wie ben ik als (groot)ouder? Flashcards

(34 cards)

1
Q

actuele vraagstukken/life events

A
  1. algemeen
    - deel 1: micro
    - studie (Nederland):
    - 91% vindt ouderschap pittig
    - 50% van de ouders voelt zich onzeker en zou beter willen doen
    - 67% van de ouders voelt zich snel tot last en vraagt geen hulp
  2. de perinatale periode
    - de periode rond de geboorte: kinderwens, zwangerschap, eerste trimester, geboorte en postnatale periode
    - ouderschap begint al voor de perinatale periode !!
    - de perinatale periode als grootouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de perinatale periode als grootouder

A
  1. algemeen
    - geen eigen keuze om het te worden
    - soms ben je er niet klaar voor
    - balans tussen wel of niet aanwezig mogen zijn > het gezin heeft veel nood aan ondersteuning !!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de kinderwens

A
  1. ouders vormen voor zichzelf een beeld van:
    - de baby (zelden de realiteit)
    - de zwangerschap
    - zichzelf als ouder (ervaringen = impact)
  2. grootouders vormen een beeld van:
    - de baby
    - de zwangerschap
    - hun kind als ouder
    - zichzelf als grootouder (ze kiezen hier niet voor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de zwangerschap

A
  1. algemeen
    - emoties komen vrij bij ontdekking zwangerschap: vreugde, angst en spanning
    - heel wat stressoren (als psychologisch consulent: focus op veerkracht)
    - zowel bij ouders als grootouders
  2. toepassing
    - geassocieerd met melancholie = niet direct problematisch (1/5 vrouwen heeft last van psychologische moeilijkheden)
    - extra: matrescence = het proces van moeder worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eerste trimester zwangerschap

A
  1. gekenmerkt door fysieke ongemakken
    - ochtendmisselijkheid
    - op neurologisch vlak verandert er veel;
    - afname volume grijze stof (toename synapsen) > vermoeden verband met hechting tussen ouder en kind
    - toename witte stof (en limbisch systeem wordt dominant)
  2. emotionele veranderingen
    - soms kwetsbaarder
    - disbalans van reeds bestaande kwetsbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tweede en derde trimester zwangerschap

A
  1. tweede trimester
    - zwangerschap wordt zichtbaar voor buitenwereld
    - fysieke klachten meestal minder op de voorgrond
  2. derde trimester
    - fysieke ongemakken komen terug:
    - minder goede slaap
    - lichaam dat minder beweeglijk is
    - sneller vermoeid;
    - invloed op mentaal welzijn moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de geboorte/bevalling

A
  1. algemeen
    - een geboorte verloopt vaak anders: voorbereiding en medische complicaties
    - periode vlak na geboorte: veel nieuwe ervaringen invloeden en (on)zekerheid
  2. toepassing: (over)medicaliseren
    - klinische (koude) setting
    - norm: bevallen in het ziekenhuis, het krijgen van een epidurale
    - thuisgeboorte ≠ de norm in België
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de postnatale periode

A
  1. verandering in:
    - rol (verandert van vrouw naar moeder en man naar vader)
    - partnerrelatie: veel stress > balans nodig !!
    - ouderschap maakt kwetsbaar
  2. grootouder zijn in de postnatale periode
    - wie ben ik als grootouder? wie is mijn partner als grootouder? ben ik ook grootouder als ik mijn kleinkind amper zie?
    - 85% voelt zich overgevraagd om zorg op te nemen
    - sandwichgeneratie = zorgen voor zowel jonge- als oudere generatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stressoren bij mentale problemen rond de perinatale periode

A
  1. sociale risicofactoren
    - (recente) negatieve levensgebeurtenissen, trauma en/of stress
    - gebrek aan sociale ondersteuning
    - partnergeweld
  2. psychologische/psychiatrische factoren
    - persoonlijkheidskenmerken
    - psychiatrische voorgeschiedenis
    - familiaal psychiatrische voorgeschiedenis
    - niet-gewenste zwangerschap
  3. biologische factoren
    - genetische kwetsbaarheid
    - zwangerschapscomplicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stressoren: de kinderwens

A
  1. algemeen
    - niet zwanger worden
    - eerdere zwangerschapservaringen
    - andere wensen van grootouders en hun kinderen (vb. het is niet jouw keuze of je bent er niet klaar voor)
  2. toepassing
    - ivf: hormonen innemen die grote impact hebben op de gemoedstoestand (= zeer heftig traject en geen zekerheid van succes)
    - balkmetafoor: vb. voldoende ondersteuning of kenmerken aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

niet zwanger worden

A
  1. cijfers
    - 90% van de volwassenen zonder kinderen is dit ongewild
    - 10% is biologisch onvruchtbaar
  2. emoties
    - rouwproces
    - pijn
    - gevolg: depressie (onvervulde kinderwens) > je voelt je niet voltooid (mogelijkheden van adoptie en pleegzorg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eerdere ervaringen

A
  1. algemeen
    - zwangerschapsverlies (1 op de 6 vrouwen)
    - moeilijke zwangerschappen (onzeker ivf traject, medische complicaties, traumatische bevalling, vroeggeboorte, etc.)
  2. toepassing: ouderschapsverlof
    - Scandinavische landen: max 2 jaar thuiszitten als moederschapsverlof (mogelijkheid langer bij kind + zien opgroeien) ≠ in België na 3 maand;
    - enkel voor mensen met genoeg financiële basis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stressoren: de prenatale periode

A
  1. hyperemesis gravidarum
    - extreme misselijkheid en braken (soms opgenomen in het ziekenhuis)
    - soms overweging zwangerschap te stoppen > men kan niet aansterken
  2. andere
    - medicatie (zoals Thalidomide of psychofarmaca (soms erger om te stoppen: verschilt van persoon tot persoon > advies dokter))
    - zwangerschapscomplicaties (vb. diabetes of hypertensie)
    - angst en depressie (1/10 depressieve klachten, ernstige prenatale stress)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stressoren: de geboorte

A
  1. prematuriteit
    - voor 37 weken geboren (ongeveer 1/10 kinderen)
    - ontwikkelingsproblemen, mentale of motorische moeilijkheden, longproblemen, hart- en vaatziekten
  2. (spoed)keizersnede
    - kans op trauma = enorm groot (ook bij vaders);
    - traumatische en/of negatieve ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stressoren: postnataal

A
  1. algemeen
    - afscheid nemen van het (beeld van) kind
    - depressie en angststoornissen
    - PTSS (post traumatische stress)
    - psychose: treedt op eerste 3 dagen of 2 weken na bevalling (of later)
  2. toepassing
    - belangrijk: op tijd herkennen en ondersteunen
    - postnatale depressie = gewone depressie (overeenkomstige symptomen/kenmerken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

postnataal: afscheid nemen van (een beeld van) je kind + depressie en angststoornissen

A
  1. algemeen
    - in België stierven in het jaar 2022: 2,9 op 1000 baby’s tijdens of binnen het jaar na de geboorte
    - over kinderen met fysieke of mentale uitdaging zijn er minder cijfers
  2. depressie en angststoornissen
    - ‘babyblues’ zijn normaal (of overgevoeligheidsreacties)
    - meer dan babyblues
    - postnatale depressie
    - doorverwijzen naar professionele hulp is belangrijk !!
17
Q

algemeen protectieve factoren en (in) effectieve coping

A
  1. psychosociale ondersteuning
    - belang van:
    - steunend netwerk voor ouder/beide ouders
    - nauwe interdisciplinaire samenwerking
  2. aandacht voor?
    - wie? = alle leden binnen systeem en onderlinge interacties
    - wat? = processen (rouwprocessen), stressoren, draagkracht en coping
18
Q

mogelijke protectieve factoren perinatale periode (1-2)

A
  1. algemeen
    - ondersteunend netwerk
    - toegang tot hulpverlening
    - zingeving (hobby’s, …)
    - psychosociale ondersteuning, liefdevolle aandacht
    - voeding en stimulatie
  2. zwanger willen worden
    - lichaam/genen
    - zorg voor gezondheid moeder en vader
    - ondersteuning van kwetsbare groepen (overheid: doorverwijzing)
  3. prenataal
    - screening biopsychosociale risicofactoren
    - kraamzorg
19
Q

mogelijke protectieve factoren perinatale periode (3-4)

A
  1. geboorte
    - bevraging moeder haar wensen
    - door geboortekanaal: impact op immuniteit
  2. postnataal
    - kangoeroezorg
    - borstvoeding (circulair systeem tussen moeder en kind (zoals in de baarmoeder) > aanleren + ondersteuning)
    - kraamzorg
20
Q

stress en veerkracht

A
  1. stress
    - evolutionaire reactie van ons lichaam op spanning
    - brengt lichaam in paraatheid (fight-flight)
    - verschillende aspecten van stress
  2. veerkracht
    - proces
    - tegenslag
    - mogelijkheid om terug te veren (grotendeels te maken met omgeving en ondersteuning + persoon (geen persoonlijkheidseigenschap))
21
Q

extra: creativiteit en inventiviteit

A
  1. algemeen
    - zelfhulpboekje van de verdwaalde ooievaar
    - toneelvoorstelling van Julie Delrue (mamamanie)
    - veerkrachtverhalen-spel: nadenken over zaken die te maken hebben met zwangerschap, ouderschap, etc.
  2. de kraamkaartjes van kind en gezin
    - nadenken over zaken die belangrijk zijn in de komende periode
    - vb. help mij op momenten dat ik het nodig heb (hoe? > praktische ondersteuning)
22
Q

meso: theoretische modellen

A
  1. algemeen
    - hoe gaan we vanuit bepaalde groep (zorgnetwerk) kijken naar mensen die zwanger zijn of ouderschap willen aangaan?
    - theoretische modellen:
    - PIMH
    - de eerste 1000 dagen
    - model in ontwikkeling van UCLL
  2. extra: Vlaanderen: visie en prioriteiten ter ondersteuning van perinatale mentale gezondheid
    - zorg voor mentaal welzijn = gedeelde verantwoordelijkheid van geestelijke en somatische gezondheidszorg
    - geïntegreerde zorg als een geheel
23
Q

Parent Infant Mental Health (PIMH)

A
  1. algemeen
    - focus: de perinatale mentale gezondheid
    - welzijn (aanstaande) ouders en kind centraal
    - streven naar gezonde mentale balans = stevige basis voor hun emotionele welzijn en onderlinge reacties
    - de eerste levensjaren = fundament voor verdere ontwikkeling kind
    - cruciaal = verzorgers responsief en consistent zijn
  2. ontwikkeling baby hangt af van diverse factoren:
    - kwaliteit relatie met verzorgers
    - de mentale gezondheid van de ouders
    - gezinsdynamiek
    - zelfs bredere maatschappelijke context (vb. bepaalde richtlijnen)
24
Q

