ziektebeelden cardio Flashcards

(84 cards)

1
Q

hartfalen S/

A

dyspnee rust/inspanning
vermoeidheid
anorexie
abnormale gewichtstoename

enkelzwelling
gestegen CVD
tachycardie
tachypnee, basale longreutels, pleura-uitstorting

(opm acuut harfalen: snel begin of snelle toename vd klachten, angstig, transpireren, klamme koude handen, reutelende/versnelde AH, verlaagde saturatie, zittende houding, pols meestal snel en zwak, BD in ernstige situaties soms verlaagd, hartgeruis/aritmie/extra toon, longcrepitatie/ronchi/soms wheezing, oedeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hartfalen D/

A

ECG

Labo
(exclusie anemie, hyper/hypothyroidie, infectie - elektrolyten + nierfunctie - NT-proBNP)

RX thorax

TTE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hartfalen R/
(onderhoud)

A

ACE-I of ARB (sartaan)
BB
MRA: spironolactone (K-sparend diuretica, aldosteron antagonist)
SGLT2i

+ lisdiuretica naar nood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

NT-proBNP -> hartfalen?

A

Er zijn twee verschillende testvarianten (BNP en NT-proBNP), met vergelijkbare diagnostische waarde. –> In huisartsdiagnostiek prefereert men NT-proBNP, gezien de langere halfwaardetijd.

De sensitiviteit van de NT-pro BNP-bepaling is veel groter dan de specificiteit; de test is dus beter in het uitsluiten dan in het aantonen van hartfalen.

De test is weinig specifiek omdat allerlei aandoeningen, zoals anemie, diabetes mellitus, COPD en longembolie, eveneens tot een verhoogd BNP leiden.

Additioneel zijn BNP en NT-proBNP sterk afhankelijk van de nierfunctie, en vooral NT-proBNP is sterk leeftijdsafhankelijk, zodat leeftijdsafhankelijke referentiewaarden noodzakelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(acuut) longoedeem S/

A

dyspnee
hypoxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

acuut longoedeem: mogelijke oorzaken

A

myocard ischemie
arritmie (bv VKF)
acute klepdysfunctie
vocht overload

longembool
anemie
a. renalis stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

longoedeem R/ doel

A

betere oxygenatie
voldoende BD voor orgaanperfusie
reductie overvloedig extracellulair vocht
beh onderliggende oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(acuut) longoedeem R/

A

nitraten (IV nitroglycerine) = 1e lijn
=> VD -> preload daling + arteriodilatatie -> BD daling -> afterload daling
(opm: geen nitraten bij AOklepstenose want ze hebben preload nodig)

evt diuretica (IV furosemide = lis-)
=> preload reductie, reductie dyspnee

evt niet-invasieve ventilatie (NIV) = 1e lijn
(opm: altijd eerst pt rechtop zetten)

O2 therapie enkel bij hypoxie

morfine
=> kan dyspnee reduceren, minder angst/stress
MAAR hoger risico mechanische ventilatie en opname ICU
(depressie CZS en respiratoir systeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opvolging longoedeem na acuut moment

A

opvolgen gewicht

labo: elektrolieten, nierfunctie

echocardio: LV functie?
- nl: behandeling geassocieerde probl (AHT, pulm en perifeer oedeem, VKF)
- gedaald: beh hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stabiele angor S/

A

pijn op de borst (RSP, drukkend)
-> provocatie door inspanning, koud/warmte, emoties, zware maaltijd

= voorbijgaand
(SL nitraten, rust, staken van de inspanning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitlokkende factoren stabiele angina pectoris

A

hyperthyroidie (toename zuurstofnood)
anemie (verminderd zuurstofaanbod)
ritmeST (verminderd zuurstofaanbod)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stabiele angor D/

A

ECG: in rust nl -> inpanning: ST-depressie, T-inversie

verder onderzoek:
- ischemie objectiveren (inspanningsproef + ECG of scintigrafie)
- 24u holter
- echocardio
- MRI met adenosine (drug induces VD = farmac stress test)
- coronarografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stabiele angor R/

A

voorlichting
levensstijladviezen (hart en vaat)

anti-plaque therapie: aspirine (sec preventie)
- als nt verdragen of nieuw ACS onder aspirine: thienopyridine

