Stemmingsstoornissen Flashcards
(35 cards)
Categorische benadering
Categorisch: je hebt het wel of niet
- Depressie: ongewoon verdriet; unipolair
- Bipolair: manir - ongewoon opgetogen - en dpressie (hogere kans op suïcide en comorbiditeit)
Major Depressive Disorder MDD
- DSM-V
Teenminste vijf van de volgende symptomen waarvan minstens symptoom 1 of 2 aanwezig) gedurende minstens 2 weken (NB exlcu. symptomen somatische aandoening) (verschil dysthymie/PDD: milder en langdurig)
1. depressieve stemming
2. verlies aan interesse of plezier
3. veranderingen in gewicht en/of eetlust
4. slapeloosheid
5. bewegingsonrust - of armoede
6. moeheid / verlies energie
7. gevoelens van waardeloosheid/schuldgevoel
8. verminderd denk- of concentratievermogen
9. terugkerende gedachte aan de dood of zelfmoordgedacht/pogingen
–> veroorzaakt significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren
Leeftijdsafhankelijke manifestatie
Peuters (gebrekkige taal): veel huilen, vertraagde mototrische ontwikkeeling, minder actief, verlaagde responsiviteit
Kleuters (gebrekkige taal): prikkelbaar/geïrriteerd, fysieke klachten
Kinderen (school leeftijd): droefheid, laag zelfvertrouwen, depressieve cognitites
Adolescentie: verbale uitingen van depressieve stemmingen, pessimisme/sombere toekomstverwachtingen, gebrek aan intiatie/actie, anhedonia
Disruptieve stemmingsontregelingsstoornis
Nieuwe categorie in de DSM die eigenlijk Depressieve Stoornis, maar dan voor minderjarige goed weergeeft
- symptomen aanwezig <10 jaar
- diagnose tussen 6 en 18 jaar
–> kan uitlopen tot MDD
DSM-V manic episode
Lasting a week or more: abnormal elevated or irritable mood and increased energy or activity
+ three of the following:
- inflated self-esteem
- decreased need for sleep
- more talkative than usual
- racing thoughts
- distratibility
- increased goal-directed activity or motor agitation
- excessiveactivity leading to negative outcome
–> distinct impairment in social or academic functioning or requiring hospitalization to prevent harm to self or others
Opgetogen stemming in kinderen
9-jarige die door het huis danst en zegt ik ben high vs. een kind dat opgetogen is op kerstmis ochtend
Grandioosheid in kinderen
8-jarig meisje dat plots een papieren bloemenwinkel opricht in de klas en geïrriteerd reageert als de leraar vraagt om klaswerk te doen vs. een kind dat doet alsof hij brandweer is, anderen aanstuurt en slachtoffers redt
Hypersexualiteit in kinderen
9-jarige jongen die in het openbaar tekeningen maakt van naakte dames en zegt dat ze zijn toekomstige vrouw zijn vs. doktertje spelen met een leeftijdsgenoot
Bipolair I
Manic episodes and history major depression
Bipolair II
Hypomania and history major depression
Cyclothymie
Manische en depressie stemmingen wisselen elkaar zwak en snel af
Bipolaire stoornis in kinderen diagnose
Pediatric bipolair spectrum (niet DSM)
- Smal: >7 manie en >3 hypo dagen, + stemming en grandioo en geïrriteerd
- Intermediar: >3 manie en 1-3 hypo dagen, +/- stemming en grandioos en geïrriteerd
- Breed: niet episodisch, -/- stemming en grandioos en geïrriteerd (disruptieve stemmingsstoornis)
Nonsuicidal Self Injury Disorder NSSI
Directe, opzettelijke vernietiging van eigen lichaamsweefsel zonder suïcidale bedoelingen
- mutilatie, verbranding, voorwerpen onder huid of nagels inbrengen, zelfbijtend, zelfhappend
- NSSI-stoornis ‘voorwaarde voor verder onderzoek’
Categorieën in depressieve problemen
- intrnalizerende problemen
- externalizerende problemen
- aandachtsproblemen
- gedachten problemen
- sociale problemen
Symptom driven
Funtional domains:
- negatieve valentie
- positieve valentie
- cognitieve systeem
- sociale processing
- arousal en regulatory
Units of analyses:
- genen
- molecules
- cellen
- circuits
- physologie
- gedrag
- zelf-rapportage
- paradigma
Epidemiologie MDD
- enorme toename in adolescentie
- puntprevalentie: 1-2% peuter, 5-6% adolescentie; levenslange prevalentie: 15-20% met oorsprong in adolescentie
- 2:1 geslacht
- geen geslachtsverschil bipolaire stoornis
Prevalentie NSSI
- 6% in volwassen steekproef
- 15-25% in adolescenten
- verglijkbaar over landen
Waarom in de adolescentie
- pubertijd
- cognitieve veranderingen
- emotionele veranderingen
- sociale veranderingen: leeftijdsgenoten en gezin
Biologische veranderingen
- pubertijd
- ontwikkeling limbisch systeem vòòr ontwikkeling prefrontale cortex
Sociale veranderingen
- meer contact met leeftijdsgenoten
- meer autonomie van ouders
- meer interpersoonlijke stressoren
Cognitieve veranderingen
- vermogen om te generalizeren
- vermogen om verwachtignen in de toekomst projecteren
Cognitieve stijl
- interne en stabiele individuele verschillen in cognitieve stijl
- kwetsbaarheid voor depressie
- risico op depressieve symptomen bij stress
Hopelessness theory of depression
- Abramson
- negatieve cogntieve stijl
- gevoel van weinig controle te hebben op de omgeving
- attributieve stijl (=kwetsbaarheid of diathesee) als moderator
Beck’s cognitieve theorie
- depressogeen schema
- fouten in het denken warbij banale gebeurtenis = schuld en mislukking van zichzelf (personalizeren, overgeneraliseren en catastroferen)
- negatieve cognitieve triad