1.2 welbevinden van ouders Flashcards

wetenschappelijk artikel uit HCO1 (20 cards)

1
Q

vijf pijlers van welbevinden van ouders

A
  1. algemeen
    - pijlers waaruit het welbevinden van ouders is opgebouwd
    - gebaseerd op een model van Lauinger
    - onderbouwd met beschikbaar onderzoek, aangevuld met praktijk- en ervaringskennis
    - nadrukkelijk geen afvinklijst of optelsom om welbevinden te bepalen
  2. vijf pijlers
    - gevoelsleven en emoties
    - vriendschappen en relaties
    - voldoening uit ouderschapservaringen
    - perspectief, inzicht en reflectie
    - persoonlijk welbevinden en ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bouwstenen gevoelsleven en emoties

A
  1. positieve en negatieve ervaring met de ouder-kindrelatie
  2. geraakt worden op emotioneel niveau
  3. psychisch welbevinden als ouder en mens
  4. lichamelijk welbevinden
  5. slaapkwaliteit
  6. tevredenheid als mens
  7. veerkracht: copingstrategieën en weerbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

positieve en negatieve ervaring met de ouder-kindrelatie

A
  1. algemeen
    - uit onderzoek: positieve emoties zijn belangrijke voorspellers voor het welbevinden van ouders
    - ook relatie tussen ouders en volwassen kinderen (focus: hoe goed het contact ≠ hoeveel tijd)
    - geldt voor alle ouders en kinderen ongeacht culturele of sociaaleconomische achtergrond
  2. resultaten
    - vaders: hoger cijfer aan geluk dan mannen zonder kinderen (ook gelukkiger wanneer zij zorgen voor of interactie hebben)
    - moeders: meer ‘gedoe’ dan vrouwen zonder kinderen (ook gelukkiger wanneer zij interactie hebben dan wanneer enkel zorgtaken zoals de was en koken)
    - het spelen met hun kind = mogelijkheden meer positieve emoties te ervaren + verbonden te voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevoelsleven en emoties (2-3)

A
  1. geraakt worden op emotioneel vlak
    - ouders worden diep geraakt door hun kind op emotioneel niveau (vb. tekening met ‘jij bent de liefste’)
    - ruzie met kind is emotioneel zwaarder dan met partner
    - weinig wetenschappelijk onderzoek naar deze invloed
    - in interviews: ervaringen kunnen welbevinden positief beïnvloeden
  2. psychisch welbevinden als ouder en mens
    - angst, stress en depressie kunnen hierin een grote rol spelen (vb. postpartum depressies en psychoses > sterke verschijningsvormen van het negatieve effect dat het krijgen van kinderen kan hebben)
    - uit onderzoek: ouder meer tevreden over vervulling psychologische basisbehoeften en positiever in het leven (dan mensen zonder)
    - vaders: gelukkiger, meer tevreden, minder depressieve symptomen en voelen zich meer verbonden en autonoom (dan mannen zonder kinderen)
    - moeders: meer autonoom (dan vrouwen zonder kinderen) + meer gedoe en minder positieve emoties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gevoelsleven en emoties (4-5)

A
  1. lichamelijk welbevinden
    - lichamelijke klachten hebben invloed op het welbevinden (vb. rugpijn)
    - geen wetenschappelijk onderzoek
    - interviews: hoe men zich lichamelijk voelt heeft invloed op hoe men zich voelt als ouder
  2. slaapkwaliteit
    - en de mate van uitgerustheid > invloed op het welbevinden van ouders
    - vb. nachtelijke voedingen of huilbuien
    - verband tussen slaap en depressie: slechte slaapkwaliteit vergroot de kans op depressie (en vice versa)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevoelsleven en emoties (6-7)

A
  1. tevredenheid als mens
    - ouderschap kan veel ontevredenheid aanwakkeren
    - opvoeden en ouderschap = competitie: wiens kind is slimmer, mooier, sneller?
    - het continu vergelijken > uitputtend en onmogelijke opdracht !!
    - wanneer ouders van nature tevreden zijn > hun welbevinden in balans ≠ negatieve impact op (opvoed)situatie
  2. veerkracht: copingstrategieën en weerbaarheid
    - wat ouder doet als het even niet lukt met opvoeden of niet lekker in zijn of haar vel?
    - uit onderzoek: adequate copingstrategieën, effectieve manieren van omgaan met stress en emotieregulatie = positieve bijdrage
    - interventies gericht op emotieregulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bouwstenen vriendschappen en relaties

A
  1. onvoorwaardelijke liefde van ouder voor kind
  2. diepe emotionele band met het kind
  3. partnerrelatie
  4. partnerschap in opvoeden
  5. hechte vriendschappen vormen en verbreken
  6. steun
  7. communicatievaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vriendschappen en relaties (1-2)

