Multiple choice: H7, H8, H9 & H10 Flashcards

1
Q
  1. Welke van de volgende ingrediënten kan worden toegevoegd om een wijn te ontzuren?
    a) Alkali
    b) RCGM
    c) SO2
A

a) Alkali

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Welke van de volgende is een soort mostverrijking om de potentiële alcohol van een lichte wijn te verhogen?
    a) Chaptalisatie
    b) Süssreserve
    c) Het toevoegen van druiven-eau-de-vie
A

a) Chaptalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Bij welke temperatuur stopt de fermentatie?
    a) 12 ° C
    b) 22 ° C
    c) 35 ° C
A

c) 35 ° C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Welke van de volgende wijnstijlen zou opzettelijk worden geoxideerd in gedeeltelijk gevuld eikenhout?
    a) Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc
    b) Bourgondische Pinot Noir
    c) Oloroso Sherry
A

c) Oloroso Sherry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welke wordt zowel als antisepticum als antioxidant gebruikt bij het maken van wijn?
    a) CO2
    b) H20
    c) SO2
A

c) SO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat wordt bedoeld met oversteken?
    a) De wijn wordt in een ander vat gepompt en laat het sediment achter
    b) Wijnrijping in eikenhouten vaten wordt opgeslagen op magazijnrekken
    c) De wijn wordt op de droesem gelaten en regelmatig geroerd
A

a) De wijn wordt in een ander vat gepompt en laat het sediment achter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Wat is de naam van de belangrijkste wijngist?
    a) Brettanomyces
    b) Saccharomyces cerevisiae
    c) Ambient gist
A

b) Saccharomyces cerevisiae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Welke van deze is geen vorm van klaring?
    a) Sedimentatie
    b) Filtratie
    c) SO2-toevoeging
A

c) SO2-toevoeging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wanneer wordt een dieptefilter gebruikt?
    a) Voor fermentatie
    b) Voor opheldering
    c) Voor stabilisatie
A

c) Voor stabilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Het koelen van de wijn tot onder 0 ° C om kristallen te vormen is een vorm van:
    a) Tartraatstabilisatie
    b) Microbiologische stabilisatie
    c) Zuurstofstabilisatie
A

a) Tartraatstabilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Australië en Nieuw-Zeeland waren voorstander van:
    a) Kurk sluitingen
    b) Synthetische kurken
    c) Schroefdoppen
A

c) Schroefdoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Bij het maken van witte wijn voor aromatische wijnen zoals riesling en sauvignon blanc:
    a) Rijping in nieuwe eikenhouten vaten om de wijnen te laten ademen en smaak toe te voegen
    b) Malolactische gisting om de hoge zuurgraad te verzachten
    c) Inerte vatgisting om het primaire fruitkarakter te behouden
A

c) Inerte vatgisting om het primaire fruitkarakter te behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Welke van de volgende is geen manier om zoete wijnen te maken?
    a) Chaptalisatie
    b) Toevoeging van Süssreserve
    c) Druiven na de oogst drogen
A

a) Chaptalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Welke methode levert de meest subtiel gekleurde rosé op?
    a) Direct persen
    b) Korte maceratie
    c) Mengen
A

a) Direct persen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Wat is geen techniek voor dopbeheer?
    a) Maceration carbonique
    b) Ponsen
    c) Roterende fermentatie
A

a) Maceration carbonique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly