Middelen bij ADHD en narcolepsie Flashcards

1
Q

Wat zijn de gerbuikte middelen bij ADHD?

A

Methylfenidaat, lis-dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine, TCAD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de gerbuikte middelen bij narcolepsie?

A

Methylfenidaat, modafinil, pitolisant, oxybaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor staat ADHD? Wat zijn de symptomen?

A

ADHD= attention deficit hyperactivity disorder

3 kernsymptomen: hyperactiviteit, aandachtstekort, impulsief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke types ADHD bestaan er?

A

ADHD overwegend onoplettend
ADHD overwegend hyperactief-impulsief
ADHD gecombineerd type

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diagnose ADHD

A

Een multidisciplinaire evaluatie is nodig om echte probleemkinderen te selecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathofysiologie van ADHD

A

ADHD betreft een hypoactieve PFC met te weinig transmissie van NA en DA, die in de PFC binden op alpha2A- en D1-R respectievelijk.

Door te weinig neurotransmissie geeft dit een aandachtstekort.

Doel v/d behandeling is een optimale bezetting v/d receptoren (alpha2A en D1) in de PFC te voorzien met gebruik van o.a. amfetamines.

Indien dosis te hoog of foute diagnose –> te veel vuring DA/NA –> beztting van D2-R in nucleus accumbens –> drug-like effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dexamfetamine: werkingsmechanisme, bijwerkingen, indicatie, bijzondere voorzogen

A

werkingsmechanisme: DAT en NET reuptake inhibitor and releaser

indicatie: ADHD bij adolescenten en kinderen vanaf 6 jaar wanneer de respons op eerdere behandeling met methylfenidaat klinisch onvoldoende wordt beschouwd

bijzondere voorzorgen:
- Groei en cardiovasculaire en psychische toestand van de patiënten moeten gedurende de hele behandeling bewaakt worden.
- Er moet rekening worden gehouden met het risico van oneigenlijk gebruik en misbruik.
- Plotse stopzetting kan tot extreme vermoeidheid en depressie leiden

bijwerkingen: eetlust en gewichtverlies, insomnia, hoofdmijn, bovenbuikpijn, tachycardie, GI-stoornissen, prikkelbaarheid, verhoging van hartritme en bloeddruk, cardiomyopathie, psychiatrische stoornissen, groeivertraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Methylfenidaat: werkingsmechanisme, bijwerkingen, indicatie, CI

A

Werkingsmechanisme: DAT en NET inhibitor

Bijwerkingen: (CZS) nervositeit, prikkelbaarheid, dysforie, slaapstoornissen, hoofdpijn, buikpijn, gewichtsverlies, afgenomen eetlust, maar ook groeivertraging, tics, stijging bloeddruk en pols
–> bij 25% van de patiënten aanleiding tot
slapeloosheid en verminderde eetlust

indicatie: Doeltreffend op ADHD symptomen, referentiegeneesmiddel voor ADHD wanneer de niet-medicamenteuze aanpak alleen onvoldoende blijkt

Contra-indicaties: matige tot ernstige hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, ernstige depressie, psychose of bipolaire stoornissen en hyperthyreoïdie

Het is belangrijk om methylfenidaat restrictief en rationeel te gebruiken!
Een correcte diagnosestelling van ADHD is dan ook zeer belangrijk

Er is dringend nood aan kennis over de langetermijn effecten van methylfenidaat, o.a. op de psychosociale ontwikkeling van de kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Atomoxetine: werkingsmechanisme, indicatie, ongewenste effecten, metabolisatie, CI

A

Werkingsmechanisme: NAD reuptake inhibitor (NET inhibitor)

indicatie: Doeltreffend voor ADHD symptomen

ongewenste effecten: prikkelbaarheid, stemmingsfluctuaties, slaapstoornissen, vertigo, maar ook vijandelijk gedrag en emotionele labiliteit, epileptische convulsies, abdominale pijn, braken, anorexie, maar ook recent groeivertraging bij kinderen; tevens ernstige leverstoornissen (cardiovasculair) tachycardie & verhoging bloeddruk, maar ook verlenging QT interval, plotse dood
verder mydriasis, allergische reacties

Metabolisatie: CYP2D6

CI: matige tot ernstige hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Guanfacine: werkingsmechanisme, indicatie, ongewenste effecten, metabolistaie

A

werkingsmechanisme: centraal werkend α2A-adrenerge receptoragonist , verlengde afgifte, voor de rest niet goed gekend

indicatie: de behandeling van ADHD bij kinderen en adolescenten van 6 tot 17 jaar voor wie stimulerende middelen niet geschikt zijn, niet goed verdragen worden of waarvan is aangetoond dat zij niet effectief zijn

ongewenste effecten: sedatie, slaperigheid, hypotensie, bradycardie, syncope, verlenging van het QT- interval, gewichtstoename.

metabolisatie: CYP3A4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de verschillende keuzes bij behandeling van ADHD

A

Eerstekeus voor behandeling van ADHD bij kinderen: methylfenidaat in preparaten met gereguleerde afgifte
Tweedekeus: “immediate-release” vormen van methylfenidaat alsook atomoxetine, guanfacine
Derdekeus: tricyclische antidepressiva en andere stimulantia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Methylfenidaat: speciaal advies voor patient?