A
  1. onvoorwaardelijke liefde van ouder voor kind
    - veel jonge ouders geven aan deze liefde er meteen is ≠ wennen aan nieuwe rol
    - omvat een gevoel van bereidheid, betrokkenheid, vertrouwdheid en herkenning
    - altijd standhoudt, ongeacht de realiteit van gebeurtenissen of maatschappelijke normen
    - uit onderzoek: het tonen van liefde voor kind + bevorderen van het welbevinden van kind = belangrijke factoren voor het welbevinden van ouders
  2. diepe emotionele band met het kind
    - belangrijk voor het welbevinden van ouders
    - als wederkerigheid ontbreek (vb. kind met mentale, fysiek of verstandelijke beperking) > leiden tot rouw (levend verlies);
    - afscheid van ideaalbeeld van wederkerige relatie en band herdefiniëren = impact op het welbevinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vriendschappen en relaties (3-5)

A
  1. partnerrelatie
    - uit onderzoek: de kwaliteit van de relatie tussen ouders = invloed op het welbevinden
    - ouders met een partner: doorgaans gelukkiger en meer tevreden met hun ouderschap
    - het gebrek aan een partner: samenhang met meer verdriet, stress en vermoeidheid
  2. partnerschap in opvoeden
    - opvoeden gebeurt niet alleen: delen met hun partner, familie, vrienden en formele medeopvoeders (zoals leerkrachten)
    - veel waarde aan het gevoel dat ze er niet alleen voor staan
    - verdeling van huishoudelijke taken > rol in het gezinsleven (scheve verdeling: spanning en ontevredenheid ≠ tevredenheid beschermd tegen depressieve gevoelens)
  3. hechte vriendschappen vormen en verbreken
    - nieuwe vriendschappen (vb. andere ouders op het kinderdagverblijf)
    - weinig onderzoek: wel dat hechte vriendschappen steun bieden (herkenning en ervaringen delen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

steun

A
  1. algemeen
    - het principe van halen en brengen: ouders ontvangen en geven steun
    - belangrijk voor het welbevinden van ouders en bijdrage publieke gezondheid
    - emotionele en instrumentele steun beschermen tegen depressie (vooral rondom de zwangerschap) !!
  2. verschillende vormen van steun:
    - emotionele steun: delen van ervaringen, een luisterend oor
    - instrumentele steun: praktische hulp zoals opvang of vervoer (ontlast ouders)
    - informationele steun: advies, tips en feedback van professionals of andere ouders (ook via internet)
    - normatieve steun: leren door observaties van andere (rolmodellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

communicatievaardigheden

A
  1. algemeen
    - zich verstaanbaar kunnen maken richting medeopvoeders (zoals leerkrachten)
    - opvoeden maakt kwetsbaar: goede communicatie helpt hierover open in gesprek gaan
    - constructief kunnen reageren op zorgen en signalen
  2. belangrijke vaardigheden
    - het stellen van gerichte vragen over opvoeding
    - praten over onzekerheden of kwetsbaarheid
    - achterhalen wat er speelt in het leven van het kind
    - opkomen voor de behoeften van het kind zonder controlerend over te komen
    - samenwerken aan doorgaande pedagogische lijn tussen thuis en school
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bouwstenen voldoening uit ouderschapservaringen

A
  1. ouderschapservaringen
  2. vaardigheden met betrekking tot opvoeden
  3. zelfvertrouwen en tevredenheid als opvoeder
  4. levensvaardigheden
  5. omgang met de normatieve samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voldoening uit ouderschapservaringen (1-3)

A
  1. ouderschapservaring
    - positieve ervaringen geven het gevoel dat je onvervangbaar en van belang bent (energie)
    - negatieve ervaringen: de mate waarin opvoedend als belastend (of ingewikkelde opvoedsituatie niet oplossen)
    - uit onderzoek: interactie met kind bijdraagt aan meer positieve emoties van ouder;
    - ongewenst gedrag > hogere mate van moederlijke depressie, stress en angst
  2. vaardigheden met betrekking tot opvoeden
    - het gevoel voldoende vaardigheden te hebben > welbevinden van ouder;
    - als het niet lukt = negatieve invloed
    - uit onderzoek: opvoedingsvaardigheden hangen direct samen met het welzijn van ouders
  3. zelfvertrouwen en tevredenheid als opvoeder
    - het beeld dat ouders hebben over zichzelf
    - het gevoel da het niet lukt: spanning en angst over het opvoeden (niet aan verwachtingen voldoen)
    - uit onderzoek: zelfvertrouwen = voorspeller van welbevinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voldoening uit ouderschapservaringen (4-5)