BB (1e lijn), Ca-antagonist

aanvalsbeh: nitraten SL (nitroglycerine spray of isosorbidedinitraat tablet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

instabiele angor S/

A

thoracale pijn in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

instabiele angor D/

A

ECG: ST depressie en T-inversie
Labo: enzymes negatief (troponines)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

instabiele angor R/

A

cfr non-stemi
=> beh ~ risicoprofiel

hoog risico: semi-urgentie PCI (< 72u)

laag risico: inspanningsproef, echocardio, angiografie (< 72u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

VKF S/

A

! kan asymptomatisch !

palpitaties (onregelmatig)
angor

dyspnee
vermoeidheid
duizeligheid

trombo-embolisch risico (CVA/TIA)

opm: VKF meestal bij onderliggend hartlijden
(HT, kleplijden, coronair lijden, HF, HCM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

VKF D/

A

auscultatie: onregelmatige snelle pols

ECG: onregelmatig, smal QRS, golvende basislijn, geen P-toppen
TTE
Labo (CRP, cofo, nierf en ionogram, TSH)

verdere TO ifv anamnese en kliniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

VKF R/

A
  1. HD stabiel?
    niet HD verdragen: cardioversie
    hemodynamisch verdragen: neem je tijd
  2. wrm VKF?
    modificeerbare factn? onderliggend hartlijden? -> substraat modific
  3. trombo-emobisch risico?
    acuut: eenmalig clexane => DOAC (> vit K anta)
    CHA2DS2-VASc 1 of meer = antico aangewezen (vaak levenslang)
    HASBLED 3 of meer: overweeg of antico wel wenselijk of dosisreductie
  4. klachten? invloed op ADL?

evt cardioversie (medicamenteus / elektrisch = synchroon, let op antistol (4w DOAC))

ritme controle (initiëren door HA ontraden: cardioloog -> antiaritmica)
[vb. preventie bij paroxysmale VKF, vb. belangrijke klachten]
vs
rate controle (1e k: BB, 2e k: Ca-anta, evt digoxine toevoegen)
[vb. persisterende VKF, vb. onderliggend hartlijden]
(P91 internistische leidraad)

Evt ablatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

arteriële hypertensie

A

SBD > 140 en/of DBD > 90

(graad 1 - 2 - 3, geïsoleerde systolische HT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

arteriële hypertensie S/

A

malaise

perifeer oedeem
thoracale pijn
palpitaties

hoofdpijn
wazig zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

arteriële hypertensie onderzoek

A

ANAMNESE
- klachten
- persoonlijke VG
- fam VG
- leef- en eetgewoonten (voeding, roken, alcohol, fys act)
- medicatie (+ BD verhogende substanties)

KO
- BD
- gewicht, lengte, BMI
- buikomtrek
- KO hart, longen, BV, …

ROUTINE TO
- bloedonderzoek (Hb, hct, nierf, lipiden, nuchtere glycemie)
- urine-onderzoek (microscop + dipstick -> proteïnurie, microalbuminurie)
- ECG

AANBEVOLEN TO
- echocardio, echo carotiden, enkel-arm BDindex, pulse wave velocity
- kwantitatieve proteïnurie igv pos dipstick
- oogfundusonderzoek (igv ernstige HT)
- glucosetolerantietest (igv nuchtere plasmaglucose > 102 mg/dl)
- zelfmeting BD, 24u BD monitoring

+ specialistisch onderzoek igv: gecompiceerde HT, vermoeden sec HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

gevolgen aHT

A

nier (nierinsuff, proteinurie)

hart (LVH, ischemie, HF)

CVA/ TIA

perifere vaten (atheromatose, claudicatio intermittens, aneurysma)

ogen (papiloedeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

aHT R/

A

levensstijl (G reductie, sport, alcoholbeperking, dieet)

farmacologisch: thiazide(-like) diuretica, BB, CCB, ACEi, ARB
-> als monotherapie initieel zonder specifieke indicatie voor bepaalde klasse: kies ACEi (of ARB) of CCB
-> vaak combinatietherapie nodig (zie andere flashcard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
arteriële hypertensie combinatietherapie
bij ongecompliceerde HT (<-> coronair lijden, CNI: zie internistische leidraad) ------------------------------------- Initiële therapie: dual combination (1 pil) - ACEi of ARB + CCB of diureticum - opm: overweeg monotherapie in laag risico graad 1 hypertensie (SBD < 150 mmHg), of bij zeer oude (>80j) / fraile pt’en Stap 2: triple combination (1 pil) - ACEi of ARB + CCB + diureticum Stap 3: triple combination + spironolactone or other drug (2 pillen) - RESISTENTE HYPERTENSIE: ACEi of ARB + CCB + diureticum + spironolactone of ander GM (ander diureticum/alfa-blokker/beta-blokker) & overweeg doorverwijzing vr verdere investigatie Opm: overweeg BB bij elke behandelingsstap wnr daar een specifieke indicatie voor is
26
acuut myocardinfarct S/
thoraxpijn (> 20 min): - substernale druk, beklemmend, zwaartegevoel, brandend - uitstraling naar schouders/armen/rug/nek/kaak - typische houding = vuist op borstkas geassocieerd: - hartkloppingen - dyspnee - vermoeidheid - syncope -sympathisch: hypertensie, tachycardie -vagaal: hypotensie, bradycardie, zweten, nausea, braken
27
AMI ecg
STEMI: transmuraal infarct - Q golven - ST elevatie non-STEMI: geen transmuraal infarct - ST depressie of elevatie - T inversie
28
AMI D/
ecg labo (troponine, LDH, CK, CK-MB, SGOT (=AST), myoglobine) RX thorax (tekens longoedeem, andere oorzaken thoraxpijn) echocardio (LV functie, wandmotiliteit)
29
AMI - DD troponines niet obv ischemie
longembolie AO dissectie cardiaal trauma/chirurgie pericarditis myocarditis hartfalen apical ballooning rhabdomyolysis sepsis nierinsuff
30
AMI acute R/
STEMI: dringend PCI non-STEMI - hoog risico pt: semi urgentie PCI (<72u) - laag risico pt: bijkomende investigaties + anti-aggregatie + anti-coagulatie + pijnbestrijding en comfort + vasodilatatie + BB (indien tachycard en hypertens)
31
AMI R/ bij ontslag
kine statine + ezetemibe levenslang aspirine levenslang thienopyridine 1 jaar BB + ACE-I (indien hartfalen of LV schade) colchicine
32
hyperlipidemie beleid
bepaal risicoprofiel ~ SCORE Target LDL ~ CV risicocategorie start statine monotherapie -> zo onvoldoende: ophogen dosis OF combinatie statine+ezetemibe opm: hoge TG behandelen heeft geen effect op preventie hartaandoeningen!
33
NE statine
rhabdomyolyse (zz, potentieel fataal)
34
veneuze trombose presentatie
2/3 DVT (vnl OL) 1/3 longembool
35
longembool ontstaan
trombose kan losschieten -> retour nr hart -> arteriële circulatie long
36
DVT / longembool etiologie
immobilisatie verhoogde stollilngsneiging milde RF: zws, OAC, postmenopausale hormonen, obesitas, lange vliegreizen
37
DVT kliniek
Pijn en zwelling extremiteit (benen = meest frequent) KO: Warm, Rood
38
longembool kliniek
Thoracale pijn, verergerd bij diepe inspiratie (verband met AH!!) Benauwdheid, Dyspnee Zelden: hemoptoë en hoesten Indien ernstig: -HD instabiliteit -> collaps -Respiratoire insufficiëntie KO: - Tachycardie - ↑ CVD (< pulmonale R ↑) - Hypotensie (< pulmonale R ↑) - Pleurawrijven - Luide S2, Soms S3 - GEEN oedeem opm: vaak geen symptomen DVT + negatieve echo benen
39
DVT DD
cellulitis erisypelas spierscheur tromboflebitis
40
longembool DD
pneumonie pleuritis AMI angina pectoris pericarditis
41
DVT/longembool D/
Wells score: klinisch (on)waarschijnlijk? -> volg schema voor verder beleid D-dimeren: normaal = trombose uitgesloten verdenking DVT: - duplex-echografie verdenking longembool (indien bewezen DVT + milde kliniek): - ventilatie-perfusie scintigrafie = screening - pulmonalis angiografie catheterisatie = referentie - spiraal CT (klonter?) - echocardiografie (vnl bij ernstige symptomen)
42
DVT/longembool R/
profylactische antistolling in risicosituaties: LMWH subcutaan behandeling = antistolling (LMWH, K-antagonist, DOAC)
43
aorta aneurysma =
diameter 50% of meer toegenomen
44
echt aneurysma
alle lagen van slagaderwand
45
vals aneurysma
gedekte bloeding
46
abdominaal AO aneurysma S/
typisch asymptomatisch (toevallige vondst) hart in buik voelen kloppen ruptuur: hevige rugpijn of acuut abdomen
47
thoracaal / thoraco-abdominaal AO aneurysma S/
meestal asymptomatisch soms pijn precordiaal of in rug druksymptomen (vb. heesheid, dysfagie, stridor en dyspnee, VCS syndroom)
48
abdominaal AO aneurysma D/
echografie (diameterbepaling) = diagnose [CT met IV contrast = bepalen therapie]
49
thoracaal/thoraco-abdominaal AO aneurysma D/
RX thorax -> verbreding AO schaduw -> CT scan
50
AO aneurysma spontane evolutie
neemt toe in diameter tot het barst
51
abdominaal AO aneurysma R/
rookstop!!! -> vermindert groei < 5cm: risico ruptuur AAA = klein preventieve behandeling (cave risico behandeling) => wnr groter (man: > 5,5 cm // vrouw: > 5cm) => wnr snelgroeiend (> 1cm/jaar) = HK (vervangen door kunststof) + FU (endoleak -> heringreep)
52
thoracaal/thoraco-abdominaal AO aneurysma R/
rookstop!!! -> vermindert groei + chirurgie
53
endocarditis =
ontsteking endocardium (door infectie): meestal thv de klepbladen (meest frequente bacteriën: zie internistische leidraad: enterococcen - streptococces - stafylococcen)
54
endocarditis kliniek
infectie: malaise, koorts, leukocytose, soms nachtelijk zweten / anorexia / splenomegalie, abcessen weerslag op hart: tekenen hartfalen rechter hart endocarditis -> septische embolen naar longen embolen of vasculitis: huidverschijnselen (...), mogelijks neurologische verschijnselen tgv embolen, perifere embolen immuuncomplexvorming mogelijk -> depositie (immuuncomplex glomerulopathie, RA, oslernoduli huid)
55
endocarditis D/
kliniek TEE (verdikking endocard) labo (CRP, leukocytose, trombocytose) 2 hemoculturen afnemen -> dan pas empirische AB evt extra onderzoeken
56
endocarditis R/
EERST 2 hemoculturen, 30 min uiteen ernstige gevallen: empirisch AB -> aanpassen obv antibiogram (ESC guideline) // opm: als culturen neg blijven + onvoldoende klinische respons -> denken aan schimmels, q-fever, chlamydia ... opm: indien respons aan ingesteld AB (of antimycotica) = na enkele dagen klinisch duidelijk (alg toestand, bloedbeeld)
57
wnr endocarditis profylaxe?
enkel aangewezen bij pt met verhoogd risico op infectieuze endocarditis (IE) en risico op slechte prognose indien IE vb. klepchirurgie, voorafgaande IE, congenitale hartafwijkingen
58
myocarditis =
ontsteking hartspier
59
etiologie acute myocarditis
meestal virale infectie (enterovirus, coxsackie A en B, Lyme) zelden bacterieel alcoholische myocarditis acuut gewrichtsreuma -> subacute carditis onbekende etiologie: reuscelmyocarditis (snel, shock, transplant nodig)
60
myocarditis S/
weinig symptomen (vaak gemist) tachycardie ECG: repolarisatieSTn Ernstig: infectieus syndroom, koorts, L- en R-hartfalen, shock, ritmeSTn, geassocieerde pericarditis
61
myocarditis D/
DENK ERAAN (igv infectieus syndroom + stoornissen pompfunctie) ECG: tachycardie, repolarisatieSTn, ritmeSTn (opm: Lyme -> typisch AV-geleidingsSTn) RX thorax: cardiomegalie, stuwing echocardiografie myocardbiopsie MRI
62
myocarditis R/
symptomatische behandeling (HF, ritmeST) soms cortisonen harttransplant
63
acute pericarditis etiologie
