Week 2 Flashcards

(6 cards)

1
Q

Voorwaarden voor houdbaarheid huidige regels

A
  1. Het niveau van bestaande overheidsvoorzieningen groeit mee met de welvaart.
  2. De heffingsgrondslagen en tarieven van belastingen en sociale premies blijven ongewijzigd.

Houdbaarheidstekort verlagen:
Overheidsuitgaven blijvend verlagen of inkomsten permanent verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Houdbare overheidsfinancien

A

Een situatie waarin alle bestaande overheidsregelingen tot in de lengte der jaren in stand kunnen blijven zonder dat op enig moment in de toekomst de belastingen omhoog hoeven of de overheidsschuld explodeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Initiele, inverdien en uitverdieneffecten

A

Initiele effecten: De effecten die meteen ontstaan (voor gedragseffecten) (ex ante)

Inverdieneffecten: Als uiteindelijke effecten hoger zijn dan initiele effecten
Uitverdieneffecten: Als uiteindelijke effecten lager zijn dan initiele effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overheidssaldo vs houdbaarheidssaldo

A

Overheidssaldo is saldo van inkomsten en uitgaven op de korte termijn.

Houdbaarheidssaldo is inkomsten en uitgaven op de lange termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zalmnorm

A

Vaste uitgavenplafonds: Aan het begin van de kabinetsperiode wordt bepaald hoeveel geld de overheid per jaar maximaal mag uitgeven aan verschillende beleidsterreinen (zorg, onderwijs, defensie, etc.).
Die uitgavenplafonds staan vast – ook als de economie verandert.
Meevallers (bijv. hogere belastinginkomsten door economische groei) worden gebruikt om de schuld te verlagen of het tekort te verminderen, niet om extra uit te geven.
Tegenvallers worden opgevangen door buffers of moeten elders worden gecompenseerd, maar leiden niet automatisch tot hogere uitgaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overheid die niet maatschappelijke welvaart maximaliseert

A
  • Macht van de mediane kiezer (Door neiging stemmenmaximalisatie)
  • Bijziende kiezer (Kiezers hebben een kort geheugen)
  • Invloed lobbygroepen (door informatietekort)
  • Samenstelling parlement niet representatief
  • Coalitiekabinet streeft naar conflictminimalisatie
  • Ambtenaren willen hun budget maximaliseren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly