28. TV Flashcards

1
Q

bekend

A

known, familiar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het overzicht

A

the overview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de geest

A

spirit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de eeuw

A

century

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

laatste

A

latest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de waarheid

A

the truth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sinds

A

since

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ruime

A

broad, wide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

al die

A

all the

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een voorkeur voor

A

a preference for

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ervan

A

depends on

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kijkt naar

A

watches

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

en zo

A

and the like

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

daar…aan

A

that

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vinden niks aan

A

find boring, uninteresting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

anderen

A

others

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

maakt

A

makes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

kiezen

A

chooose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

op de hoogte van

A

up to date with

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

besteedt…aan

A

devote to

21
Q

probeer…te

A

try to

22
Q

volgen

A

follow

23
Q

felle

A

bitter

24
Q

legers

A

armies

25
Q

laatst

A

recently

26
Q

hielpen

A

helped

27
Q

over ging

A

was about

28
Q

er…om

A

bout…it

29
Q

gelachen om

A

laughed about

30
Q

geketen

A

watched

31
Q

geven…toe

A

admit

32
Q

doen alsof

A

pretend

33
Q

in werkelijkheid

A

in reality

34
Q

voor

A

in front of

35
Q

daar…over

A

about that

36
Q

grappige

A

amusing

37
Q

zeiden

A

said

38
Q

vrijwel

A

almost

39
Q

bepaalde

A

certain

40
Q

vooral

A

particularly

41
Q

zaken

A

matters

42
Q

aandacht

A

attention

43
Q

toestand

A

situation

44
Q

leer

A

am learning

45
Q

helaas

A

unfortunately

46
Q

in het algemeen

A

in general

47
Q

kennen

A

observe, recognize

48
Q

voortdurend

A

always

49
Q

TV

OVERZICHT [overview] van de programma’s

  1. 00 uur Nieuws
  2. 30 uur Film: Oorlog en vrede
  3. 15 uur De heilige koe–programma over auto’s
  4. 45 uur De GEEST [spirit] van de EEUW [century]: discussie-programma
  5. 30 uur LAATSTE [latest] nieuws

Kijken jullie thuis veel tv?

Om je de WAARHEID [truth] te zeggen: ja! SINDS [since] we in Nederland wonen, kijken we VRIJWEL [] dagelijks. Er is RUIME KEUS [broad or wide choice] door AL DIE ZENDERS [all the channels].

Hebben jullie een VOORKEUR [preference] voor BEPAALDE [] programma’s? Kijken jullie VOORAL [] naar Nederlandse of biuitenlandse zenders?

DAT HANGT ERVAN AF. [That depends….] Ik HOU VAN [I like] Amerikaanse films met veel ACTIE [action]. Maar mijn zuster KIJKT [watches] graag naar programma’s WAARIN [which] over persoonlijke problemen wordt gepraat. Vooral als het over relaties gaat EN ZO [and such]. En mijn jongste BROER [brother] wil altijd naar voetballen kijken. Maar daar VINDEN DE ANDEREN NIKS AAN [the others find that boring]. Dat MAAKT [makes] het een beetje moeilijk om te KIEZEN [choose]. En jij? Ik kijk elke dag naar het nieuws. Zo blijf ik OP DE HOOGTE VAN [up to date with] de belangrijkste ZAKEN [] die in mijn land GEBEUREN [].

BESTEEDT [devote] de Nederlandse tv dar AANDACHT [] AAN [to]? Of kijk je naar het nieuws op buitenlandse zenders? Die geven toch veel meer informatie over de TOESTAND [] in de rest van de wereld?

Ik PROBEER [try] het nieuws in het Nederlands te volgen, omdat ik Nederlands LEER []. Af en toe brengen ze BERICHTEN [bulletin, news] uit mijn land. Helaas is dat meestal slechte nieuws: over de FELLE STRIJD [bitter fighting] tussen verschillende LEGERS [armies] in mijn land en het aantal doden dat is gevallen. Het is natuurlijk LEUKER [nicer] om naar een film te kijken. LAATST [recently] heb ik een Nederlandse film op tv gezien. De beelden HIELPEN [helped] me oe begrijpen waar het OVER GING [was about]. En we hebben ER HARD OM GELACHEN [over that hard laughed].

Wordt er in het ALGEMEEN [] veel GEKEKEN [watched]?

Ja. Vaak GEVEN [admit] mensen niet toe dat ze elke avond tv kijken. Ze DOEN ALSOF [pretend] ze de programma’s niet kennen. Maar IN WERKELIJKHEID [in reality] zitten ze VOORTDUREND [] VOOR [before, in front of] de tv. Twee Nederlanders, zelf bekend van de tv, hebben DAAR eens een GRAPPIGE uitspraak OVER gedaan. [Two Nederlanders…had once a amusing conversation over this had?] Ze ZEIDEN [said]: ‘Soms kijken we nooit.’

October 5, 2014, Nijmegen (Anna’s place)

A

ok