37. Een brief Flashcards

1
Q

Lieve moeder,

A

Dear Mother

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ontvangen

A

received

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

daarin

A

in it, there

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eenvoudige

A

simple

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aanwijzen

A

point to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wilde

A

wanted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kon

A

could

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aardiger

A

nicer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

volledig

A

completely

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gesloten

A

closed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geheel verlaten

A

completely deserted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verlaten

A

deserted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

volkomen leeg

A

completely empty

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leeg

A

empty

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

buitenshuis

A

away from home

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vroeg

A

asked

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vroeg me…af

A

wondered

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

nadenken

A

consider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

zei

A

said

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

dwingt

A

forces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

zacht klimaat

A

mild climate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vergat

A

forgot

23
Q

beschik hier over

A

have at one’s disposal

24
Q

tot slot

A

finally

25
Q

allemaal jullie

A

all of you

26
Q

afgelopen

A

last

27
Q

melden

A

report

28
Q

pakken

A

get

29
Q

telkens

A

each time

30
Q

voorbij

A

over

31
Q

indruk

A

impression

32
Q

lijkt

A

seems

33
Q

alsof

A

as though

34
Q

vervolgens

A

afterward

35
Q

anders

A

otherwise

36
Q

toen

A

?

37
Q

tenslotte

A

finally

38
Q

kennelijk

A

obviously

39
Q

invloed

A

influence

40
Q

schijnt

A

supposed to be

41
Q

sfeer

A

atmosphere

42
Q

wijze

A

way

43
Q

voorlopig

A

for the time being

44
Q

waarschijnlijk

A

probably

45
Q

tegenover

A

opposite

46
Q

op de hoogte

A

up to date

47
Q

gauw

A

soon

48
Q

steeds

A

increasingly

49
Q

gedachten

A

thoughts

50
Q

EEN BRIEF

Lieve moeder,

Heb je mijn brief van afgelopen week al ontvangen? Ik heb daarin geschreven dat ik Nederlands leer. Nou, ik kan je melden dat het uitstekend gaat. Het lukt me al om eenvoudige dingen in het Nederlands te zeggen. Als ik iets in de winkel nodig heb, vraag ik het nu in het Nederlands. Vroeger moest ik alles aanwijzen of zelf pakken. Telkens als ik iets wilde hebben wat ik niet zag, kon ik het niet kopen. Dat is gelukkig voorbij. Ik heb de indruk dat de mensen nu ook aardiger tegen mij zijn. Ik ben dus blij dat ik Nederlands ben gaan leren. Het heeft duidelijk resultaat.

Het leven is hier wel volledig anders dan bij ons thuis. De winkels sluiten vroeg, de meeste gaan al om zes uur dicht en op zondag zijn ze de hele dag gesloten. ‘s Avonds is er buiten niets te doen. De straten, ook in de stad, zijn bijna geheel verlaten. De restaurants zijn na acht uur ‘s avonds volkomen leeg. Het lijkt wel alsof Nederlanders niet van eten buitenshuis houden. Iedereen maakt hier zelf zijn eten klaar. Na het eten kijken ze nog wat televisie en vervolgens gaan ze slapen.

Ik vroeg me laatst af waarom de mensen hier zo anders leven. Toen ik dat aan iemand vroeg, moest hij diep nadenken. Tenslotte zei hij: ‘Door het klimaat, denk ik. Het is buiten meestal te koud, er staat veel wind of het regent. Dat dwingt de mensen thuis te blijven.’ Ze noemen dat hier een ‘zacht’ klimaat! Het klimaat heeft kennelijk grote invloed op de manier van leven. Maar in een paar grote steden schijnt de sfeer en de wijze van leven anders te zijn. Dat komt misschien omdat daar zoveel buitenlanders wonen.

O ja, dat vergat ik nog: ik woon hier maar voorlopig. Ik denk nog tot het einde van de volgende maand. Ik krijg dan waarschijnlijk een grotere kamer in een huis hier tegenover. Ik beschik hier over weinig ruimte.

Ik stop nu met schrijven. Je bent weer van alles op de hoogte. Maak je over mij geen zorgen. Tot slot: schrijf gauw terug, want ik hoor graag hoe het daar gaat met jullie allemaal! Jullie zijn steeds in mijn gedachten.

Liefs, …

August 2014

A

OK

51
Q

Het lukt me al om…

A

?

52
Q

Het lijkt wel alsof…

A

it appears as if…

53
Q

Ik vroeg me laatst af waarom…

A

I asked myself recently why…

54
Q

Maak je over mij geen zorgen.

A

Don’t you worry about me.