wie ben ik binnen al mijn diversiteit? Flashcards

(32 cards)

1
Q

micro: racisme

A
  1. betekenis
    - geen juridisch concept
    - antiracismewet verbiedt onderscheid op basis van (raciale kenmerken):
    - zogenaamd ras (één menselijk ras)
    - huidskleur
    - nationaliteit
    - afkomst
    - nationale of etnische afstamming
  2. soorten racisme
    - dagelijks racisme (vb. uitspraken op straat of sociale media)
    - structureel (institutioneel) racisme (vb. op vlak van huisvestiging of onderwijs)
    - georganiseerd racisme: groep die zich organiseren om bepaalde groep bewust uit te sluiten (vb. in Gaza)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

agressie

A
  1. micro aanval
    - een directe verbale of non-verbale aanval op iemands identiteit of achtergrond
    - vb. iemand zegt bewust tegen een collega: “jij hoor hier niet thuis”
  2. micro belediging
    - een subtiele, vaak onbedoelde, belediging die een stereotype bevestigt of minderwaardigheid insinueert
    - meestal niet bewust van kwetsende karakter
    - vb. tijdens een sollicitatie zegt iemand: “ze heeft die job waarschijnlijk gekregen omdat ze een vrouw is, niet omdat ze competent is”
  3. micro-invalidatie
    - het ontkennen, minimaliseren of negeren van de gevoelens, ervaringen of identiteit van iemand
    - gevolg: mensen voelen zich onzichtbaar of onbegrepen
    - vb. “je overdrijft, zo erg kan het toch niet zijn?”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fysieke en cognitieve uitdagingen: feiten

A
  1. algemeen
    - erkenning fysieke handicap: 598.580 personen in Vlaanderen (2024);
    - Statistiek België schat het aantal nog hoger, bijna tot 1,2 miljoen (niet iedereen erkenning of vergoeding)
    - meer vrouwen dan mannen
    - hoe ouder hoe meer mensen met beperking
  2. sociaal-maatschappelijke participatie
    - mensen met een beperking > minder lang naar school
    - 2/6 is laaggeschoold tov 1/6 bij andere populatie
    - 47% werkt tov 82% bij de andere populatie
    - tussen 30 en 45% = ernstig hinder in dagelijkse activiteiten door beperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fysieke en cognitieve uitdagingen: beleving

A
  1. algemeen
    - minder positief over hun gezondheid
    - geestelijke gezondheid is slechter
    - minder positief over het leven in algemeen (scoren: 7 op 10 tov 8 op 10)
    - nemen minder vaak deel aan samenleving
    - weinig verschil op vlak van sociale contacten (maar ze worden als minder positief ervaren)
  2. impact maatschappij
    - een positieve houding = noodzakelijk voor hun volwaardige deelname !!
    - de houding wordt mee bepaald door soort beperking
    - weinig mensen met een beperking zichtbaar op tv
    - uitsluiting op basis van beperking
    - werknemers met een beperking ervaren vaker grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer dan werknemers zonder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mensen met psychische uitdagingen: feiten

A
  1. algemeen
    - 22% van de volwassen Vlamingen voldeed afgelopen jaar aan de criteria
    - 1/3 van de Vlaming krijgt ooit een psychische uitdaging/’stoornis’
    - leeftijd: tussen 18 en 25 jaar
    - drempels tot zorg: 10 jaar voor men hulp durft vragen
  2. de meest voorkomende uitdagingen:
    - angststoornis (12%)
    - alcoholstoornis (11%)
    - externaliserende stoornis (12%)
    - depressie (9%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

psychisch: impact

A
  1. impact
    - psychische stoornissen = in alle soorten en maten + grote invloed op dagelijks leven:
    - werk
    - sociale relaties
    - financiën
    - gezondheid
  2. drempels tot zorg
    - geen nood ervaren voor behandeling
    - ze willen het probleem zelf oplossen
    - bezorgdheid om de kosten van de behandeling
    - het idee hebben dat de behandeling niet gaat werken
    - niet weten waar naartoe te gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leeftijd

A
  1. algemeen
    - empirische cijfers: 1/5 is ouder dan 67
    - zoeken naar nieuwe levensinvulling
  2. fysieke gevolgen
    - lichaam wordt ouder
    - lichaam wordt minder voorspelbaar
  3. mentale gevolgen
    - verliezen van anderen (zie HC rouw)
    - andere rol (andere blik op jou)
    - minder economisch belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

transgenerationeel trauma

A
  1. betekenis
    - of intergenerationeel trauma
    - het trauma van de oudere generaties dat tot uiting komt bij de jongere generatie
  2. toepassing: de holocaust
    - trauma doorgegeven naar de volgende generatie
    - ligt dit aan opvoedingsstijl? > nee, want geen communicatie (te gruwelijk);
    - ondanks voelt kind levensangst (laag cortisol gehalte = geboren met posttraumatische stress)
    - kritiek: stress gerelateerd aan hoog cortisol gehalte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gender

A
  1. betekenis
    - zegt iets over onze maatschappelijke ideeën, normen en verwachtingen rond mannelijkheid en vrouwelijkheid (structureel en maatschappelijk niveau)
    - sekse = biologisch geslacht (natuur) en lichamelijke verschillen
  2. genderidentiteit
    - verwijst naar iemands persoonlijke, individuele innerlijke ervaring (vb. voel je je 100% man of vrouw, zit je ergens tussenin of geen van beide?);
    - genderdiversiteit = diversiteit op vlak van de individuele ervaring (vb. transgender, non-binair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stressoren, protectieve factoren en (in) effectieve coping: impact van racisme

A
  1. effecten
    - slachtofferrol
    - self-fulfilling prophecy: de voorspelling wordt waar omdat men zich zo gedraagt
    - zelfverheerlijking
    - frustratie agressie
    - (over)assimilatie: zich totaal aanpassen aan wat de ontvangende samenleving verwacht
  2. wat hebben kinderen nodig?
    - welbevinden en trots op hun afkomst
    - ervaringen van erbijhoren
    - begrippen kennen en kunnen hanteren
    - erkenning van gevoelens
    - kruispuntdenken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

impact van racisme: hulpverleners

A
  1. huiswerk voor hulpverleners
    - bewustwording van eigen etniciteit en eigen (migratie)geschiedenis
    - bewustwording van eigen ervaringen van anders-zijn/uitsluiting
    - kennen van begrippen en psycho-educatie inzetten
    - bewustwording van witte privileges en gevoelige zones
    - werken met je eigen meervoudige identiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

protectieve factoren psychische uitdagingen

A
  1. protectieve factoren
    - vroege onderkenning + preventie !!
    - herkennen van de problematiek
    - betrekken van het systeem
    - aanpak lichamelijke risicofactoren (middelengebruik)
    - aanpak psychologische en psychosociale risicofactoren
    - aanpak contextuele en maatschappelijke factoren (vb. financiële uitsluiting)
  2. risicofactoren
    - specifiek pers uitdaging (zie psychopathologie)
    - omgekeerde van protectieve factoren (vb. laat of niet onderkennen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cognitieve uitdagingen: sociale contacten

A
  1. algemeen
    - veerkracht bevorderen door in te zetten op sociale contacten
    - onderzoek: mensen met licht mentale beperking > eenzaamheid (gevolg: depressie, schaamte, angst, onveiligheid, alcoholmisbruik en externaliserende gedrag)
    - toepassing: model van Gilmore & Cuskelly
  2. risicovol gedrag
    - relatie tussen eenzaamheid en situaties van misbruik en strafbaar gedrag
    - eenzaamheid maakt kwetsbaar voor verkeerde vrienden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het model van Gilmore & Cuskelly

A
  1. algemeen
    - ook bij mesoniveau (micro: over de persoon en eenzaamheid)
    - 3 hoofddomeinen = beïnvloeden en versterken elkaar
  2. kenmerken van verstandelijke beperking
    - samenhang: kwetsbaarheid voor chronische eenzaamheid
    - problemen met communiceren, sociale info verwerken, aandacht en zelfregulatie
    - gevolg: aangaan en behouden van sociale relaties moeilijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het model van Gilmore & Cuskelly (2-3)

A
  1. minder of beperkte mogelijkheden voor sociale interactie
    - aparte sociale settingen (vb. school, werk en wonen > beperkte rolmodellen)
    - niet zelfstandig of geen beperkte zeggenschap over de aard en tijd van sociale activiteiten
  2. de houding van de samenleving
    - maatschappelijke opvattingen over mensen met een verstandelijke beperking
    - stigmatiserend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitdagingen leeftijd

