SET2 Flashcards

(31 cards)

1
Q

Typische klachten pinda allergie 3x

A

jeukende ogen
benauwdheid
galbulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

x type 1; Een late fase ontstaat alleen als de patiënt ook een vroege reactie heeft ondergaan.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het beste moment om een tryptase aan te vragen bij de diagnostiek van een mogelijke allergische reactie?

A

direct na de reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kruisallergie tussen inhalatie en voeding komt vaak voor. Vooral patiënten met een boompollen allergie hebben vaak last bij het
eten van fruit. Als het fruit verwarmd wordt kunnen de meeste patiënten het nuttigen zonder klachten.
Welk eiwit is verantwoordelijk voor deze vorm van kruisallergie?

A

PR-10 eiwit > valt uiteen bij hitte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naast farmacotherapie is Immunotherapie de enige methode om patiënten te behandelen tegen hun allergie.
geef aan welke 4 toedieningsvormen je kent; hoe deze worden toegediend en
steeds één voorbeeld van een bijhorend allergeen

A

subcut it; injecties; boompollen
sublin it; druppels; graspollen
epicut it; plakkers; pinda
orale it; druppels; koemelk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Allergische luchtwegaandoeningen kunnen ook in de beroepensfeer voorkomen.
Noem 5 beroepen met daarbij het specifieke allergeen waarvoor men allergisch is.

A

Bakkers: allergie voor granen en a-amylase
Laboratorium medewerkers: werken met Proefdieren
Kappers: aminen
Farmaceutische industrie: Antibiotica, opiaten
Metaal werkers: platina zouten, metalen, kobalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volgens historicus Charles Rosenberg worden in tijden van (angst voor) een epidemie de meest zware maatregelen opgelegd
aan arme en sociaal marginale mensen of groepen binnen de samenleving. Geef 5 redenen waarom de casus Mary Mallon een goede illustratie is van de stelling van Rosenberg

A

Mary Mallon had een lage sociale status: ze was vrouw, bediende (kokkin in huizen van welgestelde families) en bovendien een Ierse immigranten
de tyfusuitbraken die zij veroorzaakten troffen juist welgestelde kringen.
Mary Mallon had een ‘slechte pers’. Zij werd in de media afgeschilderd als ‘Typhoid Mary’ en een groot gevaar voor de volksgezondheid (‘chronische
tyfusbacterieverspreider’ / ‘a typhoid factory’), en met allerlei compromitterende foto’s, verhalen en spotprenten ontstond er een heel negatieve
publieke beeldvorming van haar (lelijk uiterlijk, moeilijk karakter, etc.).
Opvallend is dat de negatieve waardeoordelen over Mary Mallon nog vele decennia lang door klonken in de medische vakliteratuur, pas in 1995
verscheen er voor het eerst een artikel in de medische literatuur met een kritisch geluid over de manier waarop met haar was omgegaan.
Toen Mary Mallon overleed waren inmiddels meer dan 400 asymptomatische dragers van S. typhi bekend. Geen van hen is opgesloten of in
quarantaine is geplaatst.
Mary Mallons rechten als individu werden ondergeschikt gemaakt aan de angst voor besmetting met buiktyfus, met een jarenlange ballingschap tot
gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De ziekte van Henoch-Schonlein is een vorm van vasculitis waarbij depositie van antistoffen een belangrijke rol speelt.
Van welk type zijn deze antistoffen?

A

IgA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een cryoglobulinaemie kan zich onder andere uiten als een vasculits.
Welke grootte van bloedvaten zijn bij een cryoglobulinaemie geassocieerde vasculitis vooral aangedaan en met welke
infectieziekte is een cryoglobulinaemie vasculitis vooral geassocieerd?

A

KLEINE BLOEDVATEN
HEPATITIS C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar wordt de mucuslaag van de traan geproduceerd?
Wat is de functie van de mucuslaag?
Met welke test is het functioneren van de mucuslaag te
testen?

A

Door de bekercellen in de cornea en de conjunctiva
Hechting van de traanfilm aan de cornea
Bengaals rood of lissamine groen kleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drie verwekkers van subacute natieve klep endocarditis zijn:
1. Staphylococcus aureus
2. Streptococcus oralis
3. Enterococcus faecalis
Wat is de juiste volgorde van de verwekkers, van vaak naar minder vaak voorkomend?

A

Streptococcus oralis – Enterococcus faecalis - Staphylococcus aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

IDES is een recombinant enzym van Streptococcus pyogenes wat IgG antilichamen afbreekt in zowel het perifere bloed als in de
weefsels. Ernstige longontstekingen zijn de belangrijkste bijwerking van IDES.
1. Waarom zou dit middel ingezet kunnen worden bij de behandeling van GPA? (2p)
2. Waarom zal subcutane immunoglobuline toediening ter preventie van infecties vervolgens niet zinvol zijn?

A

ANCA’s zijn pathogene antistoffen die bij GPA een belangrijke rol spelen. Deze antistoffen worden door IDES afgebroken (2 pnt). Subcutaan toegediende
antistoffen zullen ook door IDES worden afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke van de onderstaande combinaties voldoet aan de criteria volgens de ISBD om de diagnose ziekte van Behçet te
kunnen stellen? 3x

A

Orogenitale aften, pustels, positieve pathergie test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

x Voor hypersensitivity vasculitis wordt meestal een onderliggende immunologische aandoening gevonden.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

G. Erythema nodosum komt o.a. voor bij sarcoïdose.
Wat is de kenmerkende afwijking die bij het PA onderzoek bij sarcoïdose wordt gevonden?