A
  1. levensvaardigheden
    - sociale en emotionele vaardigheden om om te gaan met uitdagingen (in dagelijks leven)
    - ouderschap: empathie, zelfvertrouwen, zelfbewustzijn, probleemoplossend vermogen, kritisch denken, …
    - uit onderzoek: interpersoonlijke vaardigheden = voorspeller voor welbevinden
  2. omgang me de normatieve samenleving
    - de omgeving = invloed op ouders
    - de neiging om zichzelf te vergelijken met het dominante beeld van leeftijdsgenoten (of perfecte beeld via sociale media);
    - gevolg: onzekerheid, schuldgevoelens, stress, angst, depressie en minder levenstevredenheid
    - uit onderzoek: ouders die sterk streven naar positieve evaluatie door anderen = minder positieve ouderschapservaringen;
    - meer welbevinden: focussen op noden eigen kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bouwstenen perspectief, inzicht en reflectie

A
  1. mijn kind geeft betekenis aan mijn leven
  2. welbevinden in balans
  3. ingrijpende levensgebeurtenissen
  4. reflectie op de eigen ouderrol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

perspectief, inzicht en reflectie (1-2)

A
  1. mijn kind geeft betekenis aan mijn
    - perspectiefverschuiving bij de ouder
    - kind staat op nummer één > ouder gaat belangrijke van minder belangrijke dingen onderscheiden
    - ≠ mensen zonder kinderen geen betekenisvol leven hebben of door geboorte altijd nieuw perspectief
    - interviews: het hebben van een kind = geeft het leven een andere lading > andere kijk
  2. welbevinden in balans
    - hoe evenwichtig tevreden is iemand als ouder, volwassene binnen de samenleving?
    - uit onderzoek: het hebben van meerdere rollen = bevorderend voor mentale en fysieke gezondheid (successen in ene rol = buffer voor teleurstellingen in andere rol);
    - niet in verhouding? = disbalans zorgt voor onrust en de noodzaak tot verkennen van de oorzaken
17
Q

perspectief, inzicht en reflectie (3-4)

A
  1. ingrijpende levensgebeurtenissen
    - vb. verhuizing naar het buitenland of verlies van naasten
    - of coronamaatregelen of heftige overstromingen
    - ingrijpende gevolgen = impact op welbevinden van ouders
  2. reflectie op de eigen ouderrol
    - de bewuste of onbewuste reflectie op invulling van eigen ouderrol (ben ik de ouder die mijn kind wenst?)
    - ook over perspectiefverschuiving binnen generaties: ouders worden grootouders
    - geen wetenschappelijk onderzoek
    - interviews: het bewust doorgeven van normen, waarden en religie (keuzes hierin relatie met eigen ouders soms negatief beïnvloeden)
18
Q

bouwstenen persoonlijk welbevinden en ontwikkeling

A
  1. ontwikkeling als persoon
  2. welbevinden van het individu
  3. welbevinden met betrekking tot werk
  4. welbevinden met betrekking tot levensinvulling
19
Q

persoonlijk welbevinden en ontwikkeling (1-2)

A
  1. ontwikkeling als persoon
    - ouders = nieuwe rol + ook op andere vlakken ontwikkelen
    - hoort bij je identiteit, los van het ouderschap en praktische opvoedkwesties
    - belangrijk: tijd voor jezelf nemen (vb. sporten, vrienden zien of reflecteren)
    - uit onderzoek: persoonlijke ontwikkeling (zoals muziek of sport) = positieve bijdrage welbevinden > essentieel voor welzijn !!
  2. welbevinden van het individu
    - betreft tevredenheid met zichzelf (los van ouderrol) en levensomstandigheden
    - negatieve gevoelens zoals slechte bui of depressieve stemmingen > horen ook bij welbevinden
    - balans tussen ouderrol en autonome tijdsbesteding !!
    - geen wetenschappelijk onderzoek over de invloed van individueel welbevinden;
    - wel: overbelasting in ouderrol > samenhang meer depressie, angst en stress (of ouderlijke burn-out)
20
Q

persoonlijk welbevinden en ontwikkeling (3-4)

A
  1. welbevinden met betrekking tot werk
    - combinatie werk en gezinsleven = zwaar en moeilijk goede werk-gezinsbalans te vinden
    - uit onderzoek: werkende ouders in westerse landen vaak gelukkiger (dan niet-werkende)
    - werk = mentale voordelen zoals meer levenstevredenheid, zelfvertrouwen, minder stress en depressie + financiële zekerheid
    - flexibiliteit in werkrooster = meer tijd met kind (minder stress en zich beter voelen)
    - kinderopvangmogelijkheden spelen een rol (vb. in Nederland gerelateerd aan beschikbaarheid)
  2. welbevinden met betrekking tot levensinvulling
    - de tevredenheid met hoe het leven loopt en de keuzes die gemaakt zijn
    - ook vaardigheden om met uitdagingen om te gaan
    - geen onderzoek in relatie tot het welbevinden van ouders