ZO Onschuldige aangeboren misvormingen Flashcards
Uitgebreid, dus apart van ZO week 9 (108 cards)
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van achondroplasie
Etiologie: Autosomaal dominant erfelijke aandoening
Epidemiologie: Incidentie 1 op 25.000 geboorten
Klinisch beeld: Een sterke verkorting van de extremiteiten, korte brede handen en voeten, een relatief groot hoofd, normale psychomotore ontwikkeling
Prognose: Goed, afgezien van de handicap die de afwijking oplevert.
Therapie: Geen; eventueel operatie ter verlenging van de extremiteiten.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van adactylie
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis
Epidemiologie: Sporadisch voorkomend
Klinisch beeld: Ontbreken van vingers en/of tenen
Prognose: Indien onbehandeld: aan de voeten weinig functiestoornissen
Therapie: Geen.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van ambigue genitaliën
Etiologie: Het is een autosomaal recessief erfelijke aandoening. Een enzymstoornis (meestal 21-hydroxylase) veroorzaakt een te lage cortisolproductie. Hierdoor ontstaat een overproductie van ACTH in de hypofyse met bijnierhyperplasie als gevolg. De hyperplastische bijnier produceert teveel testosteron.
Epidemiologie: Incidentie 1 op 5000 geboorten
Klinisch beeld: Ambigue genitalia met versterkte pigmentatie; recidiverend braken, dehydratie, waardoor het beeld kan lijken op pylorushypertrofie. Ook wel genoemd: congenitale bijnierhyperplasie
Prognose: Levenslange endocriene therapie
Therapie: Corticosteroïden substitutie
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van amnionsnoering
Etiologie: Onbekend: amionstreng of vroeg-embryonale ontwikkelingsstoornis van het subcutane weefsel.
Epidemiologie: Zeldzaam voorkomend
Klinisch beeld: Er is een ringvorminge constrictie van extremiteiten of delen daarvan, zelden leidend tot circulatiestoornissen en oedeem.
Prognose: Goed; er zijn meestal geen beperkingen
Therapie: Plastische chirurgie om cosmetische of functionele redenen.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van anencefalie
Etiologie: Ontwikkelingsstoornis van het centrale zenuwstelsel: sluitingsdefect van het craniale einde van de neurale buis.
Epidemiologie: Zeldzaam.
Klinisch beeld: Ontbreken van cranium en cerebrum. De basis cranii, de medulla oblongata, en het cerebellum zijn wel aangelegd.
Prognose: Niet levensvatbaar, overlijden vóór of kort na de geboorte.
Therapie: Geen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van anotie
Etiologie: Ontwikkelingsstoornis van de eerste en tweede kieuwboog.
Epidemiologie: Zeldzaam.
Klinisch beeld: Dit kan variëren van een klein misvormd rudimentair oor (microtie) tot een volledig ontbreken van het oor (anotie).
Prognose: Afhankelijk van de vraag of het midden- en binnenoor intact zijn.
Therapie: In principe hoeft het gehoor niet verbeterd te worden, om psycho-sociale redenen wordt door de plastisch chirurg wel vaak een oorschelp aangelegd.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van anorectale misvorming
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis
Epidemiologie: Incidentie 1 op 5000 geboorten (voor beide geslachten samen)
Klinisch beeld: Ectopische anus met een recto-urethrale verbinding. Tevens glandulaire hypospadie. Bij onderzoek bleek het om een hoge anorectale misvorming te gaan.
Prognose: Afhankelijk van uitgebreidheid van de afwijkingen.
Therapie: Verwijzing naar kinderchirurgisch centrum.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van asymmetrische schedel
Etiologie: Plaatselijke druk op de schedel ten gevolge van een afwijkende ligging in utero of een uterusanomalie.
Epidemiologie: Zeldzaam
Klinisch beeld: Plaatselijke vervorming van de schedel.
Prognose: Gunstig; een zekere mate van asymmetrie kan blijvend zijn.
Therapie: Wisselligging in wieg.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van anti-mongoloïde oogstand
Etiologie: Onderdeel van Treacher-Collins syndroom
Epidemiologie: Autosomaal dominant erfelijk, met hoge mutatie-frequentie
Klinisch beeld: De laterale ooghoeken staan lager dan de mediale; naast de afwijkende oogstand zijn er ook misvorming van de ogen, de oren en hypoplasie van de maxilla.
Prognose: Goed, de afwijking levert geen beperkingen op.
Therapie: geen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van asymmetrische mandibula
Etiologie: Plaatselijke druk op de schedel ten gevolge van een afwijkende ligging in utero of een uterusanomalie.
Epidemiologie: Zeldzaam
Klinisch beeld: Vervorming van de mandibula.
Prognose: Gunstig; een zekere mate van asymmetrie van de kaak kan blijvend zijn.
Therapie: Geen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van cheilognatoschisis
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis in de fusie en/of differentiatie van de betreffende weefsels. Unilateraal zijn de bovenlip en bovenkaak, en het palatum in de embryonale ontwikkeling niet tot fusie gekomen.
Epidemiologie: Lip- en kaakspleet al of niet in combinatie met palatumspleet heeft een incidentie van 1 op 1000 geboorten; palatumspleet alleen heeft een incidentie van 1 op 2500 geboorten.
Klinisch beeld: Spleet in lip en bovenkaak
Prognose: Afhankelijk van uitgebreidheid van de afwijkingen. Er kunnen echter wel problemen met borstvoeding ontstaan, omdat het kind niet effectief kan zuigen.
Therapie: Chirurgische correctie, uitgevoerd door het schisisteam. Dit wordt gevormd door een plastisch chirurg, een tandarts/orthodontist, een kaakchirurg, een tandartsprothetist, een kno-arts, een logopedist, een mondhygiënist, en een maatschappelijk werker.
Bij de unilaterale spleet wordt de lip meestal op de leeftijd van drie maanden en het gehemelte op de leeftijd van negen tot twaalf maanden gesloten.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van auricular tags
Etiologie: Ontwikkelingsstoornis van de eerste en tweede kieuwboog.
Epidemiologie: Vrij frequent voorkomend; erfelijke component
Klinisch beeld: Huidaanhangsel vóór of bij de oorschelp
Prognose: Onschuldige afwijking
Therapie: Geen, tenzij cosmetisch.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van brachycefalie
Etiologie: Vroegtijdige verbening van de suturae coronariae (bilateraal)
Epidemiologie: Zeldzaam.
Klinisch beeld: Een schedel die te kort is in voor-achterwaartse richting.
Prognose: Door uitbreiding van de specialistische mogelijkheden van de behandeling is de prognose ten gunste veranderd.
Therapie: Afhankelijk van de plaats en de ernst van de eventuele neurologische verschijnselen: uitgebreide behandeling met operatief ingrijpen van een “craniostenose team” (plastisch chirurg en neurochirurg)
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van caput succadeneum
Etiologie: Geboortetrauma
Epidemiologie: Vrijwel altijd aanwezig kort na partus.
Klinisch beeld: Oedemateuze zwelling op het voorliggend deel, niet begrens door de schedelnaden. Let op: dit is geen gewoon caput succedaneum: er is naast oedeem ook sprake van onderhuidse bloeding; dit kind werd door middel van vacuümextractie geboren.
Prognose: Gunstig; verdwijnt spontaan in uren tot dagen.
Therapie: Geen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van congenitaal cateract
Etiologie: Congenitaal, in associatie met embryopathieën, metabole stoornissen (bijv. galactosemie), intoxicaties, chromosomale afwijkingen en connatale infecties, zoals rubella.
Epidemiologie: Zeldzaam
Klinisch beeld: Lenstroebeling
Prognose: Niet progressief, vroegdiagnostiek is echter van belang
Therapie: Vroegtijdige operatie wordt aanbevolen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van cheilognatopalatoschisis
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis in de fusie en/of differentiatie van de betreffende weefsels.
Epidemiologie: Lip- en kaakspleet al of niet i.c.m. palatumspleet heeft een incidentie van 1 op 1000 geboorten; palatumspleet alleen heeft een incidentie van 1 op 2500 geboorten.
Klinisch beeld: Spleet in lip, bovenkaak en gehemelte.
Prognose: Afhankelijk van uitgebreidheid van de afwijkingen. Er kunnen echter wel problemen met borstvoeding ontstaan, omdat het kind niet effectief kan zuigen.
Therapie: Chirurgische correctie, uitgevoerd door het schisisteam. Dit wordt gevormd door een plastisch chirurg, een tandarts/orthodontist, een kaakchirurg, een tandartsprothetist, een kno-arts, een logopedist, een mondhygiënist, en een maatschappelijk werker.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van cefaalhematoom
Etiologie: Geboortetrauma
Epidemiologie: Incidenteel voorkomend.
Klinisch beeld: Subperiostale bloeding op het os parietale, begrensd door schedelnaden; meestal éénzijdig pariëtaal gelegen, soms echter bilateraal of occipitaal
Prognose: Gunstig: spontane resorptie in de loop van weken; soms calcificatie
Therapie: Geen
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van erythema toxicum
Etiologie: Onbekend.
Epidemiologie: Komt bij 50% van de voldragen baby’s op de 2e-3e levensdag voor.
Klinisch beeld: Licht verheven erytheem, plaatselijk papuleus of pustuleus, gekenmerkt door ophoping van eosinofiele cellen.