meestal viraal (coxsakie A en B, echovirus, adenovirus)
64
pericarditis S/
(voorbije) symptomen virale infectie (gastro-enteritis, viraal syndroom) thoracale pijn (AH- en houdingsgebonden) meestal geen stuwing
65
pericarditis D/
auscultatie: pericardwrijven RX: pericardvochtuitstorting ECG: diffuse ST elevatie en PR depressie, bij toename vocht diffuus lage voltages echografie: kleine hoeveelheid pericardvocht, geen grote effusie labo: CRP, leukocytose, troponines indien zware ontsteking (evt extra onderzoeken)
66
pericarditis R/
rust anti-inflammatoir - acetylsalicylzuur (aspegic volgens afbouwschema) - NSAID (minder freq dan ASA) - colchicine (3m, bij recidief 6m) - corticoïden in bep indicaties (vb systeemziekte)
67
rechter ventrikelinfarct
arteriële bloedvoorziening van de rechterhartkamer = gecompromitteerd => door een afsluiting vd rechterventrikeltak vd rechtercoronairarterie (RCA) => of door een afsluiting van de RCA proximaal van die zijtak ECG afwijkingen (vb. ST elevatie)
68
rechter vs linker HF
Bij linkszijdig hartfalen hoopt zich vocht op in de longen. De patiënt is eerst alleen bij inspanning kortademig, maar later heeft hij ook bij platliggen last van kortademigheid en prikkelhoest. Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik. opm hartdecompensatie: rechter HF meestal veroorzaakt door linker HF
69
harttamponade =
een klinisch beeld waarbij het hart door aanwezigheid van vloeistof in het hartzakje zich niet meer vol kan zuigen met bloed in de ontspanningsfase (diastole)
70
harttamponade S/
vooral tekens van rechter hartfalen! systemische hypotensie --> perifere vasocontrictie en reflextachycardie (ter compensatie) dyspnee, tachypnee < pulmonale congestie
71
harttamponade D/
auscultatie: stil hart pulsus paradoxus +++ (DD: constrictieve pericarditis: +) teken van Kussmaul - (DD: constrictieve pericarditis: +++) ecg: sinustachycardie, verminderde voltages echocardio: diastolische collaps (compressie RV en RA bij diastole)
72
pulsus paradoxus
daling SBD 10 mmHg of meer bij diepe inspiratie
73
teken van Kussmaul
= jugulaire veneuze druk (de vulling vd halsader) die stijgt met inspiratie (inspiratie -> bloed kan niet naar RV -> blijft in jugulaire venen => toename CVD bij insp)
74
harttamponade R/
dringend pericardpunctie + vaak hierna urgente chirurgie nodig + onderzoek pericardvocht ( -> etiologie)
75
CI pericardiocentese
INR > 1.3 trombopenie < 50.000
76
ziekte van Buerger (thromboangiitis obliterans)
= chronische ontsteking van de bloedvaten (vasculitis) -> verminderde bloedtoevoer: vooral in benen en armen De aandoening ontstaat zeer waarschijnlijk door een combinatie van erfelijke aanleg en roken. => vnl bij rokers < 45 jaar, vnl mannen. Pijn tenen/voeten en vingers/handen Raynaud Claudicatio intermittens (etalagebenen) Door de ontsteking ontstaat trombose en uiteindelijk weefselschade (necrose). Dit kan leiden tot amputaties van tenen of vingers. KO/ perifere pulsatie vaak verminderd D/ angiografie, doppler-echo, biopt (betreffende slagader), bloedtest, ...?? R/ STOPPEN MET ROKEN Medicatie (anti-stolling, ontstekingsremmers, vasodilatatie) Operatie (soms bypassoperatie of een sympathectomie: doorsnijden van een zenuwstreng met vaatverwijdend effect)
77
perifere vasculaire ziekte --> 2 condities
perifeer vasculaire/veneuze insufficiëntie (PVD) perifeer arterieel vaatlijden (PAD)
78
(chronisch) veneuze insufficiëntie: algemeen
venen (aders) transporteren bloed terug naar het hart --> zuurstofarm bloed (uitzondering: vena pulmonalis) igv probleem (verminderde werking): - bloed begint zich te verzamelen in de aders (= pooling), meestal vd onderste ledematen (-> varices)
79
perifeer arterieel vaatlijden: algemeen
