eiwitturnover en stikstofbalans Flashcards

1
Q

Vormen van Macronutriënten?

A
  • Koolhydraten: korte termijn energieopslag
  • Vetten: lange termijn energieopslag
  • Eiwitten: geen functie als energieopslag, maar wel in stikstofbalans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functie eiwitten?

A

Eiwitten zijn dus alleen functionele elementen. Er wordt alleen eiwit gesynthetiseerd wanneer we dit nodig hebben. Eiwitten zijn wel een energiebron (bij langdurig vasten), maar worden niet gebruikt voor energieopslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eiwit en aminozuur turnover?

A

De aminozuren die vrijkomen door de proteolyse komen terecht in de aminozuurpool. Een deel van de pool wordt afgebroken om te gebruiken voor biosynthese. Een deel wordt gebruikt voor verbranding. Bij de afbraak van eiwitten komt een aminogroep vrij. In de aanwezigheid van waterstofatomen zal deze ammoniak vormen. Ammoniak is toxisch voor het lichaam. De aminogroep moet dus eerst in de lever ‘onschadelijk’ worden gemaakt door er ureum van te maken. De aminozuurpool moet in stand worden gehouden door het eten van essentiële (en niet essentiële) aminozuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eiwit in het lichaam

A

Het lichaam bevat zo’n 10 kg lichaamseiwit. Hiervan wordt per dag ongeveer 200 gram afgebroken en weer opgebouwd. De aminozuurpool bestaat uit zo’n 100 gram aan aminozuren. Uit de aminozuurpool kunnen metabolieten gemaakt worden (waaronder ureum), welke via de urine uitgescheiden worden (70 gram). Dagelijks wordt gemiddeld 80 gram aan eiwitten gegeten, waarvan 70 gram in de darmen. Een deel van de enzymen, intestinale cellen en mucus welke bestaan uit eiwitten, worden ook in de darm weer heropgenomen zodat deze hergebruikt kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aminozuurmetabolisme

A

Als het lichaam aminozuren kwijt wil raken, wordt hier onder andere ureum van gemaakt. De aminogroep wordt van het aminozuur afgehaald, waarna het koolstofskelet overblijft. In gevaste toestand wordt dit omgezet in glucose of acetyl-CoA en glucose, waardoor dit bij kan dragen in de energiebalans. In gevoede toestand wordt dit omgezet naar CO2 .
De aminogroep wordt via de ureumcyclus uitgescheiden. Hierbij wordt 1 aminogroep aangeboden in de vorm van ammoniak. De andere aminogroep wordt aangeleverd vanuit het aminozuur asperaat. Hierbij ontstaat arginine, wat gehydrolyseerd wordt. Hierbij komen ureum en ornithine vrij. Asperaat is het enige aminozuur wat zijn aminogroep kan afgeven in de ureumcyclus. De ureumcyclus komst 4 ATP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet glutamaat?

A

Glutamaat speelt een belangrijke rol in de ureumcyclus. Door deaminering van glutamaat ontstaat vrij ammoniak en door transaminering ontstaat asperaat, welke essentieel zijn voor de ureumcyclus. Glutamine kan omgezet worden in glutamaat (door deaminering) en dezelfde rol vervullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de stikstofbalans?

A

De stikstofbalans wordt gegeven door: intake – verlies via urine, faeces en de huid. Intake en verlies moeten dus even groot zijn om de homestase te kunnen behouden. Het meeste stikstofverlies gaat via de urine in de vorm van ureum. De hoeveelheid stikstofverlies via huid en faeces is bij normale omstandigheden vrij constant. Om de stikstofbalans (g/dag) nauwkeurig te berekenen, kan de volgende formule worden gebruikt:
Stikstofbalans = eiwit intake/ 6,25 – (ureum stikstof in 24-uurs urine/ 0,8 + 2,5).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een positieve stikstofbalans (N-intake > N-verlies) kan ontstaan in de volgende situaties:

A
  • Tijdens groei
  • Bij hypothyroïdie
  • Bij wondgenezing
  • Tijdens zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een negatieve stikstofbalans (N-verlies > N-intake) kan ontstaan in de volgende situaties:

A
  • Bij grote wonden/ brandwonden
  • Bij koorts
  • Bij hyperthyroïdie
  • Bij cachexie
  • Tijdens vasten (eiwit malnutritie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eiwitbehoefte voor handhaving van de stikstofbalans

A

Een inname van 0,83 gram eiwit/kg lichaamsgewicht dekt de behoefte aan eiwit voor 97,5% van de gezonde populatie. Het overschot wat ingenomen wordt, wordt geoxideerd. Bij ziekte wordt een inname van 1,2 gram eiwit/kg lichaamsgewicht per dag aangeraden. Een eiwitinname van =/> 2 gram eiwit/kg lichaamsgewicht wordt ook bij spieropbouw afgeraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de extra eiwit intake > 2 g/kg?

