probleem 7c: creativity Flashcards
dual-proces model
Het vermogen om dominante paden van oplossingen voor een probleem te remmen, lijkt cruciaal te zijn voor het genereren van creatieve ideeën. Het dual-proces model stelt dat er twee systemen zijn:
* Systeem 1: onze dominante reacties. Deze reacties kunnen worden onderdrukt met inhibitory control.
* Systeem 2: wanneer onze dominante reacties worden onderdrukt, ontstaan er meer analytische reacties creativiteit ontstaat.
bewijs voor rol inhibitory control en creatief denken
Het sterkste bewijs dat inhibitory control is gekoppeld aan creatief denken, is geleverd door neuroimaging-onderzoeken die een positieve relatie hebben aangetoond tussen het vermogen om creatieve oplossingen voor een probleem te genereren en de activering van specifieke prefrontale hersengebieden waarvan bekend is dat deze betrokken zijn bij de executieve functies (inhibitory control).
Eerdere gedragsstudies hebben echter niet systematisch en een positieve relatie gevonden tussen creativiteit en inhibitory control (vb: disinhibition bij ADHD heeft tekenen getoond van hogere creativiteit). Het doel van de huidige studie was dus om de potentiële rol van inhibitory control bij het genereren van creatieve ideeën te bepalen.
de 2 hypothesen
- Hypothese 1: inhibitory control middelen hebben een negatieve invloed op creativiteit.
- Hypothese 2: inhibitory control middelen hebben een positieve invloed op creativiteit.
Experiment 1 + condities
In dit experiment werd onderzocht wat de invloed van inhibitory control is op creativiteit. In dit experiment werd een dual-task paradigm gebruikt om de inhibitory controlemiddelen van deelnemers te manipuleren tijdens het uitvoeren van een creatieve taak. De deelnemers werd gevraagd om zoveel mogelijk creatieve oplossingen voor te stellen om te voorkomen dat een ei breekt wanneer het van 10 meter hoogte valt.
Er waren 3 verschillende condities:
- Controlegroep: deze groep deelnemers deed twee (congruente) taken zonder dat er een inhiberende taak betrokken was.
- Enkele taakgroep: deze groep deelnemers deed alleen de creatieve taak.
- Inhiberende dubbele taak: deze groep deelnemers moest de creatieve taak uitvoeren met de (incongruente) inhiberende taak (dual-task paradigm).
–> De congruente en incongruente groep moesten de stroop-task uitvoeren waarbij deelnemers de kleur van het woord moesten opnoemen. Bij de incongruente groep (inhiberende dubbele taak) was de kleur van het woord en de kleur beschreven met het woord niet hetzelfde, bij de congruente groep (controlegroep) waren deze wel hetzelfde.
3 verschillende criteria beoordelingen
- Vloeibaarheid: het totaal aantal oplossingen dat je kon bedenken.
- Flexibiliteit: hoeveel oplossingen je kon bedenken binnen de 54 oplossing categorieën.
- Expansie: Hoe erg je buiten de fixed/dominant categorieën kan komen. Hoeveel oplossingen je had buiten de fixed oplossingen.
Hypothesen experiment 1
- Als het genereren van creatieve ideeën automatisch werkt en inhibitory control middelen de creativiteit belemmeren, dan zouden deelnemers creatiever moeten zijn tijdens de incongruente condities van de strooktest dan deelnemers in de single-taak conditie.
- Als het genereren van creatieve ideeën gebruikmaakt van inhibitory control middelen, dan zouden deelnemers minder creatief moeten zijn tijdens de incongruente condities van de strooptest dan de single-taak conditie.
- Deelnemers moeten tijdens de congruente conditie van de strooptest net zo creatief zijn als deelnemers in de single-taak conditie.
resultaten en discussie experiment 1
Resultaten
Inhibitory control belasting verminderde de creatieve mogelijkheden in termen van vloeibaarheid en expansie. Er waren geen significante verschillen in flexibiliteit. Deze bevindingen ondersteunt het dual-procesmodel van creativiteit, dat claimt dat inhibitory control vereist is om fixatie-effecten te overwinnen bij het genereren van ideeën.
Discussie
De resultaten tonen duidelijk de betrokkenheid van cognitieve controle aan bij creativiteit. Hiermee wordt dus hypothese 2 ondersteund. De bevindingen konden echter niet bepalen of de kosten van de dual-task specifiek afhingen van de inhibitory control of dat ze het gevolg waren van een meer algemene executieve controle kost.
Experiment 2 + condities
Bij experiment 1 werd geconcludeerd dat de resultaten ook konden komen door algemene executieve controle kosten. Experiment 2 werd daarom gedaan om te bepalen of het genereren van creatieve ideeën specifiek afhangt van het vermogen om fixatie-effecten (fixeren op eerdere ongepaste ideeën) te remmen. De kosten van een dual-task werden onderzocht onder een secundaire werkgeheugentaak, namelijk: deelnemers moesten patronen van puntlocaties reproduceren. Elke deelnemer werd willekeurig toegewezen aan een van de drie experimentele condities:
- Een veeleisende WM-conditie: complexe stippatronen met 2 taken.
- Een weinig veeleisende WM-conditie: gemakkelijke stippatronen met 2 taken.
- Een conditie met 1 taak.
Hypothesen experiment 2
- Als het genereren van creatieve oplossingen in de ei-taak specifiek afhangt van het vermogen om fixatie-effecten te remmen, dan zou creativiteit niet moeten afnemen onder de secundaire WM-taakbelasting.
- Als het genereren van creatieve oplossingen bredere executieve functies vereist, dan moet creativiteit ook worden aangetast onder de secundaire WM-taakbelasting.
- Als de WM schadelijk is voor creativiteit, dan zouden creatieve prestaties hoger moeten zijn onder de secundaire, veeleisende WM-taakbelasting. Het uitputten van de WM-bronnen van deelnemers met behulp van een dual-task-paradigm zou het creatieve en divergente denken moeten vergroten.
Resultaten experiment 2
De belasting van het werkgeheugen had geen significant effect op het genereren van creatieve oplossingen in termen van vloeibaarheid, expansie en flexibiliteit. Hieruit kon dus worden geconcludeerd dat andere executieve functies geen invloed hebben op creativiteit.
algemene discussie
Het doel van de studie was om de mogelijke rol van inhibitory control bij het genereren van creatieve ideeën te bepalen. Uit het onderzoek kwamen twee belangrijke bevindingen naar voren:
1. Het vermogen van deelnemers om creatieve ideeën te genereren nam af onder inhibitory controlebelasting.
2. WM-belasting had geen significant effect op het genereren van creatieve ideeën.
Alles bij elkaar genomen bevestigen deze resultaten dat inhibitory control van cruciaal belang is om fixatie-effecten te overwinnen en originele oplossingen te genereren in een creatieve taak. Het vermogen om systeem-1 redeneringen te remmen leek fundamenteel voor het genereren van creatieve ideeën, door individuen in staat te stellen om systeem-2 redeneringen te gebruiken. Dit komst overeen met het dual procesmodel van creativiteit.
Een alternatieve interpretatie van de afwezigheid van een effect van WM-belasting op creativiteit zou kunnen zijn dat de WM-taak te gemakkelijk was in vergelijking met de interferentie conditie van de strooptest. Deze hypothese lijkt echter minder waarschijnlijk, omdat is bewezen dat de taak die in de huidige studie is gebruikt effectief is in het verminderen van WM-bronnen. Er zijn echter verdere studies nodig om te bepalen of een meer veeleisende versie van de memory-taak een negatieve invloed zou kunnen hebben op het genereren van creatieve ideeën.
conclusie experiment
De resultaten suggereren dat niet alle executieve functies betrokken zijn bij creatief denken en dat inhibitory control een kernproces is van het genereren van creatieve ideeën. De huidige studie levert nieuw bewijs voor het huidige debat over de rol van inhibitory control bij het genereren van creatieve ideeën.