arteries (slagaders) transporteren bloed van het hart naar de rest van het lichaam --> zuurstofrijk bloed (uitzondering: longslagader) igv probleem: - ischemie (zuurstoftekort) - necrose (afsterven weefsel) PAV wordt vnl veroorzaakt door atherosclerose (slagaderverkalking) in de OL.
80
perifere vasculaire ziekte =
een toestand veroorzaakt door een vernauwd of verstopt perifeer bloedvat --> de bloedvaten worden vernauwd/stijf --> verminderde bloedcirculatie (oa naar en van de extremiteiten) Organen die door deze vaten worden aangevoerd, krijgen mogelijks niet genoeg bloedstroom voor een goede werking. De benen en voeten worden echter het vaakst aangetast.
81
veneuze insufficiëntie: symptomen
varices oedeem ulcus cruris (open wond of zweer aan het onderbeen) hyperpigmentatie (bruine verkleuring aan de onderbenen, veroorzaakt door hemosiderine) kan volledig pijnloos zijn, of kan verschijnselen als zware/vermoeide benen of een diffuus/plaatselijk warm gevoel aan de benen veroorzaken (eerder doffe pijn ipv scherpe pijn) ...
82
Hemosiderine pigmentatie onderbenen =
bruinige hyperpigmentatie aan de onderbenen, bestaande uit een ijzerhoudend pigment. Hemosiderine = een geoxydeerd afbraakproduct van hemoglobine, afkomstig uit erytrocyten. Meestal wordt dit gezien bij chronische veneuze insufficiëntie, waarbij de erytrocyten buiten het vat zijn geraakt omdat de capillairen lekken tgv de verhoogde druk in het veneuze systeem. In het begin zijn deze microbloedingen rood of paars, later wordt het bruin. Soms heeft het een gelige tint, dit wordt ook wel purpura jaune d'ocre genoemd. De erytrocyten worden afgebroken, waarbij het ijzerpigment uiteindelijk in macrofagen terechtkomt (siderofagen). Het aanbod aan extravasale erytrocyten is zo groot en zo chronisch dat het niet lukt om het pigment af te breken en af te voeren. De hemosiderine pigmentatie blijft als een soort tatoeage bestaan, verdwijnt niet meer.
83
perifeer arterieel vaatlijden: symptomen
A) Acute ischemie van het (onder)been: klachten die wijzen op ACUTE ISCHEMIE: - rustpijn - snel progressieve gevoelsstoornissen vh been (doof gevoel) - spierzwakte van been/voet - bleekheid; B) Chronisch obstructief arterieel vaatlijden: klachten die wijzen op CLAUDICATIO INTERMITTENS: - pijn en vervelende sensaties (moe, stijf, krampen, temperatuurverschillen) in been/bilregio bij inspanning die verminderen in rust klachten die wijzen op KRITIEKE ISCHEMIE: - rustpijn en/of nachtelijke pijn (vooral in voorvoet of tenen), die afneemt als patiënt opstaat of aangedane been laat hangen - afwijkingen huid of nagels aan voeten (wondjes of zweertjes);
84
perifeer arterieel vaatlijden: KO
A) Beoordeel tekenen die wijzen op ACUTE ISCHEMIE vh been: => arterieel: ontbrekende pulsaties bij palpatie van a. tibialis posterior, a. dorsalis pedis en/of a. femoralis; souffle over a. femoralis; lagere huidtemperatuur van voet/onderbeen bij palpatie met handrug; bleekheid vh been; => neurologisch: gevoelsstoornissen vh been (vaak interdigitale ruimte en voetrug tussen eerste en tweede straal); spierzwakte van been/voet (vaak zwakte/motorische uitval van intrinsieke voetspieren). // B) Beoordeel tekenen die wijzen op CHRONISH OBSTRUCTIEF ARTERIEEL VAATLIJDEN: => arterieel: verzwakte pulsaties bij palpatie van a. tibialis posterior, a. dorsalis pedis en/of a. femoralis; souffle over a. femoralis; lagere huidtemperatuur van voet/onderbeen bij palpatie met handrug. => trofische stoornissen: wondjes aan tenen/voet/enkel; verminderde beharing; nagelafwijkingen. Bepaal met een dopplerapparaat de enkel-armindex (EAI) bij een vermoeden van chronisch obstructief arterieel vaatlijden.