de eerste 1000 dagen

A
  1. algemeen
    - gebaseerd op boek
    - zo veel biologische mijlpalen
    - goed begin = van fundamenteel belang
    - hoe gezonder je leeft > positieve impact op groei en ontwikkeling van kind
  2. omgevingsinvloed
    - vormt mensen voor een belangrijk deel tot wie ze zijn
    - levenslange invloed
    - beïnvloedt de mens en dit beïnvloedt de maatschappij
25
model in ontwikkeling van UCLL
1. antecedenten - (dagelijkse) stressoren - trauma - tegenslag 2. attributen - sociale steun - geloof in eigen kunnen - zelfvertrouwen - emotieregulatie 3. gevolgen - (mentale) gezondheid - familiale balans - persoonlijke groei - aanpassingsvermogen - kwaliteit van leven
26
innovatieve voorstellen om veerkracht te verhogen
1. algemeen - born in Belgium = hoe vroeger men kan ingrijpen > minder impact van kwetsbaarheid - veerkracht verhalen - publiekscampagne 'te gek' 2. rol van de psychologisch consulent - perinatale mentale gezondheid - theoretische kennis - intake gesprek - preventie (in kaart brengen en ondersteuning) - onderwijs
27
waarom het belangrijk is om te letten op perinatale mentale gezondheid?
1. belangrijke punten: - emotionele achtbaan - stigma (praten over mentale gezondheid) - zorgen en angsten - gevolgen van stilte 2. waarom aandacht voor mentale gezondheid belangrijk is: - taboes doorbreken - openlijk praten - steun en begrip - veerkracht versterken - ouder-kindrelatie - gezonde start
28
theoretische kennis en intakegesprek
1. theoretische kennis - kennis eerste 1000 dagen van het leven voor de latere gezondheid - kennis hechting - kennis van kritiek op deze theorieën 2. intakegesprek - bevragen factoren uit het vroege leven - vb. traumatische en/of negatieve jeugdervaringen - bepaalde triggers > gaat terug naar de periode waarin men zelf kind was (vb. heb ik genoeg knuffels gekregen?)
29
preventie
1. algemeen - investeren in eerste fase van het leven levert veel op - gevolg: gezondheidswinst door vroege in plaats van late zorg 2. hoe? - investeren in prilste begin van het leven - optimaliseren omgeving - het betekent dat gezondheidszorg inhoudt: - beginnen voor de conceptie - gericht op zowel mannen als vrouwen - ondersteunen voorbereiding ouderschap nog voor het kind is verwekt - beleid dat jonge gezinnen ondersteunt
30
preventie: belang van preconceptiezorg
1. vrouwen én mannen beter op zwangerschap voor te bereiden: - factoren zoals voeding, roken, drinken en medicatie die veranderd kunnen worden voor zwangerschap - gevoeligheid van aanstaande ouders maakt dat leefstijladviezen juist nu beter worden opgevolgd - apps: verbeteren preconceptieleefstijl waarin ze advies op maat krijgen om hun kind de beste start te geven 2. informeren - aanstaande ouders over invloed van leefstijl - voldoende op factoren die belangrijk zijn voor lange termijn gezondheid kind - goede balans in geven voedingsadviezen
31
ondersteuning voor de ouders is cruciaal
1. negatieve jeugdervaringen - of Adverse Childhood Experience (ACE) - laat blijvende sporen na voor de mentale en fysieke gezondheid van mensen - gezondheidsproblemen, psychische problemen, leefstijl en sociale problemen - intergenerationeel aspect 2. onderwijs speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van kinderen - belang van gezonde leefstijl - voorlichting over roken, drank en drugs > gevolg: kinderen beginnen niet met dergelijk ongezond gedrag - meer aandacht aan belang eerste 1000 dagen van leven - opbouw van veerkracht door zelfvertrouwen en zelfkennis tijdens hele perinatale periode
32
macro: actuele maatschappelijke tendensen
1. algemeen - vanuit maatschappelijk perspectief - vanuit wereldperspectief 2. vanuit maatschappelijk perspectief: - gezondheid is ongelijk verdeeld van de wieg tot aan het graf - het 'achterstandswijkeffect' = sociale ongelijkheid is al voor de geboorte zichtbaar - kwetsbaarheid door slechte start hoeft niet blijvend te zijn - investeren in menselijk kapitaal levert ook economische winst - vb. Early Childhood Development is a smart investment
33
vanuit wereldperspectief
1. algemeen - grote verschillen in welvaart - kinderen zijn kwetsbaar - ongelijkheid en armoede zijn 'ingebakken' in het brein - andere resultaten als ondervoede zwangere vrouwen extra eten krijgen - positieve gevolgen voor kinderen als moeders in de Global South het huishoudbudget beheren 2. vicieuze cirkel van ondervoeding en armoede doorbreken
34
micro-meso-macrofactoren
1. algemeen - hoe omgeving de genexpressie beïnvloedt zelfs voor de geboorte - ethisch en deontologisch verantwoord handelen: - ongelijkheid in de samenleving is problematisch = biologisch doorgeven (vb. Gaza) > impact van levensstijl kan heel lang doorwerken 2. kanttekening - we kunnen gezondheid niet zien als een apart fenomeen, los van de omgeving! - kwetsbaarheid niet uitsluitend een medisch probleem = ook biologisch, maatschappelijk en economisch - beste garantie voor goede gezondheid en ontwikkeling = goede start - kennis vertalen in beleid (uitdaging = winst van investeringen nu, ver in toekomst) - hoe eerder we investeren > hoe groter het effect, hoe groter de winst