Vaste voorzetsels 2 Flashcards
(36 cards)
to be prepared for
bedacht zijn op
to begin to, to start to
beginnen aan/met
to be in need of
behoefte hebben aan
to belong to, to be part of
behoren tot
to be familiar with
bekend zijn met
to be interested in
belangstelling hebben voor
to interfere, to meddle
(zich) bemoeien met
to decide on, to decide to
besluiten tot
to consist of
bestaan uit
to withstand, to resist, to be immune to
bestand zijn tegen
intended for, destined for
bestemd voor
to catch, to surprise (someone doing something)
betrappen op
to protect from
beveiligen tegen
to be friendly with
bevriend zijn met
to get someone to do something
bewegen tot
to be aware of, to be conscious of
bewust zijn van
to be obsessed with
bezeten zijn van
to be busy with
bezig zijn met
to contribute to
bijdragen tot
to be in possession of
(in het) bezit zijn van
to be worried about
bezorgd zijn over/om
to economise on (to save)
bezuinigen op
to pray to
bidden tot
to be pleased with
blij zijn met