SET6 Flashcards

(33 cards)

1
Q

X Epidemieën zijn acute, zeer zichtbare gebeurtenissen en roepen daarom vergaande politieke en maatschappelijke
reacties op.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beredeneer waarom de empirische therapie voor kunstklep endocarditis bestaat uit flucloxacilline en vancomycine.

A

meest voorkomende verwekkers Staphylococcus aureus en coagulase negatieve staphylococcen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke bijwerking past bij het gebruik van pilocarpine voor het syndroom van Sjögren?

A

pupilvernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na een endocarditis kan zich een vasculitis ontwikkelen van o.a. de huid en de nieren.
Om wat voor soort vasculitis gaat het dan?

A

een immuuncomplex vasculitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een vrouw van 25 jaar oud met SLE met betrokkenheid van huid, gewrichten en nieren bezoekt de polikliniek. De behandelend
immunoloog legt haar uit dat zij een verhoogd risico heeft op hart- en vaatziekten vergeleken met haar leeftijd genoten.
Hoeveel keer is het risico verhoogd?

A

50x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke behandelingscombinatie heeft de voorkeur bij een actieve GPA met long en nierbetrokkenheid?

A

Prednison en Rituximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van welke spiergroepen heeft een patiënt met een polymyalgia reumatica vooral last?

A

schouder- en bekkengordelspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf op welke twee verschillende manieren je bij een patiënt met diabetes mellitus en een ulcus op de plantaire zijde
van de voet kunt vaststellen dat er osteomyelitis is?

A

Probe to bone test
Radiologie: x/voet of MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke bacterie is de meest voorkomende verwekker van een postoperatieve wondinfectie?

A

S. AUREUS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem uit bovenstaande casusbeschrijving 3 factoren die pleiten voor een pneumonie die wordt veroorzaakt door een
typische verwekker

A

Sputumproductie, pleuritische pijn, koude rillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Löfgren syndroom (vorm sarcoidsoe)

A

Je ziet op de polikliniek een 25-jarige man met de combinatie van erythema nodosum, pijnlijke gezwollen enkelgewrichten en op
de X-thorax bihilaire lymfadenopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke leeftijdsgroep neemt het grootste deel van kinkhoest infecties in Nederland voor zijn rekening?

A

tieners en volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk virus kan een ernstige luchtweginfectie geven bij kinderen?

A

humaan metapneumovirus (hMPV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cytokines spelen een belangrijke rol in de pathogenese van psoriasis vulgaris?

A

TNF-alpha, IL-17 en IL-23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke schimmelinfectie dien je altijd systemisch te behandelen?

A

tinea capitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is in elk geval nodig om de diagnose acuut reuma te kunnen stellen?

A

bewijs voor een recente infectie met groep A streptokokken

8
Q

Atopisch/constitutioneel eczeem is een complexe aandoening. Dat betekent dat zowel omgevingsfactoren als genetische factoren een rol
spelen. Een van de bekende genetische factoren is een mutatie in het filaggrine gen. Filaggrine is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in
de barrièrefunctie van de huid.
Mutaties in het filaggrine gen komen voor bij?

A

<50% van de patiënten met constitutioneel eczeem

9
Q

Patiënt H. meldt zich bij de spoedeisende hulp met koorts. Hij is 2 weken geleden teruggekeerd in Nederland na een reis van 4 weken door
India. Malaria wordt uitgesloten, er zijn geen long- of buikklachten en er is geen exantheem. Aanvullend onderzoek laat zien dat er sprake is
van een normaal leukocyten getal.
Welke van onderstaande infecties is het meest waarschijnlijk?q

10
Q

Een 26-jarige vrouw bezoekt uw spreekuur wegens met koorts, hoofdpijn en spierpijn. Zij is 1 dag geleden teruggekomen van een
driedaagse mini-jungletocht naar Oeganda. Ze heeft geen malaria-profylaxe en geen DEET gebruikt.
Beantwoordt de volgende vragen met maximaal 1 woord per vraag.
1. Kan zij geïnfecteerd zijn met malaria?
2. Kunnen haar klachten worden verklaard door malaria?
3. Kunnen haar klachten worden verklaard door dengue?
4. Welke afwijkende parameter in het bloedbeeld verwacht u zowel bij dengue als bij malaria?

