) waar wij aten 42 (impf 1e mv A), een zeer vreemde en zeer ongelooflijke daad deed (aor 3e ev A),

Question 6

εἰ μή τις εἰδείη 43 τὴν τούτου μανίαν.

Answer 6

als men/iemand zijn waanzin tenminste niet kende 43 (opt 3e ev A).

Question 7

Ἐκκαλέσας γάρ με ἔνδοθεν,

Answer 7

Aant.:
Ἐκκαλέσας (ptc aor A) γάρ με ἔνδοθεν (inf aor A).

Vt.:
Want *nadat hij me van binnen naar buiten** geroepen had,

Question 8

ἐπειδὴ τάχιστα ἐξῆλθον,

Answer 8

Aant.:
ἐπειδὴ τάχιστα ἐξῆλθον (aor 1e mv A),

Vt.:
(en) zodra ik naar buiten was gekomen,

Question 9

εὐθύς με τύπτειν ἐπεχείρησεν·

Answer 9

Aant.:
εὐθύς με τύπτειν (inf pres A) ἐπεχείρησεν (aor 3e ev A).

Vt.:
begon/probeerde (ε) hij mij meteen te slaan;

Question 10

ἐπειδὴ δὲ αὐτὸν ἠμυνάμην,

Answer 10

Aant.:
ἐπειδὴ δὲ αὐτὸν ἠμυνάμην (impf 1e ev M),

Vt.:
nadat ik me verdedigd had tegen hem,

Question 11

ἐκστὰς ἔβαλλέ με λίθοις.

Answer 11

ἐκστὰς (ptc aor A) ἔβαλλέ (aor 3e ev A) με λίθοις.

gooide hij met stenen naar mij, nadat hij op een afstand was gaan staan (εκ).

Question 12

Καὶ ἐμοῦ μὲν ἁμαρτάνει,

Answer 12

Καὶ ἐμοῦ μὲν ἁμαρτάνει (pr HISTORI 3e ev A).

Maar hij miste mij

Question 13

᾿Αριστοκρίτου δέ,

Answer 13

En Aristokritos,

Question 14

ὃς παρ᾿ ἐμὲ ἦλθε μετ᾿ αὐτοῦ,

Answer 14

ὃς παρ᾿ ἐμὲ ἦλθε (aor 3e ev A) μετ᾿ αὐτοῦ.

die naar mij met hem mee was gekomen,

Question 15

βαλὼν λίθῳ συντρίβει τὸ μέτωπον.

Answer 15

βαλὼν (ptc aor A) λίθῳ συντρίβει (pres 3e ev A) τὸ μέτωπον.

verwondde (σ) zijn(A) voorhoofd zwaar nadat hij(S) een steen gooide.