A
  1. veerkracht bij ouderen
    - individuele veerkracht
    - interactionele veerkracht
  2. toepassing
    - de kracht van geven
    - betekenisvol blijven in de maatschappij (vb. vrijwilligerswerk)
    - lotgenoten om te helpen bij het aanvaarden (ouder worden = afscheid nemen)
17
Q

uitdagingen gender en genderdiverse individuen

A
  1. algemeen
    - geweld (verbaal, fysiek, psychologisch, materieel)
    - je niet geaccepteerd voelen door de bredere samenleving
    - sensationele, spottende beeldvorming en negatieve berichtgeving over transgender personen (focus: victimisatie, lijden)
    - toepassing: het minderheidsstressmodel
  2. stereotypes en vooroordelen
    - transgender personen zijn seksueel promiscue, transgender zijn is een hype
    - of jongeren laten zich makkelijk beïnvloeden om te denken dat ze trans zijn
18
Q

het minderheidsstressmodel (1-3)

A
  1. algemeen
    - 7 stressoren die nauw aansluiten bij ervaring van deze doelgroep
    - bij transgender en genderdiverse individuen
  2. gendergerelateerde discriminatie: alle vormen van ongelijkwaardige behandeling op basis van gender, identiteit of expressie
  3. gender gerelateerde afwijzing: het afwijzen of buitensluiten van iemand vanwege diens genderidentiteit
  4. victimisatie
    - directe vormen van geweld, pesterij of intimidatie
    - gericht op transgender en genderdiverse individuen
19
Q

het minderheidsstressmodel (4-7)

A
  1. non affirmatie: treedt op wanneer de genderidentiteit niet wordt erkend of gevalideerd door anderen
  2. geïnternaliseerde transfobie
    - negatieve attitudes en overtuigingen die transgender personen over zichzelf hebben (belangrijke proximale en interne stressor)
    - ontstaan: negatieve boodschappen vanuit omgeving > gevolg: schaamte, verminderde eigenwaarde en zelfhaat
  3. negatieve verwachtingen: betrekking op angst en bezorgdheid over mogelijke toekomstige discriminatie of afwijzing
  4. non-disclosure
    - het besluit om eigen genderidentiteit te verbergen uit angst voor negatieve reacties
    - gevolg: chronische stress of gevoelens van isolatie
20
Q

beschermende factoren tegenover minderheidsstress

A
  1. algemeen
    - het begrijpen, accepteren en tevreden zijn met eigen genderidentiteit
    - je genderidentiteit in eigen woorden kunnen omschrijven
    - het ervaren van emotionele stabiliteit, vertrouwen en gevoel van controle
    - steunend netwerk
    - positieve rolmodellen via (sociale) media
  2. toepassing
    - ‘pride’ = trots ervaren rond de eigen genderidentiteit (doel: positief zelfbeeld)
    - ‘community connectedness’ = verbonden voelen met de LGBT+ of andere
21
Q

transgender en genderdiverse individuen: coping

A
  1. negatieve coping
    - jezelf isoleren
    - gevoelens van schaamte
    - angst voor negatieve reacties van anderen
  2. positieve coping
    - gesprekken over lichaamsbeeld en genderidentiteit (en heteronormativiteit)
    - inzetten van beschermende factoren
    - mindfulness, meditatie, ‘kleine gelukjes’
    - connectie ervaren door middel van ‘safe spaces’
22
Q

creativiteit en inventiviteit

A
  1. algemeen
    - te gek: veerkracht bij mensen met psychische kwetsbaarheid te vergroten
    - wijkhuis Chambéry: lokaal dienstencentrum
    - grijs wijs en puber: manifest van Jean-Paul van Belleghem (visie op ouder worden)
    - kwispelstappers: groep ouderen op stap met vrijwilligers en hond (laagdrempeligheid)
    - zorgvakanties: voor mensen die speciale zorgen nodig hebben op vakantie
  2. ma4A (meaningful activities for all)
    - project dat mensen met beperking actief gaat begeleiden in het zoeken naar zinvolle activiteiten
    - zingeving = belangrijk aspect in hun leven
23
Q

algemeen theoretische modellen

A
  1. transgenerationeel trauma
  2. minderheidsstressmodel
  3. systemische ongelijkheid
  4. kruispuntdenken
  5. inclusie
24
Q

systemische ongelijkheid en kruispuntdenken in de samenleving

A
  1. systemische ongelijkheid
    - systeem van onderdrukking dat zich uit in nagenoeg alle aspecten van de samenleving
    - ongelijke machtsrelaties > dominante groep van de samenleving;
    - gevolg: gedwongen tot gemarginaliseerd bestaan (vb. groepen vanwege ras, kleur, beperking of ziekte)
  2. kruispuntdenken (of intersectionaliteit)
    - Kimberley Crenshaw: deelidentiteiten per persoon verbonden
    - verschillende ervaringen van discriminatie of privilege
25
inclusie
1. betekenis - maatschappij die volledig aangepast is aan alle 'hekjes' zijn voor iedereen weggehaald - op voorhand rekening houden dat iedereen gelijk is 2. voorstelling (bolletjes) - exclusie = mensen met een uitdaging horen niet bij de samenleving - segregatie = cirkel samenleving vs. mensen met een uitdaging (los van elkaar) - integratie = binnen cirkel samenleving > nieuwe cirkel mensen met een uitdaging - inclusie = iedereen door elkaar
26
hulpmogelijkheden (doorverwijzing)
1. sociale kaart - te gek - herstelacademie.be: gepaste hulp zoeken + cursus zelf aan de slag herstelproces 2. online hulpmogelijkheden - samen veerkrachtig: activiteiten tijdens 10-daagse van de GGZ (ook andere periodes) - react to racism: ondersteuning aan slachtoffers van racisme - digitale tools van kennisplein: per doelgroep aanbod voor verbeteren levenskwaliteit - visie op handicap 'doe de test': zelftest - Nok Nok (vorig HC)
27
innovatieve voorstellen om veerkracht te verhogen
1. over kop-huizen - deuren open staan voor jongeren van 12 tot 25 jaar - zonder afspraak (tijdens openingsuren) > zeer laagdrempelig - verschillende activiteiten (vb. jamsessies met muziek tot graffiti spuiten) 2. andere - te gek - grip: gelijke rechten voor ieder persoon met een handicap (focus: regionaal beleidsniveau) - steunpunt inclusie: vrijetijd, sport en jeugdwerk voor kinderen met een uitdaging - rits (arteveldehogeschool): eenzaamheid bij ouderen verminderen
28
de rol van de psychologisch consulent (1-2)
1. theoretische kennis - over de verschillende uitdagingen die een persoon als individu kan tegenkomen - over hoe mensen met deze uitdagingen kunnen omgaan op psychisch maar ook lichamelijk vlak (balk en polyvagaal alsook herstel) 2. intakegesprek - vervagen naar uitdagingen op vlak van individu - oog voor elk van deze uitdagingen (ook wanneer niet als dusdanig benoemd)
29
de rol van de psychologisch consulent (3-4)
3. preventie - verhogen van veerkracht (window of tolerance, trap hoger in polyvagale ladder, pilaren balk) - ik versterkende methodieken - bespreekbaar maken van emoties, uitdagingen - sociale contacten verhogen - inzetten op preventie op jonge leeftijd 4. praktijk - psycho-educatie - inzetten op bespreekbaar maken gevoelens - doorverwijzen indien nodig (tijdig)
30
macro: VN verdrag handicap
1. algemeen - opgesteld in 2006 (ondertekent door België in 2009) - personen met een handicap = dezelfde rechten en vrijheden als iedereen; - door: wetten en regels die de rechten van personen met handicap beschermen - regels die oneerlijk zijn te veranderen of af te schaffen (kortom: niks doen dat tegen verdrag ingaat) - producten, diensten en voorzieningen beschikbaar voor iedereen !! 2. andere kenmerken - non-discriminatie - gelijke kansen - gelijkheid van man en vrouw - toegankelijkheid: hulpmiddelen + leren hoe mensen met een handicap te ondersteunen
31
VN roept landen op om te investeren in mentale gezondheid
1. algemeen - 6,5% van het totale budget van gezondheidzorg = GGZ - bijna een miljard mensen kampen wereldwijd met psychische uitdagingen - stigma - nood aan minder triggers = samenleving hervormen + meer ondersteuning - sneller ingrijpen dan in actieplan is voorzien 2. toepassing: eigen mensenrechtenverdrag voor ouderen - ouderen rechten - VN verdrag voor ouderenrechten als mogelijke oplossing (problemen: gezondheidzorg, werk, sociale bescherming en huisvestiging)
32
onderlinge beïnvloeding van micro-meso-macrofactoren
1. structureel racisme - bepaalde bevolkingsgroepen systematisch uitgesloten en gediscrimineerd op basis van nationaliteit, etniciteit, huidskleur of afkomst - vb. uit de krant: 'waar woont elk kind' > structureel doorgeven naar de volgende generatie