A
  1. Ja
  2. Nee
  3. Ja
  4. Trombopenie
11
Q

Het ontwikkelen van een vaccin kost veel tijd omdat er verschillende stappen moeten worden genomen.
1. Welke stappen of onderzoeksfases moeten worden genomen bij de ontwikkeling van een vaccin? (3p)
2. Wat is naast effectiviteit van het vaccin nog een absolute voorwaarde?

A
  1. We onderscheiden 1. de preklinische fase die vaak al 5-10 kan duren. Als de preklinische fase is doorlopen volgt 2. de klinische
    onderzoeksfase, daarin onderscheiden we het fase I, II en III onderzoek waarbij in proefpersonen gekeken wordt naar veiligheid, werking en
    bescherming van het vaccin. (3p)
  2. Werking en bescherming zijn natuurlijk een absolute voorwaarde, maar veiligheid staat altijd voorop bij de ontwikkeling van nieuwe
    vaccins.
11
Q

Wat is de definitie van een zoönose?

A

Een zoönose is een ziekte die gedeeld wordt door de mens en andere gewervelde diersoorten.

11
Q
  1. Noem het cytokine dat de aanmaak van eosinofielen stimuleert (1p)
  2. Welke micro-organismen worden door eosinofielen bestreden?
A
  1. IL-5 (1p)
  2. parasieten/wormen
11
Q

Bij welke ARBO virus infectie is microcephalie het meest beschreven?

12
Q

Welk of welke van de onderstaande opties behoort tot de behandelmogelijkheden van eczeem?

A

A corticosteroiden
B emolliens
C teer
D wetwrap

12
Een patiënt heeft een type IV overgevoeligheid reactie voor een geneesmiddel. Beschrijf de belangrijkste kenmerken van dit type reactie: Minimaal noemen: 1. Welke cellen spelen hier de belangrijkste rol (1p) 2. Met welke diagnostische test kan dit type overgevoeligheid reactie aangetoond worden (1p) 3. Wat zijn de meest voorkomende klachten bij dit type overgevoelighei
1. T-cellen 2. epicutane test of plakproeven 3. huidklachten
12
Voedselallergie is een abnormale reactie van het immuunsysteem tegen bepaalde voedingsmiddelen. Om welke groep voedingsstoffen gaat het voornamelijk?
eiwitten
12
Benoem van zowel de huid als de slijmvliezen als van het maag-darm stelsel 3 symptomen die bij anafylaxie gezien kunnen worden.
Huid en slijmvliezen: gegeneraliseerde jeuk, geg erytheem of geg urticaria, of angio- oedeem Maagdarmkanaal: buikpijn, misselijk, braken, overgeven, diarree
12
Wat wordt bij een beroepsallergie bedoeld met “priming effect”?
het neusslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen
12
x Bij de behandeling van Clostridium difficile infectie is de eerste keuze een oraal antibioticum, zodat de spiegel in de darm hoog zal zijn
13
x clostridium difficile
Deze patiënte met een Clostridium difficile infectie moet in (contact-)isolatie verpleegd worden. Na verzorgen van patiënte dient al het medisch personeel goed de handen te wassen met zeep
13
Antibiotic stewardship is een manier om verspreiding van resistentie te voorkomen. Wat is/zijn (een) onderdeel/onderdelen van antibiotic stewardship in Nederland? 2x
alleen antibiotica gebruiken wanneer deze zijn geïndiceerd het instellen van A-teams in de ziekenhuizen
13
Geef twee redenen waarom de werkelijke vaccinatiegraad beter nog wat hoger kan zijn?
De werkelijke vaccinatiegraad kan beter nog wat hoger zijn omdat (1) een vaccin niet altijd 100% werkt, omdat (2) het na verloop van tijd zijn effect kan verliezen (‘waning’), en (3) vanwege geografische heterogeniteit, d.w.z. ongevaccineerden zijn vaak geclusterd in bepaalde regio’s (b.v. de ‘biblebelt’)
13
Welk bevinding past bij coeliakie?
ferriprieve anemie