2.2.2 Mon empreinte écologique Flashcards
(27 cards)
1
Q
de brandstof
A
le carburant
2
Q
het carpoolen
A
le covoiturage
3
Q
het regenwater
A
l’eau (f) de pluie
4
Q
een verpakking
A
un emballage
5
Q
een afdruk
A
une empreinte
6
Q
een windmolen
A
une éolienne
7
Q
de benzine
A
l’essence (m)
8
Q
een zonnepaneel
A
un panneau de solaire
9
Q
een droogkast
A
un séchoir/ un sèche-ligne
10
Q
het openbaar vervoer
A
les transports en commun/publics
11
Q
het sorteren
A
le tri
12
Q
duurzaam
A
durable
13
Q
zuinig
A
économe
14
Q
voorverpakt
A
préemballé.e
15
Q
oplaadbaar
A
rechargeable
16
Q
vernieuwbaar
A
renouvelable
17
Q
sparen
A
économiser
18
Q
verbruiken
A
consommer
19
Q
verminderen, verlagen
A
baisser
20
Q
aansteken
A
allumer
21
Q
doven
A
éteindre
22
Q
hergebruiken, terugwinnen
A
récupérer
23
Q
recycleren
A
recycler
24
Q
verminderen, verlagen
A
réduire
25
sorteren
trier
26
tweedehands
(de) seconde main
27
van het seizoen
de saison