A

Zeldzaam komen convulsies voor, Raynaud fenomeen, mogelijks verhoogd cardiovasculair risico. Wordt daarom best niet ‘s avonds genomen. Belangrijk om restrictief en rationeel te gebruiken, anders ontstaan er drug-like effects (D2-R bezetting in nucleus accumbens).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Worden centrale stimulantia gebruikt in de kliniek? Zo neen, leg uit waarom en zo ja zeg waar.

A

Ja –> methylfenidaat voor de behandeling van ADHD bij kinderen –> NA en DA reuptake inhibitor om de neurotransmissie in PFC te optimaliseren.
Ook voor behandeling van narcolepsie –> methylfenidaat, modafinil…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het aangrijpingspunt van pitolisant?

A

Pitolisant wordt gebruikt bij narcolepsie en heeft een gunstig effect op de slaperigheid en alertheid overdag (echter geen normalisatie v/d slaap).
Pitolisant is een krachtige H3-R antagonist/inverse agonist. H3-R is een auto-R presynaptisch die bij binding van histamine de vrijstelling ervan inhibeert. H3-R antagonist –> disinhibitie –> meer vrijstelling histamine. Histamine kan dan binden op de postsynaptische H1-R –> beter wakker.
(H1-R targeting rechtstreeks zou ook effecten hebben perifeer (allergie). De H3-autoR vinden we vnl. centraal terug (dus geen allergie).)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is narcolepsie?

A

een slaap/waakstoornis met een neurologische oorzaak gekenmerkt door plotse, onbedwingbare slaapaanvallen overdag (duur minuten) ook al heeft de patiënt voldoende nachtrust genoten. Bij ongeveer de helft van de patiënten gaat dit gepaard met kataplexie, i.e. het plotseling verslappen van de spieren bij emoties. Oorzaak wellicht multifactorieel, doch betrokkenheid hypocretine/orexine systeem is aangetoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe pak je narcolepsie aan?

A

Methylfenidaat, modafinil en pitolisant hebben een gunstig effect op de slaperigheid en de alertheid overdag; de slaap wordt echter niet genormaliseerd.

Oxybaat heeft complexe farmacologische eigenschappen, en wordt enkel gebruikt bij narcolepsie met kataplexie; het bevordert de diepe slaap ’s nachts; een gunstig effect op de slaperigheid overdag is onvoldoende aangetoond

17
Q

Modafinil: indicatie, mechanisme, bijwerkingen

A

Indicatie: narcolepsie

Werkingsmechanisme: inhibeert DA reuptake (DAT) –> verhoogde DAerge neurotransmissie.

Bijwerkingen:
Zeer vaak: hoofdpijn.
Vaak voorkomend: duizeligheid, slaperigheid, insomnia, verhoogde hartslag, pijn op de borst, verlies van eetlust, maag- en spijsverteringsstoornissen, diarree of verstopping, gevoelloosheid of tintelingen
in handen of voeten

18
Q

Pitolisant: indicatie, mechanisme

A

indicatie: narcolepsie
mechanisme: Krachtige histamine H3-receptorantagonist/inverse agonist die de
vrijstelling van histamine in de hersenen verhoogt

19
Q

Wat is het aangrijpingspunt van pitolisant?

A

Pitolisant wordt gebruikt bij narcolepsie en heeft een gunstig effect op de slaperigheid en alertheid overdag (echter geen normalisatie v/d slaap).
Pitolisant is een krachtige H3-R antagonist/inverse agonist. H3-R is een auto-R presynaptisch die bij binding van histamine de vrijstelling ervan inhibeert. H3-R antagonist –> disinhibitie –> meer vrijstelling histamine. Histamine kan dan binden op de postsynaptische H1-R –> beter wakker.
(H1-R targeting rechtstreeks zou ook effecten hebben perifeer (allergie). De H3-autoR vinden we vnl. centraal terug (dus geen allergie).)

20
Q

Oxibaatt: indicatie, mechanisme, effect

A

Indicatie: narcolepsie

mechanisme: Gamma-hydroxybutyraat of GHB: partiële agonist voor de GABAB receptor en agonist voor de GHB receptor

effecten: Het bevordert vooral slow-wave sleep tijdens de nacht; als gevolg hiervan is de patiënt ‘s anderen- daags meer uitgerust en meer alert

ongewenste effecten: nausea en braken; slaapstoornissen, slaapapneu en
ademhalingsdepressie; neurologische (hoofdpijn, vertigo) en psychiatrische stoornissen (waaronder risico van misbruik); enuresis

CI: ernstige depressie

21
Q

Is er nog iest speciaals die gebruikt kan worden bij narcolepsie naast medicatie?

A

Caffeïne = antagonist van adenosine die indirect de werking van dopamine bevordert