stollingsfactoren Flashcards

(14 cards)

1
Q

intrinsieke route (langzaam)

A

 Schade in het bloedvat; Oppervlakte geïnduceerde stolling
* Negatief geladen oppervlakken activeren FXII
o Subendotheliaal collageen
o Glas, bacteriën, virussen, etc.
o Geactiveerde bloedplaatjes

 Veel positieve feedback op intrinsieke route

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

extrinsieke route (snel)

A

 Schade buiten het bloedvat door trauma; Fysiologische stolling
 Tissue Factor (TF) activeert FVII (dit activeert 10) en is gevonden op:
Cellen rondom goed bebloede gebieden. Bloed heeft direct door dat er iets mis is
* Astrocyten, fibroblasten, myocyten, epitheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

trombine

A

o Trombine heeft interactie op de bloedplaatjes en verstevigt de interactie van de bloedplaatjes wat leidt tot de groei van je bloedplaatjes ‘plug’.
o Trombine activeert het endotheel waardoor meer VWF wordt uitgescheiden.
o Trombine activeert meerdere stollingsfactoren die vervolgens binden aan het oppervlak van de bloedplaatjes wat leidt tot activatie van andere stollingsfactoren wat uiteindelijk resulteert in meer vorming van trombine.
o Trombine zet fibrinogeen om in fibrine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hemofilie

A

o Hemofilie A: (geheel/gedeeltelijk) ontbreken van stollingseiwit FVIII
o Hemofilie B: (geheel/gedeeltelijk) ontbreken van stollingseiwit FIX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vd= D/∆C

A

Rekenvoorbeeld
Aangemaakte hoeveelheid factor VIII (D) = 1 IE/kg lichaamsgewicht
+ Stijging van de concentratie (ΔC) = 0.02 IE/ml
Vd= D/∆C= (1 IE/kg)/(0,02 IE/ml)=50 ml/kg=0,05 L/kg
0,05 L/kg * 70kg (gemiddeld gewicht) = 3,5 Liter
Interpretatie resultaten
Dit is een klein verdelingsvolume, wat suggereert dat factor VIII hoofdzakelijk in het plasma en bloedvaten wordt gedistribueerd, met weinig verspreiding naar andere weefsels of organen
Komt door groot molecuulgewicht en hydrofiel karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling hemofilie A

A
  1. Desmopressine (DDVAP): stimulatie afgifte VWF en FVIII uit endotheelcellen → tijdelijk verhoogde
    concentratie in plasma
    * Toepassing: lichte vormen van hemofilie A bij lichte bloedingen/profylaxe bloedingen bij
    kleine chirurgische en tandheelkundige ingrepen
    * Kan ook worden toegepast bij Von Willebrandziekte, niet werkzaam bij hemofilie B
    * Niet werkzaam als patiënt helemaal
    geen FVIII/VWF aanmaakt
  2. Tranexaminezuur: inhibitie fibrinolyse
    door verstoren binding plasminogeen aan
    fibrine
    * Geven naast desmopressine als
    bloeding plaatsvindt in weefsels met
    verhoogde fibrinolytische activiteit;
    slijmvliesbloeding, kiesextractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VWF verlengt levensduur FVIII

A

o Stabilisatie heterodimeerstructuur FVIII
o Bescherming tegen proteolytische degradatie
o Door complexvorming kan het niet worden gebonden
door klarende receptor

Door complexvorming met VWF kan FVIII niet binden/geïnternaliseerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

intrinsiek
“12 Honden 11ten 9 katten 8eloos

A

XII → XI → IX → VIII
→ uiteindelijk activeert dit X (tien) in de gemeenschappelijke route.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

extrinsieke route
Korter en sneller.

“3 → 7 → 10”

A

III (Tissue Factor) activeert VII

Samen activeren ze X
III + VII → X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

common pathway

A

X → V → II (protrombine) → I (fibrinogeen) → fibrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hemofilie en de cascade
“Achteloze prins”

A

Hemofilie A = tekort aan factor VIII (intrinsieke route)

Hemofilie B = tekort aan factor IX (intrinsieke route)

→ onvoldoende activatie van factor X → minder trombine → minder fibrine → slechte bloedstolling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

desmopressine (DDAVP)

A

Stimuleert afgifte van VWF en FVIII uit endotheelcellen

Alleen werkzaam bij patiënten die nog VWF en FVIII kunnen aanmaken

Toepassing:

Lichte hemofilie A

Von Willebrand ziekte (maar niet bij alle types)

Niet werkzaam bij hemofilie B

Niet werkzaam bij nulmutaties (geen eigen FVIII/VWF productie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tranexaminezuur

A

Remt fibrinolyse → voorkomt afbraak van stolsel

Handig bij bloedingen in gebieden met veel fibrinolyse (mond, neus, baarmoeder, kiesextractie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

VWF en VIII

A

FVIII is gebonden aan VWF in bloed → langere halfwaardetijd (8–15 uur)

Vrij FVIII: maar 1–2 uur halfwaardetijd

VWF beschermt FVIII tegen afbraak & klaring (via LRP1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly