SET8 Flashcards

(32 cards)

1
Q

Arteriitis temporalis is een vorm van grote vaten vasculitis.
Beschrijf stapsgewijs de pathogenese van deze vorm van vasculitis.

A

Activatie van dendritische cellen (1 p) – stimulering van lymfocyten (gearriveerd via vasa vasorum) in vaatwand (1 p) – productie van pro
inflammatoire cytokines (1 p) – vaatwandobliteratie en vaatwandverzwakking (1 p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is altijd een goede behandeling voor systemische lupus erythematosus (SLE)

A

Hydroxychloroquine (Plaquenil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

NEKSTIJF, welke diagnose dan oppoppen

A

bacteriesoort; neisseria meningitidis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rituximab werkt bij de behandeling van GPA door een effect op de productie van pathogene autoantistoffen.
Wat zou echter een veel logischer behandeling zijn om de concentratie van de pathogene autoantistoffen te
verlagen?

A

ANTI CD38

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

x De behandeling van tetanus omvat toediening van tetanus-immunoglobuline (TIG) en wondverzorging

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bacterie is de meest voorkomende verwekker van een postoperatieve wondinfectie?

A

s. aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

polio x2

A

De meerderheid van de polio-infecties leidt niet tot verlamming.
Het post-polio syndroom is een aandoening die zich bij sommige mensen voordoet jaren na herstel van een acute polio
infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de meest specifieke laboratoriumtest die gebruikt wordt voor diagnostiek van het antifosfolipiden syndroom?

A

anti-betaglycoproteine I bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef vier verschillende verschijnselen die bij het onderzoek van kinderen doorgaans aanwezig zijn in geval van
pneumonie (zowel lichamelijk als aanvullend onderzoek).

A
  1. Tachypnoe, dyspnoe
  2. Koorts
  3. Afwijkende longauscultatie (bijgeluiden, bronchiaal ademen, verminderd ademgeruis)
  4. Hoesten
  5. Infiltraat op de thoraxfoto
  6. Laboratoriumafwijkingen passend bij infectie (verhoogd CRP, BSE, leukocyten, linksverschuiving in differentiatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

x virus

A

zika virus milde klachten
RSV heftige klachten
corona valt mee, weinig zh-opnames

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symptomen pneumonie
- typische verwekker
- atypische verwekker

A

acuut begin met hoge koorts, vaak met productieve koorts
- droge hoest, hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er worden jaarlijks enkele honderden mensen met kinkhoest in een ziekenhuis opgenomen in Nederland.
De meeste van die patiënten zijn?

A

<2y kids

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk type cellen speelt een belangrijke rol in de ontsteking bij psoriasis?

A

macrofagen, neutrofielen, T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk symptoom is het meest verdacht voor een uveïtis bij een patiënt met de ziekte van Behcet?

A

niet corrigeerbaar visusverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de aanbevolen behandeling voor late-stadium ziekte van Lyme met neurologische betrokkenheid?

A

ceftriaxon iv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

huiduitslag door zon, door medicijn?

13
Q

Waar in de huid worden bij kleine vaten vasculitis de afwijkingen gevonden?

14
Q

waterpokken (varicelle) is herpes ziekte; welke ziekte kan pt (kind) in toekosmt nog krijgen

A

herpes zoster (gordelroos)

14
Q

Welke cellen spelen bij kleine vaten vasculitis de belangrijkste pathogenetische rol?

A

neutrofiel en endotheelcel

15
Q

dengue en malaria

A

verschil; trombopenie bij malaria

16
Q

xx iemand met een primair fenomeen van Raynaud hoeft geen controle of behandeling.
Stelling 2: iemand met een secundair fenomeen van Raynaud is vaker oud dan jong.

A

Adrenaline verkleint de kans op overlijden als gevolg van anafylaxie

16
Q

Een recent uit de tropen teruggekeerde reiziger meldt zich om 23:00 uur in de avond met koorts bij de Spoedeisende Hulp. De
behandelend arts wil malaria uitsluiten.
Binnen welke termijn moet dit malaria onderzoek worden uitgevoerd?

17
Q

Hepatitis B (HBV) is een ontstekingsziekte van de lever.
Waarom is het remmen met antivirale middelen van de HBV virale replicatie een behandeldoel?

A
  1. Minder virus replicatie, minder antigeen expressie, minder ontsteking en cel verval/fibrose of
  2. Minder replicatie, minder virale integratie, minder leverkanker
18
Q

zika infectie; welke complicaties?

A

microcefalie bij pasgeborenen
GBS

19
Je krijgt een telefoontje van een huisarts. Hij heeft een man van 40 jaar in de spreekkamer die hij verdenkt van een gele koorts. Noem drie vragen die je in de anamnese moet opnemen en beschrijf waarom deze vraag essentieel is voor het inzetten van de juiste diagnostiek.
Reisgeschiedenis: epidemiologie van virussen - Vaccinatie status : gele koorts vaccinatie (1p)- Activiteiten die hij heeft gedaan? Kans geprikt door muggen (1p)- Immuun status? Gebruikt immuunsuppressiva met daardoor weinig kans op antistof produktie op vaccinatie
20
Welke van onderstaande worminfecties is niet invasief en veroorzaakt GEEN eosinofilie tijdens infectie?
enterobius vermicularis (aarsmade)
21
Beschrijf de sensibilisatie fase van een Type I allergie
Eerste contact allergeen, allergeen presentatie (APC), B-cel stimulatie: specifieke IgE synthese tegen het allergeen: Sensibilisatie fase IgE op de wand van de MESTCEL.
22
Type IV overgevoeligheidsreacties kunnen optreden op verschillende substanties/factoren. Bij welke van onderstaande kan zo’n type IV reactie optreden?
omgevingsantigenen, geneesmiddelen, lichaamseigen antigenen
23
x Een bifasische reactie is zelden ernstig
24
Patiënten met een huisstofmijt allergie hebben soms klachten bij het eten van garnalen. 1. Wat is hiervan de oorzaak? (1p) 2. Noem het eiwit wat hiervoor verantwoordelijk is. (1p) 3. Noem nog twee voorbeelden van voedingsmiddelen die bij huisstofmijt allergie een reactie kunnen geven.
1. Kruisallergie tussen huisstofmijt en andere spinachtigen (1p) 2. eiwit: tropomyosine: een spiereiwit in de pootjes van de dieren (1p) 3. krab en kreeft
25
Een 45 jarige vrouw komt bij de huisarts met dunne ontlasting. Ze is 3 dagen geleden teruggekomen van een vakantie op een cruiseschip. Ze heeft 8 x per dag dunne ontlasting zonder bloedbijmenging. Met welke veroorzaker van deze gastro-enteritis houdt u het meest rekening?
viraal; geen bloed. bij bacterie meestal vaker dan 8 en bloed
26
Noem twee specifieke, verschillende manieren waarop infectieziekten verspreid kunnen worden (de zogenaamde “transmissie mogelijkheden”) met een praktisch voorbeeld van deze routes (geen ziekten maar routes).
Vehicle born (bv voedsel, water, handdoeken, gereedschap), Vector born (bv insecten en dieren), Airborne (lange afstand) bv stof, Parenteraal (bv besmette injectienaalden)