A

granulomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke immunologische marker kan worden gebruikt voor de diagnose en monitoring van sarcoïdose?

A

serum oplosbaar IL-2R

13
Q

Welke behandeling is het meest effectief bij het Guillain-Barré syndroom?

A

Behandeling met een immuun-modulator als intraveneus toegediende immunoglobulinen.

14
Q

Inmiddels zit in de meeste sierraden vrijwel geen nikkel meer, maar zo’n 20 jaar geleden was dit nog anders. Jongens en
meisjes die gaatjes in hun oorlellen lieten prikken en oorbellen met nikkel droegen, ontwikkelden regelmatig een nikkelallergie.
Als ze, voor het prikken van de gaatjes, een beugel hadden, was de incidentie waarmee nikkelallergie optrad, verlaagd.
Geef hiervoor in maximaal 20 woorden een verklaring.

A

Door het dragen van een beugel trad orale tolerantie tegen nikkel op.

15
Q

Welke autoantistof is vooral geassocieerd met de gelimiteerde variant van systemische sclerose?

A

Anti-centromeren

16
Q

Kenmerkend voor tetanus, veroorzaakt door Clostridium tetani, is opisthotonus.
Wat is opisthotonus?

A

rigiditeit van de axiale spieren; extreme vorm van spierspasme

16
Q

Noem de twee meest essentiële diagnostische onderzoeken om de diagnose endocarditis te ondersteunen.

A

bloedkweken, echo cor

17
Q

Noem 6 symptomen en/of gegevens die aanleiding kunnen zijn een ontlastingsmonster te onderzoeken op
parasieten.

A
  1. (chronische) diarree
  2. Opgeblazen gevoel
  3. Gewichtsverlies
  4. Eosinofilie
  5. Gastro-intestinale klachten (buikpijn)
  6. Worm/proglottide in ontlasting gevonden
17
Q

Een 35-jarige vrouw wordt gezien op de spoedeisende hulp vanwege fotofobie, hoofdpijn, koorts en verwardheid. Bij onderzoek
is zij nekstijf. Er wordt een liquor afgenomen, waarin veel leukocyten (grotendeels granulocyten) gevonden worden. Het eiwit is
verhoogd, glucose sterk verlaagd. De vrouw heeft een blanco voorgeschiedenis en is gevaccineerd volgens het
rijksvaccinatieprogramma.
1. Wat is je waarschijnlijkheidsdiagnose? (1p)
2. Wat zijn de twee meest waarschijnlijke verwekkers? (2p)
3. Welke therapie moet je starten? (1p)

A
  1. Bacteriële meningitis (1 pt)
  2. Meningokok/Neisseria meningitidis (1 pt)
    Pneumokok/Streptococcus pneumoniae (1 pt)
  3. Ceftriaxon / cefalosporine (1 pt)
17
Q

Met welke verwekker moet zeker rekening worden gehouden wanneer een iemand die frequent sauna’s bezoekt zich
presenteert met tekenen van een atypische pneumonie?
A Mycoplasma pneumoniae
B Pseudomonas aeruginosa
C Chlamydia psittaci
D Legionella pneumophila

A

Legionella pneumophila > verspreidt via verneveld water

18
Lariam (mefloquine) of Malarone (atovaquone/proguanil) zijn veel gebruikt als profylaxe voor malaria. Hierover zijn twee beweringen gegeven: 1. Deze profylactische middelen beschermen omdat ze de infectie met Plasmodium parasieten voorkomen. 2. Deze profylactische middelen beschermen omdat ze het ziektebeeld malaria voorkomen
1 nj 2 j parasiet kan komen, maar geen ziekte veroorzaken
19
x Een patiënt met Syndroom van Gilbert heeft een ongeconjugeerde hyperbilirubinemie, een patiënt met een galgangatresie heeft een geconjugeerde hyperbilirubinemie
20
Je bent co-assistent en op de eerste hulp zie je een zuigeling van vier maanden vanwege toenemende benauwdheid sinds enkele uren. Sinds enkele dagen was er neusverkoudheid. De ouders hadden géén temperatuur gemeten. Je ziet een matig zieke, roze zuigeling met dyspnoe, ademfrequentie van 64/minuut en subcostaal intrekken. Soms is er een droge hoest. Je denkt aan een virale bronchiolitis. Welke verschijnsel bij het lichamelijk onderzoek kan specifiek deze diagnose steunen?
eind-inspiratoir crepiteren over alle longvelden
20
x Uitsluitend zuigelingen met een verhoogd risico op ernstig verlopende RSV infectie komen in aanmerking voor RSV immunisatie.
21
Noem drie typische kenmerken van het exantheem dat je bij roodvonk ziet
Aanvoelend als schuurpapier, narcosekapje vrij of periorale bleekheid, beginnend in huidplooien zoals liezen/oksels, uitbreiding naar gehele lichaam fijnvlekkig/lichtverheven of maculopapuleus, aardbeientong, vervellingen van handen en voeten
22
epatitis C is met directe antivirale geneesmiddelen goed te behandelen: na ca. 8-12 weken geneest bijna 100% van de patiënten. Wat zijn op dit moment de belangrijkste hepatitis C geneesmiddelen?
glecaprevir/pibrentasvir en sofosbuvir/velpatasvir
23
Wat is het onderliggende probleem waardoor het ziektebeeld cystic fibrosis wordt veroorzaakt?
gestoord transport van elektrolyten over het slijmvliesepitheel