S6.1 Heb je mijn bericht al gelezen? Flashcards

(25 cards)

1
Q

le clavier - les claviers

A

het toetsenbord - de toetsenborden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

l’ordinateur - les ordinateurs

A

de computer - de computers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

l’écran - les écrans

A

het scherm - de schermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

la (les attestations(s)

A

het attest - de attesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fais-tu encore un certificat médical ?

A

Bezorg jij nog een medisch attest?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

la confirmation - les confirmations

A

de bevestiging - de bevestigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

J’ai reçu une confirmation de mon rendez-vous.

A

Ik heb een bevestiging gekregen van mijn afspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

la pièce jointe - les pièces jointes

A

de bijlage - de bijlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

En pièce jointe, vous trouverez la facture.

A

Als bijlage vind je de factuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

l’email - les emails

A

de e-mail - de e-mails

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chaque jour, je reçois beaucoup d’e-mails.

A

Elke dag krijg ik heel veel e-mails.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

la facture - les factures

A

de factuur - de facturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

As-tu déjà payé la facture de l’eau ?

A

Heb jij de factuur van het water al betaald?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

la signature - les signatures

A

de handtekening - de handtekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hans a signé le contrat.

A

Hans heeft zijn handtekening onder het contract gezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

un rappel - des rappels

A

de herinnering - de herinneringen

17
Q

Le dentiste a envoyé un rappel pour mon rendez-vous.

A

De tandarts heeft een herinnering aan mijn afspraak gestuurd.

18
Q

de lien - des liens

A

de link - de links

19
Q

Cliquez sur ce lien pour payer.

A

Klik op deze link om te betalen.

20
Q

Le restaurant a confirmé ma réservation.

A

Het restaurant heeft mijn reservering bevestigd.

21
Q

la réservation - les réservations

A

de reservering - de reserveringen

22
Q

rappeler (je rappel)

A

herinneren (ik herinner)

23
Q

Nous vous rappelons notre rendez-vous.

A

Wij herinneren u aan onze afspraak.

24
Q

modifier (je modifie)

A

wijzigen (ik wijzig)

25
Vous pouvez changer votre mot de passe.
U kunt uw wachtwoord wijzigen.