A

Deze wordt omgezet in vet en verwijderd via de urine. Er is geen positieve stikstofbalans, het wordt weer uitgescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voeding tijdens ziekte

A
  • Andere behoefte dan onder normale omstandigheden
  • Belangrijk voor herstel
  • Adequate voeding verkort opnameduur en vermindert aantal complicaties
  • Vermijdt onder- en overvoeding (bereken de energiebehoefte)
  • Zorg voor voldoende eiwit
  • Zorg voor cofactoren/ spoorelementen in de voeding
  • Specifieke aandoeningen kunnen leiden tot aangepaste voedingsbehoefte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de twee parameters die worden gebruikt om de kwaliteit van het voedingseiwit aan te geven:

A
  • Verteerbaarheid

- Biologische waarde (essentiële  niet-essentiële aminozuren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn essentiele aminozuren?

A

De essentiële aminozuren zijn de aminozuren welke we niet of onvoldoende zelf kunnen maken: histidine, lysine, methionine, valine, leucine, isoleucine, tryptofaan, phenylalanine, threonine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zegt de biologische waarde?

A

Producten met een hoog biologische waarde bevatten voedingseiwitten met alle essentiële aminozuren in een goede verhouding. Peulvruchten, graan, mais en soja zijn producten met een lage biologische waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is PEM?

A

PEM staat voor proteïn energie malnutration. Malnutritie is een voedingsstaat waarin deficiëntie of overschot van energie, eiwitten en andere nutriënten meetbare bijwerkingen veroorzaken op weefsel/ lichaamsfunctie (vorm, grootte, samenstelling) en klinische uitkomst. Dit leidt bij patiënten tot verminderde wondgenezing, langere opnameduur, hogere medische kosten, groter risico op decubitus (doorligplekken) en hogere mortaliteit

17
Q

Primaire vormen van PEM?

A
  • Marasmus: ondervoeding door tekort aan nutriënten. Klinisch beeld: mager kind met prominente ribben en veel verlies van spiermassa. Geen vergrote lever. Behandeling: geven van calorieën.
  • Kwashiorkor: ondervoeding door tekort aan eiwitten. Klinisch beeld: kind met een bolle buik (door oedeem) en minimaal tot geen verlies aan spiermassa. De lever is vergroot. Behandeling: geven van eiwitrijke voeding.
18
Q

Secundaire vormen van PEM?

A

Bij de secundaire vormen van PEM is er sprake van een verminderde voedselopname secundair aan andere factoren (en dus door tekort aan voedselaanbod). Komt veel voor bij ouderen, chronische alcoholisten en bedlegerige patiënten. Bij 30-50% van de ouderen in ziekenhuizen en verzorgingstehuizen is er in bepaalde mate sprake van PEM. Dit kan veroorzaakt worden door een verminderde smaak- en reuksensatie, door verminderde eetlust a.g.v. ziekte en medicatie, door depressie of bij vergevorderd ouderdom.

19
Q

Wat zijn tekenen van ondervoeding?

A
  • Gewichtsverlies > 10% over een periode van 6 maanden
  • Ringen en broeken die losser zitten
  • Afname spiermassa
  • Afname vetmassa
  • Kwetsbare huid (oedeem)
20
Q

Wat zijn gevolgen voor ondervoeding?

A
  • Verminderde groei
  • Inactiviteit
  • Verminderde psychosociaal functioneren
  • Verminderede thermoregulatie
  • Gestoorde immuunrespons
  • Verminderde spierkracht
  • Verminderde wondgenezing
  • Uitval gonadala as
21
Q

Wat is Sacropenie?

A

Sacropenie is het tekort aan skeletspiermassa. Dit heeft een daling van het basaalmetabolisme, de insulinegevoeligheid en de spiermassa en spierkracht tot gevolg. Tegelijkertijd zorgt dit voor een verhoogd risico op fysiek verminder functioneren, vallen en overlijden.