PD psychiatrische ziekteleer Flashcards
1
Q
Waarom moet je letten bij psychatrisch onderzoek
A
2
Q
Wat is psychiatrie
A
3
Q
diagnostiek en classifiecatie psychiatrie
A
4
Q
Cognitieve, affectieve en conatieve functies
A
-Cognitieve functies
(gedachten: informatie waarnemen, opnemen, vasthouden, begrijpen, ordenen, etc.)
-Affectieve functies
(gevoelens: stemming, emoties, vegetatieve verschijnselen, etc.)
-Conatieve functies
(gedrag: motoriek, motivatie, impulsen, gedrag, etc.)
5
Q
hypervigilant
A
verhoogde alertheid, mensen reageren op alles en schrikken snel. Vaak bij PTSS