Prognose: Goed; spontane regressie in enkele dagen
Therapie: geen.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van congenitaal glaucoma
Etiologie: Er is een recessief erfelijke component
Epidemiologie: Betrekkelijk zeldzaam. Associatie met andere oogpathologie of met bepaalde syndromen (bijv. neurofibromatose) is mogelijk
Klinisch beeld: Ontwikkelingsstoornis van de voorste kieuwboog, met als gevolg een afvoerbelemmering van het glasvocht leidt tot verhoogde intra-oculaire druk. Symptomen zijn tranende ogen, fotofobie, cornae oedeem, vergroting van het oog (buphthalamus), uiteindelijke opticusatrofie, en vermindering/verlies van visus
Prognose: Afhankelijk van vroege diagnostiek en behandeling
Therapie: Chirurgie, correctie van bijkomende oogproblemen, zoals cataract
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van dermale sinus
Etiologie: Een klein sluitingsdefect van de neurale buis, meestal in het lumbosacrale gebied gelegen.
Epidemiologie: Incidenteel voorkomend
Klinisch beeld: Dorsaal van de anus in de middellijn gelegen fistel, soms met enige beharing. Soms is er cystevorming met infectie. Deze aandoening niet verwarren met de sinus pilonidalis, hetgeen een verworven aandoening is.
Prognose: Goede hygiëne is belangrijk, er is soms cystevorming met infectie
Therapie: Bij persisterende infectie is excisie nodig.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van chorda
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis
Epidemiologie: Zeldzaam, vaak i.c.m. hypospadie
Klinisch beeld: Verkromming van de penis t.g.v. verkorting van de raphe penis. Het wordt veel gezien bij ernstige vormen van hypospadie.
Prognose: Mictiestoornissen en erectiestoornissen
Therapie: Operatieve reconstructie urethra.
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van congenitale heupluxatie
Etiologie: Multifactorieel; het is een embryonale ontwikkelingsstoornis van het acetabulum, i.c.m. erfelijk bepaalde te grote rekbaarheid van het gewrichtskapsel. Hierdoor wordt de femurkop gemakkelijk geluxeerd, waardoor de normale ontwikkeling van het heupgewricht niet plaatsvindt.
Epidemiologie: Incidentie ongeveer 1 op 1000 geboorten
Klinisch beeld: Uitvoering handgreep van Ortolani: hierbij worden bij het op de rug liggende kind, de in de heup geflecteerde benen geëxoroteerd, waarbij een geluxeerde femurkop met een voelbaar klikje gereponeerd wordt. Bij NIET tijdig diagnosticeren en ingrijpen kan een ernstige deformatie ontstaan. Omdat de femurkop makkelijk wordt geluxeerd, zal de normale ontwikkeling van het heupgewricht niet plaatsvinden.
Prognose: Indien NIET tijdig ontdekt en behandeld, ontstaat er een ernstige deformatie van acetabulum en femurkop
Therapie: Bij een positieve Ortolani: repositie gevolgd door fixatie in abductiestand gedurende tenminste 6 weken
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van craniosynostose
Etiologie: Vroegtijdige verbening van een of meer schedelnaden met sluiting van de fontanellen
Epidemiologie: Zeldzaam
Klinisch beeld:
1: brachycefalie (een korte schedel), t.g.v. vroegtijdige sluiting van de sutura coronaria
2: oxycefalie (torenschedel), t.g.v. vroegtijdige sluiting van de sutura coronaria en lambdoidea
3: scafocefalie (een lange schuitvormige schedel), t.g.v. vroegtijdige sluiting van de sutura sagittalis
4: trigonocefalie, t.g.v. vroegtijdige unilaterale sluiting van de sutura coronaria
5: plagiocefalie, t.g.v. een vroegtijdige sluiting van de sutura metopica of de sutura frontalis
Prognose: Door vroegtijdig opereren kan voorkomen worden dat de intracraniale druk te veel toeneemt. Dit heeft wellicht gevolgen voor de geestelijke ontwikkeling. Door uitbreiding van specialistische mogelijkheden kan goed resultaat behaald worden met betrekking tot het uiterlijk van het kind.
Therapie: Afhankelijk van de plaats en de ernst van de eventuele neurologische verschijnselen: uitgebreide behandeling met operatief ingrijpen van een “craniosynostose team” (plastisch chirurg en neurochirurg)
Beschrijf de etiologie, de epidemiologie, het klinisch beeld, de prognose en de therapie van epispadie
Etiologie: Embryonale ontwikkelingsstoornis van het tuberculum genitalia en de cloacale plaat.
Epidemiologie: Zeldzaam voorkomend, soms in combinatie met ectropia van de blaas.
Klinisch beeld: Urethra opening als een gootje, bekleed met epitheel, aan de dorsale zijde van de penis.
Prognose: Mictiestoornissen en eventuele erectiestoornissen
Therapie: Operatieve reconstructie van penis en urethra.